Paragraaf 9.1 ongezond

Hoofdstuk 9
Gezondheid
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9
Gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongezond
Paragraaf 9.1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 1

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
* Huiswerk
* Leerdoelen 
* Theorie
* Zelfstandig werken
* Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk


Lezen: Paragraaf 9.1
Maken: 2, 3, 5 en 7, 9, 10, 11, 13, 15, 17, 20 en 21 (planning)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
Je kunt uitleggen wat een gezonde leefstijl is.

Je kunt de verschillende soorten genotmiddelen benoemen.
Je kunt uitleggen wat het woord verslaving betekent. 
Je kent de verschillende manieren waarop je afhankelijk kan zijn van genotmiddelen. 
Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn van roken, alcohol en drugs.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt uitleggen wat een gezonde leefstijl is.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leefstijl
Al je gewoontes van eten, drinken, roken, slapen, werk, bewegen en ontspannen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt de verschillende soorten genotmiddelen benoemen.
Je kunt uitleggen wat het woord verslaving betekent. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genotmiddelen

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verslaving

Wanneer je niet meer zonder een bepaalde stof uit genotmiddelen kunt.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kent de verschillende manieren waarop je afhankelijk kan zijn van genotmiddelen. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer je verslaafd bent ben je 
AFHANKELIJK geworden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 manieren
* Lichamelijk afhankelijk

* Geestelijk afhankelijk

* Sociaal afhankelijk

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn van alcohol, roken en drugs.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol
Verdooft je hersenen, daardoor reageer je minder goed. 

Veel en vaak drinken veroorzaakt blijvende schade aan hersenen, lever en andere organen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je al wel eens alcohol gehad?
A
Ja
B
Nee
C
Ja, mijn ouders waren daarbij

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de 3 stadia van het gebruik van alcohol.

Slide 18 - Open vraag

Nuchter - aangeschoten - dronken
Gevolgen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schadelijke stoffen roken
Nicotine - verslavende stof en vernauwt bloedvaten

Koolstofmonoxide - neemt de plaats van zuurstof in je bloed in, waardoor je cellen minder zuurstof krijgen. Je wordt hierdoor sneller moe.

Teer - beschadigt trilhaartjes in de luchtwegen, maakt longblaasjes kapot (longemfyseem) en verhoogt de kans op longkanker.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drugs
Drugs stimuleren je hersenen, verdoven je hersenen of laten je hersens anders werken.

Blowen kan je stemming versterken, daardoor kun je je beter of slechter voelen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdovende middelen - Laten je hersenen trager werken, versuffend. Verminderen pijn, angst. Voorbeeld: alcohol, heroïne, slaapmiddelen, lachgas, hasj, wiet.

Stimulerende middelen - Laten je hersenen sneller werken. Voorbeelden: nicotine, cafeïne, cocaïne, speed, xtc.

Bewustzijn veranderende middelen - Laten je hersenen anders werken. De werkelijkheid beleef je anders. Paddo's , lsd, lachgas, hasj en wiet

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Harddrugs en softdrugs
Drugs kunnen worden opgedeeld in harddrugs en softdrugs

Softdrugs zijn middelen die verslavend werken. Als je het vaak genoeg gebruikt dan is de kans groot verslaafd te raken.

Harddrugs zijn middelen die zeer verslavend werken. Als je het een paar keer hebt gebruikt dan kan je al verslaafd raken.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwenningsverschijnselen

Je begint te zweten
Je begint te trillen
Je kunt koorts krijgen
Je kunt misselijk worden
Je kunt hoofdpijn krijgen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afkicken is heel moeilijk
Veel mensen proberen van hun verslaving af te komen.

De ontwenningsverschijnselen zijn erg heftig, je voelt je lichamelijk erg ziek.

Je kan het een beetje vergelijken als je honger hebt. Je bent moe, chagrijnig en hebt continu de behoefte aan eten. Maar dit gevoel heb je dan dagen (soms weken) lang.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanraking met drank/roken/drugs
Tijdens de pubertijd & adolescentie zullen er momenten zijn dat je de mogelijkheid hebt om drank/roken/drugs uit te proberen.

Stel dan voor jezelf de vraag: Wat heb ik er eigenlijk aan?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Lezen paragraaf 9.1
Maken: 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies