H: grammaire & écrire.

Mardi, le 24 juin 2025.
But:
- Ik kan de letters f en v goed uitspreken.
- Ik kan vertellen waar ik woon en wat ik ga doen. 
- Ik kan het werkwoord aller en de futur proche gebruiken. 
- Ik kan schrijven over hoe ik naar school ga en wat ik na schooltijd doe.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Mardi, le 24 juin 2025.
But:
- Ik kan de letters f en v goed uitspreken.
- Ik kan vertellen waar ik woon en wat ik ga doen. 
- Ik kan het werkwoord aller en de futur proche gebruiken. 
- Ik kan schrijven over hoe ik naar school ga en wat ik na schooltijd doe.

Slide 1 - Tekstslide

Cours:

Overhoren: bron A t/m F.
Uitleg: aller & futur proche. 
Zelfstandig werken. 
Evaluatie. 


Devoirs:

N: 19 t/m 22, 23ab, 24, 25.
M: 26, 27, 29 t/m 32.
L: bron A t/m H.

Dinsdag 8 juli: PW chapitre 6.


Slide 2 - Tekstslide

sans
la maison
visiter
d'abord
Tu aimes Cothen?
Dans mon quartier, il y a une boulangerie. 
slapen
het ding
naar het café
laat
Ja, wij gaan naar de bioscoop
Wat gaan we morgen doen?

Slide 3 - Tekstslide

zonder
het huis
bezoeken
eerst
Houd jij van Cothen?
In mijn wijk is er een bakkerij.
dormir
la chose
au café
tard
Oui, on va au cinéma.
Qu'est-ce qu'on va faire demain?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

aller




Sleep de juiste vertaling naar de Franse vorm van ALLER
il/elle va
nous allons
vous allez
ils/elles vont
tu vas
je vais
wij gaan
zij gaan
ik ga
jullie gaan
jij gaat
hij/zij gaat

Slide 6 - Sleepvraag

Aller
Gaan 
Je 
Ik ga
Tu 
Jij gaat
Il / elle  
Hij / zij ga
on 
wij gaan
nous 
wij gaan
vous 
jullie gaan / u gaat
Ils / Elles 
zij gaan
Verbe "Aller" 
vas
va
vont
allons
vais
allez
va

Slide 7 - Sleepvraag

Aujourd'hui
(vandaag)
Hier
(gisteren)
Demain
(morgen)
Présent
passé composé
Futur proche

Slide 8 - Sleepvraag

Uit welke twee elementen bestaat de futur proche in het Frans?
Sleep die  elementen naar de juiste vakjes.
Vorm van het hulpwerkwoord être
Vorm van het hulpwerkwoord aller
Heel werkwoord
Voltooid deelwoord

Slide 9 - Sleepvraag

Zet de juiste tijden bij de werkwoordsvorm
futur proche
passé composé
présent
aller + infinitief
stam + uitgang
hulp ww + voltooid deelwoord

Slide 10 - Sleepvraag

passé composé
Futur proche
présent
Ils ont regardé
ils vont chercher
je suis venu
tu cherches
je vais partir
Nous rentrons

Slide 11 - Sleepvraag