Week 09 - StartRekenen MBO - Afronden en rekenvolgorde

Rekenen
StartRekenen MBO Online
Ondersteunende Vaardigheden 
Niveau 4
Lesweek 9
Afronden
Rekenvolgorde
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rekenen
StartRekenen MBO Online
Ondersteunende Vaardigheden 
Niveau 4
Lesweek 9
Afronden
Rekenvolgorde

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt getallen op de juiste manier afronden
- Je kunt rekenen met kwadraten
- Je kunt machtsverheffen
- Je kunt worteltrekken
- Je kunt de regels van rekenvolgorde toepassen

Slide 2 - Tekstslide

Je kunt getallen afronden. Je kunt bijvoorbeeld afronden op een duizendtal, een geheel getal of op twee decimalen. Je moet dan de afrondregel toepassen.
Afronden van getallen
Een afgerond getal is niet precies hetzelfde als het getal dat je afrondt. 
Je gebruikt daarom het is ongeveer teken (≈).
Afrondregel
Kijk naar het cijfer rechts van het cijfer waarop je wilt afronden.
Is het cijfer kleiner dan 5?
Rond het getal naar beneden af.
Is het cijfer 5 of groter?
Rond het getal naar boven af.
Voorbeeld:
1,64 ≈ 1,6
1,65 ≈ 1,7 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Afgerond op een duizendtal is het aantal inwoners van Brielle 18.000

Slide 6 - Tekstslide

Je wilt het getal 1,637 afronden op 1 decimaal.
Naar welk getal moet je dan kijken?
A
1
B
6
C
3
D
7

Slide 7 - Quizvraag

Je wilt het getal 1,637 afronden op 2 decimalen.
Welk getal wordt dat dan ongeveer?
A
1,64
B
1,63
C
1,6
D
1,7

Slide 8 - Quizvraag

Afronden van getallen in de praktijk
Als je iets precies moet uitrekenen, rond je de getallen alleen af als dat nodig is. 
Je rondt bijvoorbeeld af in de volgende situaties:

  • Als je een geldbedrag krijgt of een bedrag moet betalen, wordt het altijd afgerond op hele centen. Dus op 2 decimalen. 
     
  • Je kunt niet altijd precies de hoeveelheid kopen die je nodig hebt.
    Om te zorgen dat je genoeg hebt, rond je dan naar boven af.
     
  • Als je uitrekent hoeveel glazen je kunt vullen met 1 fles frisdrank, rond je het aantal glazen naar beneden af.


Slide 9 - Tekstslide

Afronden van getallen in de praktijk
Voor € 21,73 kun je 7,5 m² ondervloer kopen. 
1 m² kost dan:  € 21,73 : 7,5 = € 2,897333333333...

Geldbedragen schrijf je altijd met 2 decimalen.
Je kijkt dus naar het cijfer rechts van het tweede getal achter de komma om af te ronden:
€ 2,897333333333 ≈ € 2,90

Slide 10 - Tekstslide

Afronden van getallen in de praktijk
Je gaat een nieuwe ondervloer leggen in jouw slaapkamer. De oppervlakte van jouw slaapkamer is 16,8 m².
 
Hoeveel pakken ondervloer moet je bestellen?
Je deelt de oppervlakte van de kamer door de oppervlakte van een pak ondervloer. 
In een pak zit 7,5 m² ondervloer.
Je hebt dus 16,8 m² : 7,5 m² = 2,24 pakken ondervloer nodig.
 
Je hebt 2,24 pakken ondervloer nodig, maar je kan alleen hele pakken kopen.
Aan 2 pakken heb je niet genoeg, dus je moet 3 pakken kopen.



Slide 11 - Tekstslide

Rekenvolgorde

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Kwadraten
Een kwadraat is een getal vermenigvuldigd met zichzelf. 
Bijvoorbeeld: het kwadraat van 3 == 3 × 3. 

Je schrijft een kwadraat met een kleine 2 rechts boven het getal: 3²

3² = 3 x 3

3² = 9








Slide 14 - Tekstslide

Machten
Bij machten vermenigvuldig je een getal een aantal keer met zichzelf. 
Het kleine getal rechtsboven geeft aan hoe vaak het getal in de keersom voorkomt. 

Bijvoorbeeld: 4³ is 4 × 4 × 4.
Je spreekt 4³ uit als 4 tot de macht 3.

Het uitrekenen van een macht noem je machtsverheffen

4³ = 4 x4 x 4

4³ = 64

Slide 15 - Tekstslide

Wortels
Een wortel is het omgekeerde van een kwadraat. 
Bijvoorbeeld: de wortel van 25 is 5, want 5 past 5 keer in 25. 

Je herkent een wortel aan het wortelteken: 25

Het uitrekenen van een wortel noem je worteltrekken

√25 = 5











Slide 16 - Tekstslide

Rekenvolgorde

Slide 17 - Tekstslide

Zin in een extraatje?
Ga naar https://www.mathler.com/ 
en los de som op.

Slide 18 - Tekstslide

Maken tijdens de les
StartRekenen MBO Werkboek niveau 4
Hoofdstuk 5 (theorie op pagina 52 en 53)
Maak de volgende opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5, 6, en 7
Eindopdracht: 1a, 1b, 1c en 1d + 2a, 2b, 2c en 2d
StartRekenen MBO Online (Groene spaceshuttle)
Ondersteunende vaardigheden | niveau 3 en 4
Afronden en rekenvolgorde
Maak alle onderdelen + de deeltoets
Denk ook aan de voorgaande onderdelen ==>

Alles wat niet af is tijdens de les is huiswerk.

Slide 19 - Tekstslide