NOVA T4 Basisstof 5

Djano
Gaby
Romy
Chéden
Keano
Aneidy
Sara
Jahvendrix
Anouk
Chabo
Sey
Pavel
Kim
Omar
                              bord
HUISWERK CONTROLE
LEG JE BOEK KLAAR
en je begrippenlijst
r
a
a
m
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Djano
Gaby
Romy
Chéden
Keano
Aneidy
Sara
Jahvendrix
Anouk
Chabo
Sey
Pavel
Kim
Omar
                              bord
HUISWERK CONTROLE
LEG JE BOEK KLAAR
en je begrippenlijst
r
a
a
m

Slide 1 - Tekstslide

Elektriciteit
1. Batterijen 
2. Spanningsbronnen
3. De stroomkring
4. Schakelingen
5. Vermogen en energie
6. Veiligheid

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Absentie, zorg dat je spullen op tafel liggen
Vorige les..
Doel van de les
Uitleg 
Opdrachten
Nakijken
Doel van de les en afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Je kunt uitleggen hoe je lampen en andere apparaten in serie schakelt.

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt uitleggen waarom in een serieschakeling van lampen de stroomkring onderbroken is als er één lamp kapot is.

Slide 5 - Tekstslide

Je kunt uitleggen waarom in een parallelschakeling apparaten apart aan en uitgezet kunnen worden.

Slide 6 - Tekstslide

Je kunt beschrijven waarom een parallelschakeling twee of meer stroomkringen heeft.
Elke kleur is een andere stroomkring. 

Slide 7 - Tekstslide


A
Parallel schakeling
B
Serie schakeling

Slide 8 - Quizvraag


A
Parallel schakeling
B
Serie schakeling

Slide 9 - Quizvraag


A
Parallel schakeling
B
Serie schakeling

Slide 10 - Quizvraag


A
Parallel schakeling
B
Serie schakeling

Slide 11 - Quizvraag


A
Parallel schakeling
B
Serie schakeling

Slide 12 - Quizvraag


A
Parallel schakeling
B
Serie schakeling

Slide 13 - Quizvraag

blz 229 - 238
opdr 1 - 10

Slide 14 - Tekstslide

Doel van de les
Je kunt...
-benoemen dat elektrische apparaten energie verbruiken.
-uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
-watt en kilowatt naar elkaar omrekenen.
-met de standen van de kilowattuurmeter berekenen hoeveel energie je verbruikt.
-berekenen hoeveel je moet betalen voor elektrische energie.

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg: Je kunt benoemen dat elektrische apparaten energie verbruiken. 
Het vermogen is de elektrische energie die een apparaat elke seconde verbruikt. 
Het vermogen staat op een typeplaatje van een apparaat. Dit geeft de informatie over het apparaat. 
Eenheid : Watt (W)
Een apparaat kan: water koken, muziek afspelen, beelden verzenden.

Slide 16 - Tekstslide

Je kunt watt en kilowatt naar elkaar omrekenen.

1 Kilo Watt = 1000 Watt

< je mag dus ook zeggen : 
                      2.4 kW

Slide 17 - Tekstslide

4000W = 4 kW
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

500W = 5 kW
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Je kunt met de standen van de kilowattuurmeter berekenen hoeveel energie je verbruikt.
Meterkast in je huis = energiestand om energieverbruik te meten

kWh = kilowatt uur

Slide 20 - Tekstslide

Je kunt berekenen hoeveel je moet betalen voor elektrische energie.
normale prijs : 
1 kWh = 0.23 cent

Tegenwoordig : 
1 kWh = 0.74 cent

(verschil in) Meterstand x prijs 

Slide 21 - Tekstslide

Vorig jaar: 62 195 kWh
Dit jaar: 63 865 kWh
Prijs = 1 kWh is 0.23 euro
A
62 195 kWh
B
63 865 kWh
C
0.23 cent
D
384.10 euro

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de som: Vorig jaar: 62 195 kWh
Dit jaar: 63 865 kWh
Prijs = 1 kWh is 0.23 euro

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

Aan de slag!

Maken : opdracht 1 t/m 17 (blz 242 t/m 247)

Klaar? Laten aftekenen

Laatste 5 minuten afsluiten!

Slide 25 - Tekstslide

Hoe schrijf ik kilowatt in afkorting?
A
kW
B
kWh

Slide 26 - Quizvraag

hoeveel kW is 1400 Watt?
A
140 kW
B
14 kW
C
1.4 kW
D
0.14 kW

Slide 27 - Quizvraag

hoeveel Watt is 3,8 kW?
A
380 Watt
B
3.800 Watt
C
0.038 Watt

Slide 28 - Quizvraag

Doel van de les
Je kunt...
-benoemen dat elektrische apparaten energie verbruiken.
-uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
-watt en kilowatt naar elkaar omrekenen.
-met de standen van de kilowattuurmeter berekenen hoeveel energie je verbruikt.
-berekenen hoeveel je moet betalen voor elektrische energie.

Slide 29 - Tekstslide