Les 4 §7 Het voorzetsel

Welkom klas C1th1
Programma:
  • Lezen (10 minuten)
  • Nakijken huiswerk opdracht 1 t/m 5 van §5 van grammatica (p.208)
  • Theorie §7 voorzetsel
  • Aan de slag.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas C1th1
Programma:
  • Lezen (10 minuten)
  • Nakijken huiswerk opdracht 1 t/m 5 van §5 van grammatica (p.208)
  • Theorie §7 voorzetsel
  • Aan de slag.

Slide 1 - Tekstslide

Pak je huiswerk voor je.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

§7 Voorzetsel

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je een  voorzetsel: 
  • herkennen;
  • gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

Voorzetsels (VZ)
VZ geven aan: 
  • een plaats (waar?) - in de kast
  • een tijd (wanneer?) - tijdens de pauze
  • een reden/oorzaak (waarom/waardoor?) vanwege de regen

VZ staan: 
  • meestal vóór een woord of een woordgroep - Hij werkt bij een supermarkt.
  • soms achter een woord of woordgroep  - Hij liep de weg op.

Slide 6 - Tekstslide

Voorzetsels (VZ)

Voorzetsel in vaste combinatie met werkwoord:
  • hopen op;
  • denken aan;
  • genieten van;


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Pak je Chromebook
Doe mee!

Slide 9 - Tekstslide

Wat is geen voorzetsel?
A
Tijdens
B
eerste
C
achter
D
langs

Slide 10 - Quizvraag

Wat is geen voorzetsel?
A
Links
B
Uit
C
Op
D
Boven

Slide 11 - Quizvraag

We kijken samen naar voetbal op de televisie
Sleep het vinkje naar het voorzetsel!

Slide 12 - Sleepvraag

Zet het juiste voorzetsel in de zin.
Is jouw voetbaltrainer ook zo trots ... zijn team?
op
achter
met
bij
tegen
aan

Slide 13 - Sleepvraag

Zet het juiste voorzetsel in de zin.
Ben jij bang ... spinnen?
op
achter
voor
bij
tegen
aan

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is het voorzetsel?
Ik ga bij mijn vriend voetballen.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het voorzetsel?
Mijn fiets staat tegen de schutting.

Slide 16 - Open vraag

Wat is het voorzetsel?
Let op, het zijn er 2!
Na schooltijd fiets ik langs de bakker.

Slide 17 - Open vraag

Wat is het voorzetsel?
Mijn vader fietst ..... het donker.

Slide 18 - Open vraag

Vul een voorzetsel in!
We zijn ..... Brussel gereden.

Slide 19 - Open vraag

De ondernemende peuter kroop … de tafel
Welk voorzetsel kun je hier neerzetten?

Slide 20 - Open vraag

Vul aan met een voorzetsel!
Wij zorgen ... de taart.

Slide 21 - Open vraag

Vul aan met een voorzetsel!
Zij twijfelen ... zijn eerlijkheid.

Slide 22 - Open vraag

Vul aan met een vast voorzetsel!
We hebben een hekel ... huiswerk.

Slide 23 - Open vraag

Vul aan met een vast voorzetsel!
Zij geven aanleiding ... ruzie.

Slide 24 - Open vraag

Haal alle voorzetsels uit de volgende zin!

De kleine kinderen van mijn collega zijn bezig met een prachtige tekening.

Slide 25 - Open vraag

Haal alle voorzetsels uit de volgende zin:

Mijn vader zit te vissen, want hij mag niet naar zijn werk.

Slide 26 - Open vraag

Maak een zin met 2 voorzetsels.

Slide 27 - Open vraag

Huiswerk maandag 22-1-2024
  • Leren §1, §3 en §5
  • Maken opdracht 1 t/m 5 van §7 van grammatica (p.212 en 213)
  • NEEM JE LEESBOEK MEE!

Slide 28 - Tekstslide

Les 4 §7 Het voorzetsel

Slide 29 - Tekstslide