3.2 weerstand en de wet van Ohm

Weerstanden en
de wet van Ohm
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3,4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Weerstanden en
de wet van Ohm

Slide 1 - Tekstslide

Filmpje
Spanning en stroomsterkte meten

Slide 2 - Tekstslide

Voltmeter

Slide 3 - Tekstslide

Ampèremeter

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 1
Neem het schema over in je schrift en teken op de juiste plaats de voltmeter en de ampèremeter.

Slide 5 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 1

Slide 6 - Tekstslide

Geleiders
Sommige materialen laten elektriciteit door. Zo'n materiaal noemen we een geleider.  

Alle metalen zijn goede geleiders. Veel gebruikte geleiders zijn koper, ijzer, tin en staal. Maar ook andere metalen zoals aluminium, zilver, goud en kwik geleiden elektriciteit goed. 

De grijze vulling van je potlood is van grafiet gemaakt. Grafiet geleidt elektriciteit ook erg goed.

Geleiders laten elektriciteit goed door

Slide 7 - Tekstslide

Isolatoren
Bijna alle andere materialen laten elektriciteit niet makkelijk door. 


Dit noemen we een isolator. 


Voorbeelden van isolatoren zijn hout, plastic, rubber, glas, keramiek, steen en vooral lucht.
Isolatoren laten geen elektriciteit door

Slide 8 - Tekstslide

iPad opdracht 2
Geleiders en isolatoren

Slide 9 - Tekstslide

Weerstand
Allerlei stoffen zoals in de afbeelding hiernaast remmen de elektronen maar een beetje af. 
Ze bieden een beetje weerstand tegen de beweging van de elektronen. 
Deze stoffen worden weerstanden genoemd.
Hoeveel de elektronen worden tegenhouden noemen we elektrische weerstand.
Weerstand is hoe makkelijk of hoe moeilijk de elektronen door een materiaal heen bewegen.

Slide 10 - Tekstslide

Wet van Ohm
De elektrische stroomsterkte hangt af van twee dingen:
  • de spanning 
  • de weerstand. 

Spanning kun je vergelijken met de kracht waarmee de elektrische deeltjes vooruit geduwd worden. 

Hoe hoger de spanning, hoe groter de stroomsterkte. 

Hoe groter de weerstand, hoe lager de stroomsterkte. 

Slide 11 - Tekstslide

Wet van Ohm

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Omrekenen

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de spanning over de weerstand?

Slide 15 - Tekstslide

Stappen
1. Gegeven
2. Gevraagd
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord +eenheid

Slide 16 - Tekstslide

Vul de gegevens, de berekening en het resultaat hier in.

Slide 17 - Open vraag

Uitwerking opdracht 1

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf in je eigen woorden op wat een elektrische weerstand is?

Slide 19 - Open vraag

Opdracht 2

Slide 20 - Tekstslide

Vul de gegevens, de berekening en het resultaat hier in.

Slide 21 - Open vraag

Uitwerking opdracht 2
Gegevens:
I = 1,2 A
R= 15 Ohm

Gevraagd:
U

Oplossing:
Spanning = stroomsterkte x weerstand
U = I x R
U = 1,2 x 15
U = 18 V

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 3

Slide 23 - Tekstslide

Vul de gegevens, de berekening en het resultaat hier in.

Slide 24 - Open vraag

Uitwerking opdracht 3

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 4

Slide 26 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 4

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 5

Slide 28 - Tekstslide

Vul de gegevens, de berekening en het resultaat hier in.

Slide 29 - Open vraag

Uitwerking opdracht 5

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht 6

Slide 31 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 6

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht 7

Slide 33 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 7

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht 10

Slide 35 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 10

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht 11

Slide 37 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 11

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht 12

Slide 39 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 12

Slide 40 - Tekstslide

a. Heb je alles van deze les begrepen?
b. Zijn er onderdelen van deze les die je nog niet zo
goed begrijpt of waar je meer uitleg voor nodig hebt?
c. Heb je nog tips of suggesties voor deze les?

Slide 41 - Open vraag