L'adverbe / Het bijwoord

Bonjour!!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!!

Slide 1 - Tekstslide

Buts: 
Aan het einde van deze les, ken je het verschil tussen het bijvoeglijk naamwoord en het bijwoord
en weet je hoe je een bijwoord vormt in het Frans.

Slide 2 - Tekstslide

Een bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over...

Slide 3 - Woordweb

(interessant = intéressant)
C'est un .............. film ...............
A
un film intéressant
B
un intéressant film
C
un film intéressante
D
un intéressante film

Slide 4 - Quizvraag

(sportief = sportif)
Ce sont des ...............garçons ...............
A
des garçons sportif
B
des sportifs garçons
C
des garçons sportifs
D
de garçons sportives

Slide 5 - Quizvraag

(klein = petit)
C'est ma ...............soeur ...............
A
ma soeur petit
B
ma petite soeur
C
ma petit soeur
D
ma soeur petite

Slide 6 - Quizvraag

(mooi = joli)
Ce sont de ...............filles ...............
A
de jolies filles
B
de jolis filles
C
de filles jolies
D
de filles joli

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het verschil?
Il skie bien.
C'est un bon skieur.
Tekst

Slide 8 - Open vraag

Paul est activement recherché
Malheureusement, nous ne pouvons pas aller en vacances
Elle a très mal joué
Sophie est vraiment fatiguée
Joseph est un garçon super sympa!

Slide 9 - Sleepvraag

extrêmement, typiquement, vraiment, heureusement...
Hoe herken jij een bijwoord in het Frans?

Slide 10 - Woordweb

Wat is het bijwoord van "sportif"
A
sportifment
B
sportifement
C
sportivement
D
sportivment

Slide 11 - Quizvraag

Goed of fout?
Il parle poliment
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quizvraag

Goed of fout?
Je parle bon français
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quizvraag

Goed of fout?
il roule lentment
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quizvraag

Goed of fout?
C'est un bon chanteur.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Goed of fout?
il joue mal.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is géén bijwoord?
A
rapidement
B
bien
C
gratuit
D
longtemps

Slide 17 - Quizvraag

Maak van "doux" een bijwoord.
A
douce
B
douxment
C
doucement
D
douxement

Slide 18 - Quizvraag

Bijwoord van gewelddadig

Violent --> ?
A
Violentment
B
Violentement
C
Violemment

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het bijwoord van bon?
A
bien
B
bonnement
C
bonment
D
bienment

Slide 20 - Quizvraag

Adjectif ou adverbe ?
Louise m'a écrit qu'elle n'est pas très …. en Norvège
A
heureuse
B
heureusement
C
heureux
D
heureuses

Slide 21 - Quizvraag

Si tu travailles ………………….., tu vas avoir une bonne note. ​

A
mieux
B
meilleur
C
bon
D
bonne

Slide 22 - Quizvraag

Ta voiture est une ………………….. voiture que ma voiture.​

A
mieux
B
bonne
C
meilleure
D
meilleur

Slide 23 - Quizvraag

Adjectif ou adverbe ?
L’équipe (vrl) des Pays-Bas était …….(goed) .
Elle ne jouait pas …….. (slecht)

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Questions?

Slide 28 - Tekstslide