Romaans Gotiek

                   ROMAANS & GOTIEK
                                                                                            OEFENEN VOOR DE TOETS
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 12 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

                   ROMAANS & GOTIEK
                                                                                            OEFENEN VOOR DE TOETS

Slide 1 - Tekstslide

Tegen ca. 1000 was bijna heel West-Europa bekeerd tot het __________________. Hoewel de het bestuur van Kerk en staat gescheiden was, probeerde de __________________ overheid greep te krijgen en te houden op de koningen en de benoeming van de keizers. Andersom deden ook de wereldlijke heersers hetzelfde met de benoemingen van geestelijken. Het was ook niet ongebruikelijk dat het geestelijke ambt overgeërfd werd van vader op zoon. Daarnaast was de kerk verantwoordelijk voor ________________ en opvoeding van burgers. Op die manier werd het hele culturele leven doordrongen van het christelijke _________________.
SLEEPVRAAG - VUL IN
christendom
kerkelijke
scholing
geloof

Slide 2 - Sleepvraag

Tijdens de middeleeuwen rond het jaar 1000 ontwikkelde men een bouwstijl die beïnvloed was door de ______________, maar toch uitgroeide tot een eigen stijl: de Romaanse stijl.

Slide 3 - Open vraag

Op welke manieren werden aan de ongeletterde gelovigen de Bijbelverhalen duidelijk gemaakt?

Slide 4 - Open vraag

Vanaf de elfde eeuw, het begin van het romaans in de architectuur, worden de kerken steeds groter. 
Wat is daarvan de reden geweest?

Er breekt een periode van rust en welvaart aan, waardoor de steden beginnen te groeien. Onder invloed van de Kerk maken veel mensen pelgrimstochten naar de heilige steden (o.a Rome, Santiago de Compostella). De toenemende bevolking en pelgrims hebben behoefte aan steeds grotere kerken. Bovendien waren de burgers trots op hun steden en een kathedraal was een statussymbool waarmee een stad zich onderscheidde.

Slide 5 - Tekstslide

Welke bewering hoort niet bij een bedevaart (pelgrimstocht)?

Bedevaart - Een reis naar een plaats waar een heilige of een bijzondere gebeurtenis wordt herdacht.
A
Met de bedevaart beoogde men een verdieping van het geloofsleven, de devotie, of een verdieping van de kennis van het geloof.
B
De bedevaart was de enige manier om rechtstreeks in de hemel te komen bij het laatste oordeel.
C
De bedevaart kon als straf worden opgelegd door een stadsbestuur aan misdadigers voor een vergrijp of misdaad.
D
De bedevaart kon een boetedoening zijn voor zonden. En je kon er een aflaat* mee verdienen. *kwijtschelding van een tijdelijke straf na de dood.

Slide 6 - Quizvraag

1
4
Apsis
koor
kooromgang
straalkapellen
viering/kruising
dwarsschip/transept
middenschip
zijbeuk
narthex

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is de functie van het
kooromgang met
straalkappelen?

Slide 8 - Open vraag

Welke uitspraak hoort niet bij een relikwie en reliekhouder?
A
Behalve de eigen parochianen kwamen er ook veel gelovigen uit de omgeving om een volle aflaat te verdienen. Die toeloop van buiten leverde de parochie extra inkomsten op.
B
In een reliekhouder bevinden overblijfselen van een heilige of van een voorwerp dat met Christus of met een heilige in aanraking is geweest.
C
In een reliekhouder bevindt zich de ziel van een heilige. De ziel van een heilige staat voor het 'goed' en kan het kwaad bij een mens verdrijven.
D
Een relikwie is in het bijzonder een stukje van de kleding of van het gebeente.

Slide 9 - Quizvraag

Leg uit waarom romaanse kunstenaars weinig belang hechten aan een realistische weergave van mensfiguren.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Hoe noem je dit soort boekillustraties?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

ROMAANS
GOTIEK
GEWELFBOUW
DUNNERE MUREN
DIKKE MUREN
SPITSBOGEN
RONDBOGEN
GROTE VENSTERS
KLEINE VENSTERS
KRUISRIBGEWELF
SKELETBOUW
TONGEWELF
HORIZONTAAL GEBOUWD
VERTICAAL GEBOUWD
STEUNBEREN
PINAKEL
LUCHTBOGEN
GESLOTEN, LOMP, LOG
OPEN EN SIERLIJK

Slide 14 - Sleepvraag

Hoe heet deze boog die vaak in de
Romeinse, Romaanse en Renaissance
bouwkunst werd toegepast?

