Spelling 1
1 / 10
Lesduur is: 5 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke woorden bint goed schreven?
A
houden=hollen
B
buigen = buugen
C
vouwen = vollen
D
nemen = nimmen
Slide 2 - Quizvraag
1935
1949
1959
1987
1953
Hoe moet wij het Drents schrieven?
leesbaor en vrijheid in schriefwieze
werkgroep Everslo-Vosbergen
Voorstellen Drentse spelling
Herzien druk spellingsboekje
Slide 3 - Sleepvraag
Welke afkörting is gien Drentse streektaolvariant?
A
ZWW
B
KvD
C
MD
D
ZWZ
Slide 4 - Quizvraag
Welk woord wordt in hiel Drenthe gebruukt?
A
Koe
B
Peerd
C
Schaop
D
Hond
Slide 5 - Quizvraag
Welke zin is goed speld in het Drents
A
Speul'n met spell'n
Speul’n met spell’n
B
Speulen mit spellen
C
Speul'n mit spellen
D
Speulen met spell’n
Slide 6 - Quizvraag
Hoe was het ok al weer met betrekking tot spelling? Wat klopt niet
A
De spellingsregels sluut an bij het Nederlands
B
Je moet zo weinig meugelijk streepies en komma's gebruken
C
As een warkwoord eindigt op eren, elen, emen of enen schrief wij wandeln, etc.
D
regenen en tekenen wordt in het Drents regen en teken
Slide 7 - Quizvraag
Wat is soepenbrij
A
havermoutpap
B
rijstebrij
C
karnemelkse pap
D
rijstebrei
Slide 8 - Quizvraag
welk woord is correct Drents?
A
taovel
B
hannen
C
schrieven
D
zunner
Slide 9 - Quizvraag
Welke is fout schreven?
A
brij
B
brei
C
lijte
D
kriegen
