Functiewoorden 07062023

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

^{Functiewoorden}

Lesdoel: aan het einde van de les kan ik functies van tekstdelen herkennen en benoemen. 

Functiewoorden zijn hetzelfde als signaalwoorden.

1. Juist
2. Onjuist

Als je functies van delen van teksten kunt herkennen en benoemen dan...

1. Snap je teksten beter
2. Kun je betere samenvattingen schrijven
3. Scoor je meer punten tijdens TW4
4. Alle antwoorden zijn juist.

Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.

1. argument
2. constatering
3. conclusie
4. anekdote

Een goede raad

1. argument
2. afweging
3. aanbeveling
4. verklaring

De schrijver legt uit waarom iets is zoals het is.

1. argument
2. verklaring
3. conclusie
4. voorwaarde

Dat wat de schrijver tot het schrijven van de tekst aanzette.

1. anekdote
2. tegenwerping
3. conclusie
4. aanleiding

Vaststelling van een feit of verschijnsel

1. voorwaarde
2. relativering
3. constatering
4. conclusie

Nadenken over wat het beste is

1. afweging
2. relativering
3. constatering
4. conclusie

Zeer nauwkeurige omschrijving van een woord of begrip.

1. Tegenwerping
2. Definitie
3. Toelichting
4. Afweging

Een verfijning of een kleine aanpassing van een bewering of stelling

1. Vraagstelling
2. Verfijning
3. Aanpassing
4. Nuancering

De schrijver geeft aan welke vraag in (een deel van) zijn tekst centraal staat.

1. Hoofdgedachte
2. Hoofdvraag
3. Vraagstelling
4. Alle antwoorden zijn juist

De schrijver geeft extra, vaak meer gedetailleerde informatie over iets wat hij eerder heeft genoemd.

1. Uitwerking
2. Verklaring
3. Constatering
4. Detaillering

vraag 1

Wat is de functie van alinea 1?

Kies uit: argumenten, bewijs, constatering, gevolg, oorzaken, oplossing, tegenwerping, toelichting, uitleg of voorbeeld.

vraag 1

Wat is de functie van alinea 1?

Hier wordt een voorbeeld gegeven.

vraag 2

Wat is de functie van alinea 2?

Kies uit: argumenten, bewijs, constatering, gevolg, oorzaken, oplossing, tegenwerping, toelichting, uitleg of voorbeeld.

vr. 2

Wat is de functie van alinea 2?

De auteur doet een constatering.

"...kan geen baantje vinden."

vr. 3

Wat is de functie van alinea 3&4?

Kies uit: argumenten, bewijs, constatering, gevolg, oorzaken, oplossing, tegenwerping, toelichting, uitleg of voorbeeld.

vr. 3

Wat is de functie van alinea 3&4

De auteur somt hier oorzaken op.

Alinea 3: "Dat komt doordat..."

Alinea 4: "...is ook een oorzaak."

Wat zijn functiewoorden?