Welkom, kennismaken & waarom Nederlands

Python intro
Programming basics-II
Les 3 / Week 7a
Kennismaken, 'daarom Nederlands', naamdicht & huisregels
Nederlands
Les 1 / Week 1a
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Python intro
Programming basics-II
Les 3 / Week 7a
Kennismaken, 'daarom Nederlands', naamdicht & huisregels
Nederlands
Les 1 / Week 1a

Slide 1 - Tekstslide

Doelen deze les
  • Je maakt kort kennis met je docent en met je klasgenoten.
  • Je schrijft een naamdicht, waarin je iets over jezelf vertelt. 
  • Je ervaart het belang van goed kunnen communiceren. 
  • Je benoemt de belangrijkste doelen van het schoolvak Nederlands. 
  • Je vertaalt de belangrijkste huisregels en afspraken in je eigen woorden. 
  • Je beschrijft wat jou gaat helpen om in de lessen Nederlands effectief te kunnen werken.

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • 5 min. Opstart en presentie.
  • 5 min. Even voorstellen.
  • 5 min. Vraag maar raak!
  • 10 min. Naamdicht. 
  • 15 min. Het vak Nederlands. + communicatiespel.
  • 10 min. Opdracht huisregels. 
  • 5 min. Afsluiten les.

Slide 3 - Tekstslide

Nederlands
Engels
Duits
Frans
Italiaans

Slide 4 - Tekstslide

Open vraag
Gesloten vraag
Controle vraag
Suggestieve vraag
Waarom heb je voor SD gekozen?
Jij hebt zeker tot diep in de nacht zitten gamen?
We hebben maandag om 10 uur een afspraak toch?
Speel je Fifa of Minecraft?

Slide 5 - Sleepvraag

Vraag maar raak!

Slide 6 - Woordweb

Naamdicht/ lettervers / acrostichon
Wat is een naamdicht/ acrostichon?

Bekendste voorbeeld? (Hint: Volkslied)

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Je maakt jouw eigen naamdicht. 

Schrijf je naam als volgt op: 
J
o
e
p

Elke letter van je naam is de eerste letter van een dichtregel. 
Elke regel zegt iets over jou. 
[Maak evt. eerst een mind-map/ lijstje met associaties over jezelf].

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Je naam + een taal die jij beheerst (spreekt, leest, schrijft of verstaat) naast het Nederlands.

Slide 10 - Tekstslide

Afhankelijk van je doel maak je gebruik van verschillende soorten vragen:
• Open vragen
Met een open vraag verwacht je meer informatie te krijgen. Ze zijn bedoeld om de ander te laten praten. Bijvoorbeeld: 'Hoe komt dat?', 'Wat gebeurde er?'

• Gesloten vragen
Dit zijn vragen die je met 'ja' of 'nee' kunt beantwoorden. Ze zijn geschikt om de richting van een gesprek te bepalen Bijvoorbeeld: 'Woon je nog steeds in Amsterdam?', 'Heb je een baantje?'

• Controlevragen
Een controlevraag is bedoeld om erachter te komen of je elkaar goed begrepen hebt. Bijvoorbeeld: 'Klopt dat?'

• Suggestieve vragen
Dit zijn vragen waar (een deel van) het antwoord al in zit. Met deze vragen probeer je je gesprekspartner te beïnvloeden. Bijvoorbeeld: 'Denk je niet dat dit de beste manier is?

Slide 11 - Tekstslide

Kennismaken
  • Je gaat met je klasgenoot in gesprek. 
  • Tijdens het gesprek stel je verschillende soorten vragen. 
  • Na het gesprek kun je in het kort je klasgenoot aan de rest van de klas voorstellen. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Soorten vragen
  • Open vragen
  • Gesloten vragen
  • Controle vragen
  • Suggestieve vragen
Onderwerpen
  • Naam + betekenis/herkomst
  • Leeftijd
  • Woonplaats
  • Welke talen beheers je
  • Hobby's
  • Leuke weetjes
  • enz. 

Slide 14 - Tekstslide

2 kenmerkende dingen die je over je klasgenoot te weten bent gekomen

Slide 15 - Open vraag

Het vak Nederlands.

Slide 16 - Woordweb

Wat maakt Nederlands belangrijk, denk jij?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Communicatiespel
  • 1 student verlaat het lokaal voor korte tijd
  • overige studenten bekijken een afbeelding
  • student komt terug in het lokaal
  • student stelt vragen om uiteindelijk de afbeelding na te kunnen tekenen

Slide 19 - Tekstslide

timer
2:00

Slide 20 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Daarom Nederlands

Slide 22 - Tekstslide

Planning les 07-02-2024
  • Naamdicht
  • Doel NL bij SD
  • Opdracht interpretatie huisregels (weekcheck 1, aanvullen)
  • Biografie & autobiografie
  • Huiswerk & volgende les

Slide 23 - Tekstslide

Daarom Nederlands?

