LB-WW 2e fase-H2 Ethiek-4HAVO-les 2

[Aandachtsrichter]
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

[Aandachtsrichter]

Slide 1 - Tekstslide

Wijs Worden 2e fase
H2 Ethiek, p.24 
Les 2: Gevolgethiek

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Paragraaf 2 Bezit onze moraal universele geldigheid (zelfstudie; evt uitleg)
Uitleg PO Lesverzorging Ethiek 
Paragraaf 3 ethische theorieën: Gevolgenethiek
weektaak nakijken 
maken en bespreken opdr. 12, 13 en 14

Slide 3 - Tekstslide

Iets uit de actualiteit: 

Slide 4 - Tekstslide

Weektaak 
Leerwerk: lezen Hfdst 2 Ethiek, par. 1 en 2
Maakwerk: opdr. 1 t/m 11
LVB: LVB-Opdracht 3.1: Beste en slechtste aanschaf ooit 

Opdr. 1 t/m 4 zijn vorige les besproken

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 5, p. 28 
Voor-schrijvend: deze ethiek schrijft het goede voor, of houdt het goede voor, is dus normerend (normatieve ethiek). Vergelijk het Latijn: 'scribere' is schrijven en 'prae' is 'voor' (in het Frans: 'pré'). 

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 6, p. 28  
Ethiek is een argumentatie-vak. Met je 'eigen mening' kun je dan niet zomaar volstaan: je dient bereid te zijn kritische vragen toe te laten en je mening redelijk te beargumenteren. 

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 7, p. 29 
Gaat het nog om sportiviteit of puur om het winnen? Hebben de spelers wel of niet een voorbeeldfunctie, en zo ja: hoe horen ze zich dan te gedragen?

Leidt zo'n evenement niet af van de grote problemen in de wereld? Komen de eventuele opbrengsten van zo'n toernooi ten goede aan de armsten van het land (bijvoorbeeld Zuid-Afrika 2010)? Wat doet de wereldvoetbalorganisatie met de honderden miljoenen die het evenement oplevert aan tv-rechten en dergelijke: in hoeverre speelt een waarde als rechtvaardigheid een rol?
Wat te denken van de vele doden en gewonden die gevallen zijn bij de voetbalstadions in Qatar? Denk ook aan vraagstukken rond doping en supportersgeweld. 

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 8a, p. 29 
Abortus, seksualiteit, doodstraf.  

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 8b, p. 29  
Bij abortus kun je medische vragen stellen: wordt de behandeling wel verricht conform de eisen die men aan goed medisch handelen mag stellen? Juridische vragen: is de abortus wel/niet in strijd met de Nederlandse wetgeving? Bij seksualiteit kan men biologisch/psychologische vragen stellen als: waar komen seksuele gevoelens vandaan? Of juridische: is een seksuele relatie tussen een persoon van twintig en van veertien jaar wettelijk toegestaan? Of economische: hoeveel geld gaat er om in de porno-industrie? 

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 9a, p. 29  
Voedsel (1.) en vakantie (2.). 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 9b, p. 29  
1.


Gaat het wel om eerlijke producten? De boontjes die we eten komen veelal uit relatief arme Afrikaanse landen: valt dat moreel te verdedigen? Welke stoffen (conserveringsmiddelen) worden toegevoegd aan kant-en-klaar maaltijden? Vormen die op den duur geen bedreiging voor de volksgezondheid? 

2.
Is vakantie geen milieubelastende activiteit? Is het vanuit rechtvaardigheidsoogpunt wel te verdedigen dat mensen veel geld aan vakantie uitgeven terwijl er zoveel mensen zijn die nauwelijks voedsel of een dak boven hun hoofd hebben?




Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 10, p. 31





Het cultureel relativisme is in strijd met zichzelf omdat het enerzijds zegt dat geen enkele norm algemene geldigheid verdient maar anderzijds wel degelijk zelf een dergelijke algemeen geldende norm hanteert: tolerantie en respect voor andere opvattingen.
Het cultureel relativisme kan - logisch gesproken - niet zeggen dat slavernij slechter is dan de rechten van de mens respecteren, vrouwenbesnijdenis slechter dan respect voor de integriteit van het lichaam, dierenmishandeling slechter dan een moraal die vertrekt bij rechten van het dier enzovoort. Het cultureel relativisme kan slechts constateren dat er iets veranderd is in de samenleving, niet dat er iets verbeterd is. 


Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 11, p. 31 





Nee. Men hoeft de aanspraak op universele geldigheid niet op te geven zolang de overtuiging nog niet is gecorrigeerd. Universele geldigheid is wat anders dan zekerheid. Het gegeven standpunt relativeert zichzelf ook helemaal niet weg maar houdt vast aan universele geldigheid (al kan dat in samenspraak met anderen vroeg of laat wel bijstelling verdienen). 


Slide 14 - Tekstslide

LVB
Werken aan LVB-Opdracht 3.1 en LVB-Opdracht 3.2 

LVB-Opdracht 3.1: Beste en slechtste aanschaf ooit 
LVB-Opdracht 3.2: Essay Arm en rijk  

Slide 15 - Tekstslide

Nieuw onderwerp!
Gevolgethiek: 
Het utilisme van Jeremy Bentham 

...en waarom hij ervoor koos zichzelf te mummificeren (na zijn dood). 

Slide 16 - Tekstslide

Deze les werken we aan:
Opdr. 12, 13 en 14

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 12, p. 33 
Voor Peter Singer bestaat het goede in het vermijden van pijn en lijden. Armoede betekent pijn en lijden. Door aan armoedebestrijding te doen maakje mensen gelukkiger en verdrijf je voor een stuk pijn en lijden.

 Nota bene
Singer werd wereldbekend met zijn boek Animal Liberation. Het is de bijbel van de het Animal Liberation Front geworden. Singer zelf distantieert zich overigens van deze beweging. In de laatste paragraaf van hoofdstuk 4 komt Peter Singer uitgebreid aan bod. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 13a, p. 33 
Schiet maar één onschuldig kind dood wantje redt er zo negentien. Het is twintig dode kinderen tegenover één dood kind. Het eerste is een veel slechter gevolg en veroorzaakt veel meer lijden.  

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 13b, p. 33 
Eigen mening, zorg voor een onderbouwing!  

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 14a, p. 33 
Het doel is een vrediger wereld; de middelen: oorlog.  

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 14b, p. 33 
Het totale geluk (doel) zou moeten toenemen. Daarbij accepteert Bush dat dit gebeurt door een middel dat op zich genomen slecht is namelijk door het voeren van oorlog (de middelen).  

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 14c, p. 33 
Klassiek voorbeeld is hier de tirannenmoord. Een moord is normaal gesproken een slechte handeling maar in geval van een moord op een tiran wordt waarschijnlijk voorkomen dat er nog meer onschuldige slachtoffers vallen als gevolg van het tirannenbewind. Het blijft overigens altijd maar de vraag of de opvolger niet een nog groter misdadiger is.

Een ander voorbeeld (in de vorm van een ethische vraag): mag men een gevangen terrorist martelen om informatie af te dwingen over op handen zijnde aanslagen? Een utilistische redenering zal hier wellicht 'ja' antwoorden. 

Slide 23 - Tekstslide

Weektaak: 


Leerwerk: lezen Hfdst 2 Ethiek, par. 3 en 4
Maakwerk: opdracht 12 tm 21
LVB: LVB-Opdracht 3.2: Essay Arm en rijk (zorg ervoor de je je eerder gemaakt essay/PO uitprint en in je LVB plakt)

Slide 24 - Tekstslide