Year 1 unit 1 grammar recap 1f

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Unit 1 Friends
Persoonlijke voornaamwoorden
To be
Getallen
Have got / hebben
Alphabet

Slide 2 - Tekstslide

Vul aan:
___ (ik) am 12 years old.
A
You
B
He
C
They
D
I

Slide 3 - Quizvraag

Vul aan:
My friends are always nice to ___ (hen).
A
you
B
us
C
them
D
me

Slide 4 - Quizvraag

Vul aan:
___ (zij) is late for school.
A
They
B
She
C
He
D
It

Slide 5 - Quizvraag

Vul aan:
___ (hij) is taller than ___ (mij).
A
he / me
B
we / I
C
she / him
D
you / us

Slide 6 - Quizvraag

Are ___ (we) going to play soccer with ___ (haar)?
A
you / him
B
we / her
C
I / it
D
they / us

Slide 7 - Quizvraag

AM
ARE
IS
you
we
they
he
I
she
it
  Tim
Moira
Giel & Senna

Slide 8 - Sleepvraag

Zij zijn erg stil.
A
She is very quiet.
B
She are very quiet.
C
They are very quiet.

Slide 9 - Quizvraag

Meike ..... a very clever girl.
A
am
B
are
C
is

Slide 10 - Quizvraag

Kyra and I ........ best friends.
A
am
B
are
C
is

Slide 11 - Quizvraag

They .......... nice to their friend.

Slide 12 - Open vraag

I .......... listening to the radio.

Slide 13 - Open vraag

Wat is juist?
A
I have got an owl.
B
I has got an owl.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is juist?
A
We have got 7 lessons a day.
B
We has got 7 lessons a day.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is juist?
A
It have got wheels.
B
It has got wheels.

Slide 16 - Quizvraag

Wat is juist?
A
You have got a bike.
B
You has got a bike.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is juist?
A
She have got an umbrella.
B
She has got an umbrella.

Slide 18 - Quizvraag

Translate:
vier
A
for
B
four
C
vour
D
fore

Slide 19 - Quizvraag

acht
A
ait
B
eigt
C
eight
D
eet

Slide 20 - Quizvraag

vierenveertig (44)
A
fortie-for
B
fortie-four
C
forty four
D
forty-four

Slide 21 - Quizvraag

honderd (100)
A
one-hundred
B
one hondred
C
one hundred

Slide 22 - Quizvraag

vijftien

Slide 23 - Open vraag

acht

Slide 24 - Open vraag

vijfenvijftig 55

Slide 25 - Open vraag

Luister en typ de letters.
Welk woord komt eruit?

Slide 26 - Open vraag

Luister en typ de letters.
Welk woord komt eruit?

Slide 27 - Open vraag

Luister en typ de letters.
Welk woord komt eruit?

Slide 28 - Open vraag

Luister en typ de letters.
Welk woord komt eruit?

Slide 29 - Open vraag