Oefenexamen Burgerlijke Cultuur Beeldend

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
KUAMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een historiestuk?

Slide 3 - Open vraag

Waarom hadden mensen uit Hof en regeringskringen interesse in historie stukken??

Slide 4 - Woordweb

Waarom had een historiestukken schilder zowel intellectueel als ambachtelijke capaciteiten nodig?

Slide 5 - Woordweb

Het antwoord moet de volgende strekking hebben:
Het historiestuk werd gezien als het 'hoogste' binnen de schilderkunstige genres en/of het historiestuk bevat vaak onderwerpen die kennis van mythologie / bijbel / geschiedenis vereisen (de elite kon vanwege haar status en/of kennis en opleidingsniveau de historiestukken op waarde schatten).
Intellectueel: de schilder van een historiestuk moest kennis hebben van de klassieken / mythologie en/of de bijbel en/of geschiedenis 1
Ambachtelijk: Het historiestuk vereiste van de schilder vaak een (vrijwel) complete beheersing van de 'lagere' schilderkunstige genres (portret, landschap, genre, stilleven), omdat deze samenkomen in het historiestuk

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welke mogelijkheden had de kunstenaar om werk van andere kunstenaars te bestuderen??

Slide 8 - Woordweb

Die antwoordt
− Het bestuderen van werk van andere schilders bij verzamelaars en/of handelaren. 
− Het leren van de werkwijze van zijn leermeester(s) (die uit andere steden kwamen of gereisd hadden). 
− Het ondernemen van studiereizen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

- (compositie): Het historiestuk wordt gekenmerkt door een ordening van hele figuren binnen het vlak van het schilderij. In het genrestuk is sprake van een compositie met nadrukkelijke afsnijdingen.
− (ruimtelijkheid): Het historiestuk wordt gekenmerkt door een vrij ondiepe ruimte waarbij de hoofdfiguren zich op min of meer dezelfde afstand tot de beschouwer bevinden. In het genrestuk is sprake van een duidelijke dieptewerking die bepaald wordt door lijnperspectief en overlapping. − (schildertrant): Het historiestuk is relatief grof geschilderd. Het genrestuk is bijzonder fijn / glad geschilderd.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van Vermeers verkregen vrijheid?

Slide 14 - Woordweb

Wieder eine Antwort
-Vermeer kon zijn onderwerpen zelf kiezen en/of op eigen wijze uitwerken (omdat Van Ruijven Vermeers taferelen blijkbaar waardeerde).
− Vermeer kon zich de vrijheid permitteren lang aan een schilderij te werken (Vermeer had een zekere financiële positie, omdat Van Ruijven steeds werk van hem kocht).

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Citaten uit schilderijen die in de film gebruikt zijn?

Slide 17 - Woordweb

- (het perspectief) de 'voyeur' die positie heeft in een deuropening / achter voorwerpen.
− (de enscenering) interieur met venster waardoor daglicht naar binnenvalt
− (de belichting) 'natuurlijk' daglicht vanuit het venster
− (kleding) de mantel (Vermeer)
− (attribuut) tafel met 'oosters' tapijt
− (het soort handeling) een alledaagse handeling die geconcentreerd wordt uitgevoerd

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Benoem twee inzichten die de camera obscura schilders kan bieden?

Slide 20 - Open vraag

Schilders kunnen dankzij de camera obscura (twee van de volgende):
− direct zien hoe de verspreiding van licht (en lichteffecten) in een driedimensionale ruimte wordt vertaald op een plat vlak.
− direct zien hoe driedimensionale objecten in een ruimte zich tot elkaar verhouden op een plat vlak.
− direct het perspectivisch verloop van de driedimensionale ruimte in het platte vlak bestuderen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Het antwoord moet de volgende strekking hebben: De natuurgetrouwe/realistische/'levendige' weergave van de (alledaagse) werkelijkheid in schilderijen werd belangrijker.

Slide 23 - Tekstslide