3.1 Wereldwijde luchtstromen

Leerdoelen
De leerling kan het begrip luchtdruk uitleggen.
De leerling kan uitleggen hoe luchtdruk gemeten wordt.
De leerling kan de kenmerken van het weer bij hoge en lage luchtdruk verklaren.
De leerling kan de windrichting op aarde uitleggen.
Blz. 10 in het stencil
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
De leerling kan het begrip luchtdruk uitleggen.
De leerling kan uitleggen hoe luchtdruk gemeten wordt.
De leerling kan de kenmerken van het weer bij hoge en lage luchtdruk verklaren.
De leerling kan de windrichting op aarde uitleggen.
Blz. 10 in het stencil

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Wereldwijde luchtstromen
Luchtdruk

Luchtcirculatie

Buys Ballot

ITCZ

Pasaatwinden

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ontstaan seizoenen?
A
Door het draaien van de aarde om zijn as
B
Door de maan
C
Door het draaien van de aarde om de zon
D
Door zeestromen

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor klimaat heeft Nederland?
A
Woestijnklimaat
B
Landklimaat
C
Toendraklimaat
D
Gematigd zeeklimaat

Slide 4 - Quizvraag

Luchtdruk
Lucht weegt niet veel, 1 liter lucht weegt 1,3 gram. Een luchtkolom in de atmosfeer heeft een gewicht en veroorzaakt daardoor een druk op het aardoppervlak.  dit noem je luchtdruk

Blz. 10 in het stencil

Slide 5 - Tekstslide

Wat is luchtdruk?
  • Luchtdruk => het gewicht van de lucht dat op de aarde drukt.
  • Je hebt hoge drukgebieden en lage drukgbieden

Slide 6 - Tekstslide

Lage- en hogedrukgebieden

Slide 7 - Tekstslide

Lage druk
Lage druk = stijgende lucht
Symbool op de kaart = L

Welk weertype hoort bij L?
- wolken
- neerslag
- koel in de zomer
- zacht in de winter

Slide 8 - Tekstslide

Hoge druk 
Hoge druk = dalende lucht
Symbool op de kaart = H


Welk weertype hoort bij H?
- geen bewolking
- warm in de zomer
- koud in de winter


Slide 9 - Tekstslide

Algemene regels
Warme lucht (lage druk) stijgt op
Lucht stroomt altijd van hoge naar lage druk

Schrijf op!!

Slide 10 - Tekstslide

Waar in het plaatje is het warm?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Hogedrukgebied - minimum (-)
  • Gebieden met weinig luchtdeeltjes
  • Formatie: hoge temperaturen + botsende winden
    Zomer:
  • hoge temperaturen + vochtig/regen
     Winter:
  • zachte winter + sneeuw/hagel

Blz. 10 in het stencil

Slide 13 - Tekstslide

Wet van Buys Ballot (corioliseffect)
Vul aan:
Wind waait altijd van een hoge drukgebied naar een lage drukgebied. Hierbij heeft de wind een afwijking doordat de aarde draait
Op het zuidelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar links
Op het noordelijk halfrond heeft de wind een afwijking naar rechts

Slide 14 - Tekstslide

Hogedrukgebied - Maximum (+)
  • Gebieden met veel luchtdeeltjes
  • Formatie: Lage temperaturen
  • Weer: 
     Zomer: 
  • hoge temperaturen + droog
     Winter:
  • Lage temperaturen + droog
Blz. 10 in het stencil

Slide 15 - Tekstslide

Evenwicht op aarde
Om in evenwicht te blijven bewegen luchtmoleculen uit het hoge drukgebied naar het lage druk gebied. Deze beweging noemen we wind.
Blz. 10 in het stencil

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Verdeling Lage- en Hogedrukgebieden over de aarde

Slide 19 - Tekstslide

Lucht circulatie
constante hogerluchtdruk en constante lage luchtdruk op stabiele plekken

Op het aardoppervlak stroomt de lucht dus van hoge luchtdruk gebieden naar de lage luchtdruk gebieden

Slide 20 - Tekstslide

Coriolis effect
Op het aardoppervlak stroomt de lucht dus van hoge luchtdruk gebieden naar de lage luchtdruk gebieden

Door de draaiing van de aarde krijgt de windstroom een afwijking. 

Op het noordelijk halfrond naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links
(gezien vanuit windstroom)

Slide 21 - Tekstslide

Coriolis effect
Het Coriolis effect op luchtstromen heet ''De wet van Buys Ballot)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Atmosferische circulatie
Wet van Buijs Ballot:
  1. lucht stroomt van hoge druk naar lage druk
  2. De wind heeft een afbuiging door het corioliseffect
NH noordelijk halfrond -> rechts
ZH  zuidelijk halfrond -> links

Slide 24 - Tekstslide

Wat is een dan een passaat?

Slide 25 - Tekstslide

Passaat
Passaat: wind tussen 30 graden en evenaar. 
Dit is een oostelijke wind die van het subtropisch hogedruk gebied naar de evenaar waait. 


Slide 26 - Tekstslide

Einde Uitleg
Maak 3.1

Slide 27 - Tekstslide