LES 6 - Iets organiseren met anderen.

Iets organiseren met andere
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
M&MVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Iets organiseren met andere

Slide 1 - Tekstslide

samen een feest organiseren
stel, je wilt samen met anderen een feest geven. 
Dan moeten jullie daar dingen voor regelen. 
Bijvoorbeeld: jullie moeten mensen uitnodigen. 
En jullie moeten zorgen voor drankjes en hapjes. 
We gaat die dingen regelen? dat moeten jullie met elkaar afspreken. 
jullie moeten de taken verdelen

Slide 2 - Tekstslide

als je een feest moet organiseren, doe je dat liever alleen of samen?
A
alleen
B
samen

Slide 3 - Quizvraag

een feest voorbereiden.
een feest moet je voorbereiden. voorbereiden betekent: vooraf dingen regelen. 
Wat moet je regelen voor je feest?
  • mensen uitnodigen: wie mogen er komen?
  • de plaats van het feest: thuis of op een andere plek?
  • tijd: wanneer is het feest en hoelang duurt het feest?
  • drankjes en hapjes
  • muziek
  • andere zaken, bijvoorbeeld: zijn er gasten die blijven slapen? moet je de buren inlichten?

Slide 4 - Tekstslide

je geeft thuis een feest. moet je dit voorbereiden?

de buren inlichten
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

je geeft thuis een feest. moet je dit voorbereiden?

een zaaltje huren.
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

je geeft thuis een feest. moet je dit voorbereiden?

mensen uitnodigen
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

je geeft thuis een feest. moet je dit voorbereiden?

drankjes en hapjes
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

je geeft thuis een feest. moet je dit voorbereiden?

hulp regelen als dat nodig is.
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

de uitnodiging
wil je dat er mensen op jouw feest komen? dan moet je ze uitnodigen. 

hoe doe je dat? je kunt mensen:
- opbellen 
- een e-mail sturen
- een kaart sturen. 

Slide 10 - Tekstslide

de uitnodiging
in de uitnodiging moet staan:
- waarom je het feest geeft
- de datum van het feest
- de plaats van het feest
- hoe laat het feest begint
- bijzondere informatie, bijvoorbeeld : de gasten kunnen blijven slapen 

Slide 11 - Tekstslide

stel, jij wilt mensen uitnodigen voor je feest.
hoe doe je dat?
A
opbellen
B
e-mailen
C
kaart sturen

Slide 12 - Quizvraag

wat moet je allemaal weten voordat je een uitnodiging stuurt

Slide 13 - Open vraag

de kosten
bereid je een feest voor? denk dan ook aan de kosten. 
eerst moet je weten hoeveel geld je kunt uitgeven voor het feest. 
Daarna moet je kiezen waar je het geld aan wilt besteden. 
Bijvoorbeeld: wil je het feest thuis houden of op een andere plek?
een zaaltje huren, kost geld. je hebt dan minder geld voor drankjes en hapjes. 
Wil je mooie uitnodigingskaarten sturen? of toch liever een gratis e-mail. 

Slide 14 - Tekstslide

wat is duurder?
A
een feest thuis
B
een feest in een zaaltje

Slide 15 - Quizvraag

wat is duurder?

ingrediënten voor hapjes....
A
in de winkel
B
op de markt.

Slide 16 - Quizvraag

wat is duurder


A
een kaart sturen
B
een e-mail sturen

Slide 17 - Quizvraag

stel, je kunt 150 euro besteden aan een feestje. 
waar ga je dat feestje dan houden?

Slide 18 - Tekstslide

waar geef jij het feestje?
A
thuis
B
in een zaaltje

Slide 19 - Quizvraag

wat doe je met de hapjes?
A
zelf maken
B
kopen in de supermarkt

Slide 20 - Quizvraag

je feestje kost 150 euro.
je nodigt 15 mensen uit. hoeveel geld is dat per persoon.

Slide 21 - Open vraag