Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3m2 quiz
Spelling en grammatica quiz
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
25 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spelling en grammatica quiz
Slide 1 - Tekstslide
Waarom schrijf je bacteriën en niet bacterieën?
A
Dat komt omdat de klemtoon niet op -ie ligt.
B
Dat komt omdat het altijd alleen ën is.
C
Dat komt omdat het woord maar 3 lettergrepen heeft.
Slide 2 - Quizvraag
De knappe jongeman sneed met zijn mes de boterham doormidden.
Wat is 'de boterham' in deze zin?
A
lijdend voorwerp
B
meewerkend voorwerp
C
onderwerp
Slide 3 - Quizvraag
Kies de juiste meervoudsvorm van dit woord:
oma
A
omas
B
oma's
C
omaas
Slide 4 - Quizvraag
In welke zin staat de komma op de juiste plaats?
A
Ja, ik bel je morgen.
B
Ja ik bel je, morgen.
C
Ja ik bel, je morgen
D
Ja, ik bel je, morgen.
Slide 5 - Quizvraag
Maaike zei: Je moet niet zo zeuren.
Klopt deze zin of niet?
A
Nee, er missen aanhalingstekens.
B
Nee, er mist een komma.
C
Ja, prima zin.
D
Nee, de dubbele punt moet weg.
Slide 6 - Quizvraag
Soms valt het mee.
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
Soms
B
valt
C
het
D
mee
Slide 7 - Quizvraag
Kies de juiste meervoudsvorm van dit woord:
Boekpersonage
A
boekpersonage's
B
boekpersonages
C
boekpersonen
D
boekenpersonages
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de juiste meervoudsvorm van idee?
A
ideeën
B
ideën
C
idees
Slide 9 - Quizvraag
Waarom is het ideeën en niet ideën?
A
Gewoon, omdat 't zo is.
B
Omdat mijn hart dat zegt en ik dat volg ik altijd!
C
Omdat meervoud -en een ën erbij krijgt!
Slide 10 - Quizvraag
Kies de juiste meervoud van strategie
A
strategies
B
strategiën
C
strategieën
D
strategien
Slide 11 - Quizvraag
De koning gaf een medaille aan de soldaat.
Wat is in deze zin het meewerkend voorwerp?
A
een medaille
B
de koning
C
de soldaat
Slide 12 - Quizvraag
Gaf de leerling de docent een mooie groene appel?
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
De docent
B
een mooie groene appel
C
de leerling
D
gaf
Slide 13 - Quizvraag
Het paard kauwde op het gras in de wei naast de fabriek.
Wat is de bwb in deze zin?
A
het gras in de wei
B
naast de fabriek
C
het paard
D
in de wei
Slide 14 - Quizvraag
De prachtige dame schreef haar gedicht op het balkon.
Wat is de bwb in deze zin?
A
De prachtige dame
B
haar gedicht
C
op het balkon
Slide 15 - Quizvraag
De rugby speler tackelde de vrouwelijke speelster met enorm veel kracht.
De bwb in deze zin is?
A
de vrouwelijke speelster
B
de rugby speler
C
met enorm veel kracht
Slide 16 - Quizvraag
Leg uit wat een bijwoordelijke bepaling in een zin aangeeft:
A
De manier waar of waarop iets gebeurd
B
Als je niet weet welk zinsdeel het anders is, want het staat altijd in een zin.
C
Aan wie of voor wie iets is
D
Waarom iets gebeurd
Slide 17 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Unfair game 1A
November 2020
- Les met
44 slides
Taal
Secundair onderwijs
Grammatica zinsdelen - H.5 Meewerkend voorwerp
Februari 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Unfair game 3A
Augustus 2020
- Les met
44 slides
Taal
Secundair onderwijs
Zinsontleding 2ASW
Oktober 2023
- Les met
44 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
de bijwoordelijke bepaling
27 dagen geleden
- Les met
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
BLOK 2 Grammatica herhaling (alles)
December 2022
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
NieuwNederlands H5 Grammatica zinsdelen opdr. 6
Januari 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
SCC M4 L4 zinsleer bwb
Oktober 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs