U2 14 juni tellen en el alfabet

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansWOStudiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:00
Mira la imagen en bedenk wat jullie vandaag in de Spaanse les gaan leren/doen.
Escribe en español

Slide 2 - Woordweb

Na deze les kun je in het Spaans
tellen t/m 100 en kun je je naam en achternaam spellen.

Slide 3 - Tekstslide

Hoy en clase
La clase anterior
La preparación para la clase (los deberes)
Contar hasta 100
El alfabeto/abecedario
La evaluación
La preparación para la siguiente clase

Slide 4 - Tekstslide

La clase anterior

Slide 5 - Tekstslide

timer
1:00
Escribe en holandés las actividades de la clase anterior

Slide 6 - Woordweb

Beantwoord deze 4 vragen in het Nederlands:
Hoe ging je mondeling?
Had je je goed voorbereid?
Was je erg zenuwachtig?
Ben je tevreden over je cijfer, waarom wel/niet?
timer
3:00

Slide 7 - Open vraag

Zet in meervoud:
1. un ordenador
2. la botella
3. el sol
4. una posición
5. la emperatriz
timer
3:00

Slide 8 - Open vraag

Zeg of de woorden mannelijk of vrouwelijk zijn
1. silla
2. ordenador
3. problema
4. posibilidad
5. posición
timer
3:00

Slide 9 - Open vraag

timer
1:00
¿Tienes preguntas sobre la preparación para hoy o sobre el examen de español?

Slide 10 - Woordweb

Contar hasta 100

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf de getallen op die je al kent van het Spaans van 0-10
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Contar en español
Bekijk en luister het volgende fragment.
Het gaat over het tellen in het Spaans.
Zorg ervoor dat je goed luistert, want daarna krijg je een opdracht.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

timer
2:00
Wat valt je op aan de getallen in het Spaans bij 20 en 30 bijvoorbeeld?

Slide 16 - Woordweb

Contar en español
Als je de getallen 1 t/m 10 goed leert in het Spaans en de tientallen dan kun je al tellen in het Spaans.
Let op: bij 20 is er iets aan de hand.
21: vientiuno
en er zit dus een i er tussen.
De getallen schrijf je aan elkaar.
Vanaf dertig is het los van elkaar met het woord y er tussen (dat bekent en).
31: treinta y uno

Slide 17 - Tekstslide

Contar en español
Je krijgt zo dadelijk weer de afbeelding van de getallen. 
Leer deze in 5 minuten uit je hoofd.
leer eerst 1 t/m 20 uit je hoofd
daarna de tientallen
veinte
treinta
cuarenta etc.

Slide 18 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Escribe los números en español:
a) 6
b) 15
c) 22
d) 98
timer
2:00

Slide 20 - Open vraag

Ik kan tellen t/m 100 in het Spaans.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Ik weet hoe je 20 t/m 30 moet schrijven in het Spaans.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik kan de getallen 1 t/m 100 in het Spaans uitschrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

El alfabeto/abecedario

Slide 24 - Tekstslide

timer
1:00
Welke letters zou het Spaanse alfabet hebben als je zo denkt aan woorden als Sevilla, España, chorizo

Slide 25 - Woordweb

el alfabeto en español
Bekijk en luister het volgende fragment.
Het gaat over het Spaanse alfabet
Zorg ervoor dat je goed luistert, want daarna krijg je een opdracht.

Slide 26 - Tekstslide

El abecedario/el alfabeto
Zo dadelijk ga je zien hoe de letters worden genoemd in het Spaans.
Zorg ervoor dat je dat hard op voorleest, zodat je het gaat onthouden.
Daarna krijg je 4 minuten de tijd om de letters te onthouden.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

¿Cómo se deletrea tu nombre?
Hoe spel je je naam?
Mi nombre se deletrea eme -u- eñe- o- zeta
Escribe en español
timer
2:00

Slide 29 - Open vraag

¿Qué palabra es? Welk woord is het?
1. efe - o - te - o
2. hache - o - te - e- ele
3. che- o - ere - i - zeta - o
4. jota - a - eme - o - ene
timer
2:00

Slide 30 - Open vraag

Ik kan het alfabet in het Spaans zeggen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Ik kan mijn naam spellen in het Spaans
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

¿Qué quieres hacer en la última (=laatste) clase de español? Escribe en holandés.

Slide 33 - Open vraag

La preparación para el lunes
Leer alle stof voor de Spaanse toets (zie toetsoverzicht in teams).
Schrijf vragen op en stel je ze in de les.
Leer ook goed ir a + heel werkwoord en de onregelmatige werkwoorden zoals querer en poder o.a.
Leer de getallen 1 t/m 100 ook uitgeschreven.
Leer het alfabet in het Spaans.
Leer de zinnen om je naam te spellen.

Slide 34 - Tekstslide