Grammatica zinsdelen H3 (di les 1)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je iPad (dicht)


1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je iPad (dicht)


Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • uitleg 3.7 grammatica
  • werkmoment afronden 3.5 woorden
  • afsluiten van de les


Slide 2 - Tekstslide

Einde van paragraaf 3.7
Sommige van mijn klasgenoten leren met hun smartphone 
op de achtergrond.

Anderen worden door hun moeder verwend met snacks tijdens het leren.

Lijdende en bedrijvende vorm herkennen en gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide

Verschil?
Sommige van mijn klasgenoten (o)  | leren (wg) | met hun smartphone op de achtergrond (bwb). 

Anderen (o) | worden (wg)| door hun moeder (bwb) | verwend (wg) | met snacks (bwb) | tijdens het leren (bwb). 

Slide 4 - Tekstslide

Verschil?
Sommige van mijn klasgenoten (o)  | leren (wg) | met hun smartphone op de achtergrond (bwb). BEDRIJVENDE ZIN

Anderen (o) | worden (wg)| door hun moeder (bwb) | verwend (wg) | met snacks (bwb) | tijdens het leren (bwb). LIJDENDE ZIN

Slide 5 - Tekstslide

bedrijvende en lijdende vorm
Zinnen hebben twee vormen: de bedrijvende en de lijdende vorm. 
In de bedrijvende vorm verricht het onderwerp de handeling in de zin; het onderwerp is bedrijvig/ actief.
In de lijdende vorm ondergaat het onderwerp iets; het onderwerp lijdt/ passief.

Slide 6 - Tekstslide

Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit
  • Jara is het onderwerp
  • Jara doet iets in deze zin: Ze laat de hond uit
  • Bedrijvend of actief


Slide 7 - Tekstslide

Lijdende vorm
De hond| wordt | door Jara | uitgelaten.
  • De hond is het onderwerp
  • De hond ondergaat iets: hij wordt uitgelaten.
  • Lijdend of passief

door-bepaling: wie iets doet (bwb)

Slide 8 - Tekstslide

Zinnen veranderen
Bedrijvende vorm        NAAR         Lijdende vorm
1. Lijdend voorwerp                          onderwerp
2. persoonsvorm                               worden/werden + voltooid dw
                                                                   zijn/waren + voltooid deelwoord
3. onderwerp                                       door-bepaling (bwb)

Slide 9 - Tekstslide

Werkmoment
  • Maak van 3.5: 1 tot en met 17 (opdracht 2, 5, 14, 15 en 16 doen we niet).
  • Ik loop rond voor vragen.
  • Af? Start met opdracht 1 van 3.7 zinsdelen. 
  • Advies: vind je ontleden lastig? Werk dan in het leerwerkboek en kijk na via Teams.

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
  • We gaan starten met 3.7 Grammatica zinsdelen.
  • Zorg dat je 3.5 afgerond hebt.

Slide 11 - Tekstslide