Slide 15 - Open vraag

Hoe heet deze boog

Slide 16 - Open vraag

 Nog meer dan tijdens de romaanse periode bloeit tijdens de gotiek handelen welvaart en verwerft de stedelijke burgerij steeds meer macht en invloed. Noem voorbeelden op het gebied van architectuur en schilderkunst waaruit blijkt dat de burgerij steeds belangrijker wordt in de middeleeuwse maatschappij.

In gotische stijl gebouwde stadhuizen, kastelen, stadsmuren en markthallen benadrukken de toenemende macht en rijkdom van de stedelijke burgerij. De opkomende macht van de burgerij wordt ook weerspiegeld in de gotische beeldende kunst, die ______________ wordt. Profane schilderkunst neemt een steeds belangrijker plaats in, met name _________________ komt op.

naturalistischer
portretkunst

Slide 17 - Tekstslide

6

Slide 18 - Video

00:28
Hoe heet dit deel van een kerk?

Slide 19 - Open vraag

00:34
Hoe heet dit deel van een kerk?

Slide 20 - Open vraag

01:21
Hoe heten deze onderdelen van een kerk?

Slide 21 - Open vraag

02:07
Wat is vernieuwend aan het herontwerp van Suger voor deze kerk.

Slide 22 - Open vraag

03:25
Door welke bouwkundige veranderingen kunnen de ramen van deze nieuwe kerk groter worden?

Slide 23 - Open vraag

05:08
Waarom was licht (en materiele schoonheid) belangrijk?

Slide 24 - Open vraag

steunbeer, een gemetselde muurverzwaring om de zijwaartse druk van de kap en eventuele gewelven op te vangen
kruisribgewelf, een gewelf waarbij de kruising van de tongewelven met ribben zijn gemaakt. De ribben hebben een dragende functie.
lichtbeuk, door deze rij vensters valt het licht, dat het schip verlicht
triforium, de smalle gang die onderlangs de vensters van de lichtbeuk loopt / een arcade waarachter zich een loopruimte bevindt
arcade, een reeks van achtereenvolgende bogen die rusten op kolommen
luchtboog, een boog tussen muren en steunbeer om de horizontale krachten over te brengen
kapiteel, bekroning van een pijler
basement, voet van een zuil 
pijler, een steunpilaar
pinakel, spits toelopende, slanke, torenvormige bekroning, vooral bij de steunberen van luchtbogen dient de pinakel ter verzwaring (meer massa betekent beter steunen)

Slide 25 - Tekstslide

Hoe heten deze figuren?

Slide 26 - Open vraag

pilaarfiguren in zuil
los van zuil, meer vrijstaand
emotieloos
meer emoties zoals lachen of lijden
statisch, strak, bewegingloos
dynamischer, houding losser
plooien ter decoratie
lossere plooien

Slide 27 - Sleepvraag

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding goed.

- achtergrond (hoog)
- middengrond (midden)
- voorgrond (laag)



Slide 31 - Tekstslide

Beschrijf de voorstelling.

Slide 32 - Open vraag

Bekijk de afbeelding goed.

vorm, kleur, licht, ruimte,
compositie, materiaal en 
techniek



Slide 33 - Tekstslide

Wat is niet juist met betrekking tot de het vormgevingsaspect ruimte.
A
Verloop van groot naar klein klopt niet.
B
Het pad verloopt had smaller moeten eindigen.
C
Er zijn geen slagschaduwen gebruik.
D
Perspectief is juist toegepast.

Slide 34 - Quizvraag

RUIMTE
Ruimteweergave nog niet helemaal volgens de regels.

1 Verloop van groot naar klein: de oogstende figuren zijn groter dan de paarden/of even groot als zwemmende figuren die veel dichterbij zijn, of: bomen op achtergrond nauwelijks kleiner dan vooraan; de bomen zijn even groot.
2 Geen verkorting naarmate je dichter bij de horizon komt: akker rechtsboven lijkt opgeklapt.
3 Het pad naar het kasteel wordt niet smaller naar achteren toe.
4 Wijkende lijnen in gebouwen lopen niet naar een verdwijnpunt op de horizon.
5 Geen slagschaduwen gebruikt (wel eigen schaduw).

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video