Oefenopdracht H5, 2017-II tekst 3 en 4

In de voorliggende periode hebben jullie twee betogen geschreven. Benoem in het woordweb op de volgende dia de onderdelen van een betoog en waar je allemaal op moet letten bij het schrijven van een betoog.
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

In de voorliggende periode hebben jullie twee betogen geschreven. Benoem in het woordweb op de volgende dia de onderdelen van een betoog en waar je allemaal op moet letten bij het schrijven van een betoog.

Slide 1 - Open vraag

betoog schrijven

Slide 2 - Woordweb

Lees tekst 3 'Ban de barbecue uit het Vondelpark' op pagina 150 van de examenbundel en maak de vragen.

Slide 3 - Open vraag

Wat is de relatie tussen alinea 1 en 2?
Alinea 2
A
bevat een toelichting bij de algemene uitspraak in alinea 1
B
geeft een oorzaak voor het gevolg in alinea 1
C
noemt een middel voor het doel in alinea 1
D
schetst een oplossing voor het probleem in alinea 1

Slide 4 - Quizvraag

In alinea 2 tot en met 6 is er sprake van een nevenschikkende argumentatie-structuur met drie argumenten. Geef onder elkaar aan: Standpunt: .... /
Argument 1: ..... / Argument 2: .... / Argument 3: ......
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik niet meer dan 40 woorden.

Slide 5 - Open vraag

'Daarom is een barbecueverbod geen symboolpolitiek.' (regel 70-71)
Leg uit waarom het geen symboolpolitiek zou zijn.
Baseer je antwoord op alinea 7. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 20 woorden.

Slide 6 - Open vraag

Lees tekst 4 'Samen het park opruimen is een beter idee' op pagina 152 van de examenbundel en maak de vragen.

Slide 7 - Open vraag

Formuleer het centrale standpunt van tekst 4 in eigen woorden.
Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 15 woorden.

Slide 8 - Open vraag

Je hebt het centrale standpunt van tekst 4 zojuist benoemd. Op welke manier wil de auteur van deze ingezonden brief, Martijn Hoffmans, zijn doel bereiken?

Slide 9 - Open vraag

LET OP: de volgende twee vragen hebben betrekking op beide teksten!

In alinea 5 van tekst 3 wordt een probleem gepresenteerd. Citeer het zinsgedeelte uit tekst 4 dat dit probleem probeert te nuanceren.

Slide 10 - Open vraag

In alinea 6 van tekst 3 wordt gesteld dat er sprake is van een afvalprobleem dat grotendeels door barbecueërs wordt veroorzaakt. In tekst 4 staan twee nuanceringen bij dit probleem.
Welke twee nuanceringen zijn dat? Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 35 woorden.

Slide 11 - Open vraag

SCHRIJFOPDRACHT:
Schrijf nu op basis van beide gelezen teksten een betoog van 250-300 woorden, met als standpunt:
“In het Vondelpark mag wel/niet gebarbecued worden.” (Keuze aan de leerling).


Slide 12 - Open vraag