Slide 24 - Tekstslide

Daarom Nederlands

Slide 25 - Tekstslide

Einddoel Nederlands
Taalniveau 2F naar 3F 
  • Langere teksten met langere zinnen
  • Grotere woordenschat
  • Onderwerpen van buiten eigen leefwereld
  • Meningen met onderbouwing (argumenten)

Slide 26 - Tekstslide

Einddoel Nederlands
4 Examens
  • Centraal Examen: Lezen & Luisteren (Blok C = begin jaar 2)
  • Instellingsexamen Schrijven: 2 schrijfopdrachten (Blok D = 2e helft jaar 2)
  • Instellingsexamen Gesprek voeren: gesprek met examinator (Blok E = begin jaar 3)
  • Instellingsexamen Spreken: presentatie/monoloog (Blok E = begin jaar 3)

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga zelfstandig aan de slag. Stel vragen wanneer nodig. 
  • Maak de opdracht 'Interpretatie huisregels' --> Zie It's Learning. 
Klaar?:
  • Beantwoord voor jezelf de vraag: Wat is een biografie?
  • Zoek een biografie van een persoon die jou inspireert. Neem deze biografie de volgende les mee (geprint, boek uit de bibliotheek, boek uit de boekenkast, PDF, website, enz.). 
  • Denk ook na en noteer voor jezelf waarom je deze persoon hebt gekozen.

Slide 28 - Tekstslide

Interpretatie huisregels
  • Lees voor jezelf de 3 hoofdregels.
  • Lees vervolgens van elke hoofdregel de toelichting.
  • Welke regel vind jij het belangrijkst en waarom? Beschrijf de regel ook in je eigen woorden, hoe interpreteer jij 'm? 
  • Welke regel zou je willen aanvullen en waarom?
  • Welke regel zou jij willen schrappen en waarom? Beschrijf de regel ook in je eigen woorden, hoe interpreteer jij 'm? 
  • Hoe zorg jij ervoor dat jij en je klasgenoten prettig kunnen werken bij Nederlands? 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk & volgende les:
Huiswerk:
  •  Afmaken naamdicht + afmaken opdracht huisregels --> inleveren via It's Learning (weekcheck 1)

Volgende les: 
  • Opdracht autobiografie. Wat ga jij over jezelf vertellen? Wat wil jij van je klasgenoten weten?

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk & volgende les:
Huiswerk:
  • Afmaken naamdicht + inleveren via It's Learning. 
  • Opdracht huisregel lezen. 
  • Beantwoord voor jezelf de vraag: Wat is een biografie? 
Volgende les: 
  • Naamdichten delen. 
  • Uitleg opdracht huisregel. 
  • Wat is een biografie? 
  • Kenmerken biografie. 
  • [Uitleg opdracht taal(auto)biografie.]

Slide 32 - Tekstslide

Doelen deze les
  • Je maakt kort kennis met je docent en met je klasgenoten.
  • Je herkent verschillende soorten vragen. 
  • Je ervaart het belang van goed kunnen communiceren. 
  • Je benoemt de belangrijkste doelen van het schoolvak Nederlands. 
  • Je vertaalt de belangrijkste huisregels en afspraken in je eigen woorden. 
  • Je beschrijft wat jou gaat helpen om in de lessen Nederlands effectief te kunnen werken. 

Slide 33 - Tekstslide

Wat heb je af en ingeleverd vóór het begin van de volgende les? 

Welke vraag heb je de volgende beantwoord?

Slide 34 - Tekstslide

Licentie Taalblokken
  • MBO webshop (studentenportaal)
  • !!!!3e editie!!!!
  • Ook nodig voor Engels (combinatielicentie)
  • Keuze uit 3, 6 of 12 maanden 
  • Inloggegevens/accountgegevens goed opslaan! 

Slide 35 - Tekstslide

Noem 4 soorten vragen die je kunt stellen in een gesprek:

Slide 36 - Open vraag

Ik weet wat ik moet doen om in week 2 mijn licentie voor Taalblokken te kunnen activeren.
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Afspraken bij Nederlands
  • Telefoon: 1 waarschuwing, 2e waarschuwing = telefoon inleveren op mijn bureau voor de rest van de les. 
  • Bij klassikale interactie --> geen oortjes, geen koptelefoons, actieve & open houding.
  •  Niet eten in de klas. Drinken = alleen water. Dus GEEN =energiedrank of andere sterk geurende dranken.
  • Je hebt altijd een pen + kladpapier/collegeblok of iets dergelijks bij je. 

Slide 38 - Tekstslide

Wat is in jouw eigen woorden voor jou de belangrijkste huisregel?

Slide 39 - Open vraag