Trappen van vergelijking jaar 1

Trappen van vergelijking
Vandaag gaan we de trappen van vergelijking herhalen. 
Wie weet nog wat dit is?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Trappen van vergelijking
Vandaag gaan we de trappen van vergelijking herhalen. 
Wie weet nog wat dit is?

Slide 1 - Tekstslide

De drie trappen
I am smart, my sister is ... but my mother is ...
I am smart is je begin.
My sister is de vergrotende trap.
But my mother is ... is de overtreffende trap

Slide 2 - Tekstslide

Hoe maak je hem?
Beginnende trap krijgt alleen het bijvoeglijk naamwoord (Smart)
Vergrotende trap krijgt het bijvoeglijk naamwoord + er (Smarter)
Overtreffende trap krijgt  het bijvoeglijk naamwoord + est (Smartest)


Slide 3 - Tekstslide

Zie jij de uitzondering?
My friend is wise, my brother is wiser but my mother is the wisest.

My cat is fat, an elephant is fatter but a whale is the fattest.

Slide 4 - Tekstslide

De uitzonderingen deel 1
Woord eindigt op E? => alleen R of ST 
Large - Larger - Largest

Woord eindigt op klinker ( A,E,I,O,U) + medeklinker? Verdubbel de medeklinker
Big - Bigger - Biggest


Slide 5 - Tekstslide

Zie jij de uitzondering?
I am sleepy, my dog is sleepier but my dad is the sleepiest.

This flower is beautiful, the garden is more beautiful but my house is the most beautiful.

My handwriting is bad, my little brother's is worse but my dad's is the worst!

Slide 6 - Tekstslide

De uitzonderingen deel 2
Eindigt het op een medeklinker + Y?  Voeg IER en IEST toe.
Happy - Happier - Happiest

Heeft het woord 3 of meer lettergrepen? Dan gebruik je more en most.
Beautiful - more beautiful - most beautiful

Sommige woorden hebben hun eigen vorm.
Bad - worse - worst

Slide 7 - Tekstslide

Time to practice!
Nu is het jullie beurt, geef in de volgende slide antwoord op de vragen.
1 van de 3 trappen is weg en het is aan jullie om die in te vullen:
Fast - ..... - Fastest (Faster)

Slide 8 - Tekstslide

Strong - stronger - ....

Slide 9 - Open vraag

... - sweeter - sweetest

Slide 10 - Open vraag

Irritating - ..... - Most irritating

Slide 11 - Open vraag

Good - Better - ...

Slide 12 - Open vraag

Responsible - ... - Most responsible

Slide 13 - Open vraag

... - Funnier - Funniest

Slide 14 - Open vraag

Hard - ..... - Hardest

Slide 15 - Open vraag

Weak - Weaker - ....

Slide 16 - Open vraag

Fair - .... -Fairest

Slide 17 - Open vraag

... - Dumber - Dumbest

Slide 18 - Open vraag

Goed gewerkt!
Als je klaar bent met deze les mag je verder werken aan de lessen van deze week, les 17, 18 en 19.

Slide 19 - Tekstslide