Breuken

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn breuken?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

timer
0:10
opdracht 1: a

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

timer
0:10
Opdracht 1: b

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

timer
0:10
Opdracht 1:d

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Kies het goed antwoord
timer
0:10
A
1/2 > 1
B
1/2 = 1
C
1/2 < 1

Slide 14 - Quizvraag

Kies het goed antwoord
timer
0:10
A
7/4 > 1
B
7/4 = 1
C
7/4 < 1

Slide 15 - Quizvraag

Kies het goed antwoord
timer
0:10
A
6/6 > 1
B
6/6 = 1
C
6/6 < 1

Slide 16 - Quizvraag

Kies het goed antwoord
timer
0:10
A
4/5 > 1
B
4/5 = 1
C
4/5 < 1

Slide 17 - Quizvraag

Kies het goed antwoord
timer
0:10
A
4/3 > 1
B
4/3 = 1
C
4/3 < 1

Slide 18 - Quizvraag

Kies het goed antwoord
timer
0:10
A
5/5 > 1
B
5/5 = 1
C
5/5 < 1

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

timer
0:15
Schrijf de breuk 5/3 als samengestelde breuk

Slide 21 - Woordweb

timer
0:15
Schrijf de breuk 3/2 als samengestelde breuk

Slide 22 - Woordweb

timer
0:15
Schrijf de breuk 5/2 als samengestelde breuk

Slide 23 - Woordweb

timer
0:15
Schrijf de breuk 13/4 als samengestelde breuk

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

timer
15:00
Vereenvoudig de breuk 6/9 zo ver mogelijk

Slide 27 - Woordweb

timer
0:10
Vereenvoudig de breuk 10/15 zo ver mogelijk

Slide 28 - Woordweb

timer
0:10
Vereenvoudig de breuk 10/15 zo ver mogelijk

Slide 29 - Woordweb

timer
0:10
Vereenvoudig de breuk 6/4 zo ver mogelijk

Slide 30 - Woordweb

timer
0:15
Vereenvoudig de breuk 10/8 zo ver mogelijk

Slide 31 - Woordweb

timer
0:10
Vereenvoudig de breuk 12/10 zo ver mogelijk

Slide 32 - Woordweb

timer
0:10
Vereenvoudig de breuk 14/8 zo ver mogelijk

Slide 33 - Woordweb

doel
Aan het einde van de les heb ik de kennis over het verband tussen breuken, procenten en decimalen opgefrist.

Slide 34 - Tekstslide

Waar kan je een breuk naar omzetten?
A
kommagetal
B
decimalen
C
kommagetal en procenten
D
procenten

Slide 35 - Quizvraag

Welk percentage hoort bij 1/4
A
33,3%
B
25%
C
50%
D
40%

Slide 36 - Quizvraag

Welk percentage hoort bij 1/5
A
25%
B
10%
C
20%
D
15%

Slide 37 - Quizvraag

Welk percentage hoort bij 1/2
A
25%
B
50%
C
10%
D
75%

Slide 38 - Quizvraag

Welk percentage hoort bij 1/4?
A
20%
B
25%
C
30%
D
50%

Slide 39 - Quizvraag

Welk percentage hoort bij 1/5?
A
20%
B
5%
C
18%

Slide 40 - Quizvraag

Welk percentage hoort er bij
43
A
3%
B
30%
C
25%
D
75%

Slide 41 - Quizvraag

Welk percentage hoort bij de breuk 3/8?
A
0,375%
B
12,5%
C
37,5%
D
33,3%

Slide 42 - Quizvraag

Welk percentage hoort bij 1/8
A
8%
B
18%
C
12,5%
D
15%

Slide 43 - Quizvraag

Welk percentage hoort bij 1/3
A
33,3%
B
66,67%
C
75%
D
25%

Slide 44 - Quizvraag

Welke breuk hoort er bij 12,5%
A
51
B
81
C
41
D
71

Slide 45 - Quizvraag

Welke breuk hoort bij 50%
A
1/2
B
1/4
C
1/5
D
1/10

Slide 46 - Quizvraag

Welke breuk hoort bij 75%
A
1/4
B
1/2
C
1/3
D
3/4

Slide 47 - Quizvraag

Welke breuk hoort bij 10%
A
1/8
B
1/4
C
1/10
D
1/3

Slide 48 - Quizvraag

Welke breuk hoort er bij 30%
A
1/2
B
1/4
C
1/5
D
3/10

Slide 49 - Quizvraag

Welke breuk hoort er bij 5%?
A
1/10
B
1/5
C
1/20
D
1/4

Slide 50 - Quizvraag