Sprookje anders 2

Welkom!
Schrijven en spelen
Sprookje anders
Log in: 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Schrijven en spelen
Sprookje anders
Log in: 

Slide 1 - Tekstslide

Planning van vandaag:
  • Lesdoelen
  • Theorie: quiz
  • Uitleg opdracht.
  • Zelfstandig aan het werk.
  • Huiswerk.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
1) Ik kan uitleggen wat de protagonist en de antagonist is in mijn gekozen sprookje.
2) Ik kan een plotvraag verzinnen voor mijn Sprookje Anders. 
3) Ik kan min. 3 dingen opvallend veranderen aan een bestaand sprookje en 4) een start maken met een script.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Wat betekenen deze woorden?
- Plot
- Protagonist
- Antagonist
- Conflict
- Plotvraag

Slide 4 - Tekstslide


Wat is een plot?
A
De inhoud van het verhaal
B
De structuur van het verhaal
C
Het einde van het verhaal
D
Het hoofdpersonage van het verhaal

Slide 5 - Quizvraag


Wat is de plotvraag?
A
De vraag die je stelt bij een plot
B
De vraag waarom er een plot is
C
De vraag die de lezer/kijker bezig houdt
D
De moeilijkste vraag van een quiz

Slide 6 - Quizvraag


Wat is een antagonist?
A
De weerstand van de protagonist
B
Een ander woord voor iemand die steelt
C
Iemand die de personages aankondigt
D
Het personage waar het verhaal om draait

Slide 7 - Quizvraag


Wat is het conflict?
A
Iemand die politieagent wil worden
B
Een ruzie
C
Een probleem dat zich ontwikkelt in de scène
D
Twee botsende strevens

Slide 8 - Quizvraag


Wat is een protagonist?
A
Iemand die tijdens het stuk verdwijnt
B
Die- of datgene waar het verhaal om draait
C
Een personage dat alleen aan het einde voorkomt
D
Het personage dat de antagonist tegenwerkt

Slide 9 - Quizvraag

Sprookje anders
Jullie gaan een start maken met jullie verhaal. Dit is een sprookje dat je al kent, maar jullie maken er een nieuwe, andere versie van. Je maakt het sprookje dus anders. In ieder geval 3 veranderingen zijn opvallend. Je mag het verhaal ook moderniseren.
Bijvoorbeeld: Hans en Grietje verdwalen niet in het bos, maar in Berlijn.  

Slide 10 - Tekstslide

Sprookjes
Hans en Grietje, Sneeuwwitje, Assepoester, Rapunzel, De wolf en de zeven geitjes, Repelsteeltje, De drie biggetjes, Vrouw Holle, Klein Duimpje, de Haas en de Schildpad, Doornroosje, Pinokkio, de Gelaarsde Kat, Het lelijke eendje, Belle en het Beest, of even googlen: dan vind je zo een hele lijst.

Roodkapje mag niet (die gebruik ik vaak als voorbeeld).

Slide 11 - Tekstslide

Sprookje anders
  1. Lees jullie gekozen sprookje, het origineel.  
  2. Bepaal de protagonist, antagonist, conflict en plotvraag.
  3. Bepaal welke drie dingen je verandert aan het verhaal. Bijvoorbeeld: i.p.v. "Roodkapje loopt met een mand door het bos" --> "Roodkapje loopt met een mandje door de Albert Heijn." Je kunt ook het einde veranderen, bijvoorbeeld. Of rollen omdraaien.
  4. Geef het begin, het midden en het eind een titel. Zie voorbeeld op werkblad (SomToday).
  5. Maak een start met het schrijven van je verhaal in scriptvorm. Belangrijk dat je evenveel personages hebt als groepsleden!


Al deze stappen vind je ook terug op het werkblad dat je kunt vinden op SomToday.

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelencheck
1) Ik kan uitleggen wat de protagonist en de antagonist is van mijn gekozen sprookje.
2) Ik kan een plotvraag verzinnen voor mijn Sprookje Anders. 
3) Ik kan min. 3 dingen opvallend veranderen aan een bestaand sprookje en 4) een start maken met een script.

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
1. Sprookje is gekozen. 
2. Je weet welke 3 dingen je in ieder geval (mag ook meer) gaat veranderen.
3. Je hebt de protagonist, antagonist, het conflict en plotvraag bepaald.
4. Je hebt het begin, midden en eind bepaald door middel van een titel.
5. Je hebt een start gemaakt met het script voor jullie Sprookje Anders scène.

Je hebt het werkblad ingeleverd via SomToday vóór de volgende les. 

Slide 14 - Tekstslide