De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord meestal achter het zelfstandig naamwoord.
Het is een Franse acteur.
C'est un acteur Français.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord meestal achter het zelfstandig naamwoord.
Het is een Franse acteur.
C'est un acteur Français.

Slide 1 - Tekstslide

De volgende bijvoeglijknaamwoorden staan altijd voor het zelfstandig naamwoord.
- bon ( goed/ lekker)
- grand ( groot)
- petit ( klein)
-premier ( eerste)
-dernier ( laatste)
- joli ( mooi)
- jeune ( jong)
vieux ( oud)
nouveau ( nieuw)
mauvais ( slecht)
long ( lang)
beau ( mooi)


Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden
Het is een jonge influencer.
C'est un jeune influenceur.

Hij heeft een nieuw boek.
Il a un nouveau livre

Het is is een klein meisje.
C'est une petite fille

Slide 3 - Tekstslide

hollandais
joli
beau
blanc
petit
noir
Voor het zelfstandig naamwoord
Na het zelfstandig
naamwoord

Slide 4 - Sleepvraag

Een slecht bericht


A
un mauvais message
B
un message mauvais

Slide 5 - Quizvraag

de eerste prijs.
A
Premier prix
B
prix premier

Slide 6 - Quizvraag

De Hollandse kaas.
A
Le fromage hollandais
B
le hollandais fromage

Slide 7 - Quizvraag

Een franse stad.
A
une française ville
B
Une ville française

Slide 8 - Quizvraag

Ik heb veeen geniaal boek.
A
Un livre de génie
B
Un génie de livre
C
Un génie livre

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb veel broers.
A
j'ai de frères beaucoup
B
j'ai beaucoup de frères

Slide 10 - Quizvraag

Een groot meisje.
A
Une grande fille
B
Une fille grande

Slide 11 - Quizvraag

Een slecht rapport.
A
Un rapport mauvais
B
Un mauvais rapport

Slide 12 - Quizvraag

Een mooie website.
A
Un beau site internet
B
Un site internet beau

Slide 13 - Quizvraag

Een mooi boek

Slide 14 - Open vraag

Een zwarte kat.

Slide 15 - Open vraag

Een intelligent meisje.

Slide 16 - Open vraag

Een groot huis.
A
Une grande maison
B
Une maison grande

Slide 17 - Quizvraag