V3 Paragraaf 6.2 Metalen

6.2 Metalen
Eigenschappen van metalen 
Macroniveau verklaren met behulp van het microniveau
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.2 Metalen
Eigenschappen van metalen 
Macroniveau verklaren met behulp van het microniveau

Slide 1 - Tekstslide

Geleidt in vaste en vloeibare fase
Geleidt alleen in vloeibare fase
Geleidt niet
Sn
Cu
Zn
SnCl2 (tinchloride)
C18H36O2 (Kaarsvet)
I2 (Jood)
NaCl (keukenzout)

Slide 2 - Sleepvraag

Geleidbaarheid van stoffen
  • Metalen geleiden in vaste en vloeibare toestand.
  • Zouten geleiden alleen in vloeibare toestand.
  • Moleculaire stoffen geleiden niet.

Slide 3 - Tekstslide

Stroomgeleiding 
  • Eigenschap op macroniveau
  • Macroniveau = waarneembaar niveau

  • Wordt veroorzaakt door deeltjes op microniveau
  • Voor stroomgeleiding moeten er geladen deeltjes aanwezig zijn die vrij kunnen bewegen
  • Microniveau = niveau van de deeltjes 

Slide 4 - Tekstslide

Gemeenschappelijke eigenschappen metalen
  • Als ze zuiver zijn hebben ze een glimmend oppervlak
  • Geleiden warmte en elektrische stroom
  • Kunnen worden vervormd (zeker als ze heet zijn)
  • Kunnen in gesmolten toestand worden gemengd met andere metalen 

Slide 5 - Tekstslide

atoomkern
  • bestaat uit positief geladen protonen
  • het atoomnummer is gelijk aan het aantal protonen
  • neutronen houden de positief geladen deeltjes bij elkaar
  • protonen en neutronen hebben massa (massagetal)

Slide 6 - Tekstslide

elektronen
  • zijn negatief geladen deeltjes
  • het atoomnummer is gelijk aan het aantal protonen en het aantal elektronen.
  • elektronen hebben geen massa

Slide 7 - Tekstslide

elektronenschillen
  • een elektronenschil is een baan waarin een elektron zich meestal bevind.
  • per schil kunnen er een beperkt aantal elektronen aanwezig zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Atoommodel van Bohr voor natrium
  • Buitenste schil heeft 1 valentie-elektron
  • Een metaalatoom kan dit elektron loslaten en wordt positief geladen: heet dan een ion: Na+

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De bouw van vaste stoffen: Metaalrooster
  • Bij metalen zijn metaalatomen gestapeld in een metaalrooster.
  • Resultaat: metaalrooster met positieve metaalionen, omringd door negatieve vrije bewegende elektronen.
  • Metaalbinding (micro) is sterk -> hoog smeltpunt (macro).

Slide 12 - Tekstslide

Geleiding van metalen
  • In vaste toestand zijn er vrij bewegende negatief geladen elektronen: dus geleiding
  • In vloeibare toestand zijn positieve metaalionen ook vrij bewegend: dus geleiding

Slide 13 - Tekstslide

Vervormbaarheid van metalen
  • Bij vervormen van een metaal verander je het metaalrooster, maar het patroon verandert nauwelijks. 
  • De aantrekkingskracht blijft er, dus het metaal vervormt en breekt niet.

Slide 14 - Tekstslide

Ik snapte wat er uitgelegd werd in de instructie
Ja
Ik heb niet opgelet
Ik heb wel opgelet, maar vond het lastig
Ik wil nog wat vragen stellen

Slide 15 - Poll

Wat nu verder?
Zelf de rest van de paragraaf lezen: 
  • Verschillen tussen metalen en legeringen
  • Opdrachten maken:       
    havo:  7, 8, 9, 13, 14, 15, 17, 18
    vwo: 7 t/m 15, 17 t/m 19a
  • Practicum 6.3 metalen in water

Slide 16 - Tekstslide