Deel A taak 4

Klassenregels
- Tassen achterin bij de deur (keuken) .
- Capuchons, mutsen en petten af in de klas.
- Mobiel in je tas of inleveren.
- Zien de juf of ik hem, inleveren en 4 uur ophalen.
- Tijdens de uitleg ben je stil, vraag? steek je hand omhoog.

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Klassenregels
- Tassen achterin bij de deur (keuken) .
- Capuchons, mutsen en petten af in de klas.
- Mobiel in je tas of inleveren.
- Zien de juf of ik hem, inleveren en 4 uur ophalen.
- Tijdens de uitleg ben je stil, vraag? steek je hand omhoog.

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 4 kader
Het ondernemingsplan
Financiële data
14-12-2021
Mark Barnhoorn

Slide 2 - Tekstslide

Programma

- Uitleg taak 4: Ondernemingsplan De Giftshop
- Controle vragen
- Aan de slag 

Leerdoelen:
-Ik weet wat een ondernemingsplan is en waarvoor je het gebruikt.

- Ik kan met behulp van een ondernemingsplan de rechtsvorm, bedrijfsdoelstellingen en opbouw van een onderneming beschrijven

Slide 3 - Tekstslide

Onderneming
- Veel risico's om een eigen onderneming te beginnen.
-  Voor succes heb je vakkennis nodig.
- Nadenken wat je wilt doen. Schrijf een ondernemingsplan.

  • Wat wil ik precies gaan doen?
  • Is er markt voor mijn product en hoe kom ik aan klanten?
  • Hoeveel geld heb ik nodig om mijn plannen van de grond te krijgen?

- Ondernemingsplan klaar? Ga je overleggen met de bank en/of investeerders. 

Slide 4 - Tekstslide

Ondernemingsplan
- Persoonlijke gegevens: NAW, werkervaring, persoonlijke eigenschappen.
- Bedrijfsgegevens: gegevens van het bedrijf. Adres, telefoonnummer enz.
- Bedrijfsdoelstellingen: Wanneer is je bedrijf succesvol? 
- Rechtsvorm: Eenmanszaak of vof? bv of nv?
- Markt en marketing: Wie zijn je klanten?, Concurrentie en wat is je aanbod?
- Financieel plan: Hoe ga je geld verdienen en je schulden terugbetalen?
- Bijlagen: Extra informatie. Diploma's, vergunningen of een marktonderzoek.

Slide 5 - Tekstslide

Doelstellingen 
  • wat je wilt bereiken
  • hoe je dat wilt bereiken
  • wanneer je dat wilt bereiken.

- Hoofdoelstelling: Winst maken
- Groei: meer winst of meer klanten
- Continuïteit: Het blijven bestaan van het bedrijf.
- Werkgelegenheid: Mensen laten werken en goed opleiden
- Maatschappelijke doelstellingen: Milieu, goede arbeidsomstandigheden

Slide 6 - Tekstslide

Rechtsvormen
- Wettelijk verplicht een rechtsvorm aan te nemen. Elke rechtsvorm heeft zijn eigen regels en wetten. 

- Natuurlijk persoon: Zelf verantwoordelijkheid over zijn acties.
VB: Eenmanszaak, Vof, cv en maatschap

- Rechtspersonen: Iemand anders verantwoordelijk voor de acties.
VB: bv, nv, coöperatieve vereniging.  stichting en vereniging.

Slide 7 - Tekstslide

Eenmanszaak

- Enige eigenaar van het bedrijf.

- Kan personeel inhuren.

- Eigen geld in het bedrijf.

Vennootschap onder firma (vof)

 -Meerdere eigenaren over het bedrijf
-  firmanten of vennoten

- Samen verantwoordelijk voor schulden.

- Samen eigen geld in het bedrijf gestopt.

Slide 8 - Tekstslide

Commanditaire vennootschap

- Lijkt op een vof.

- stille vennoten: Stoppen geld in het bedrijf maar bemoeien niet met de bedrijfsvoering

- personen die wél de bedrijfsvoering regelen, zijn verantwoordelijk voor het bedrijf.
Maatschap

-Een maatschap is een zakelijke samenwerking tussen vrije beroepsbeoefenaren.

- Fysio's en huisartsen.

- De schulden zijn verdeeld tussen beide maatschappen.

Slide 9 - Tekstslide

Besloten vennootschap

- Bij de notaris vastgelegd hoeveel aandelen te kopen zijn.

- Aandelen in handen van de eigenaren.
- Aandelen moeilijk te verkopen.

- Dividend beloning voor aandeelhouders.
Naamloze vennootschap

- Aandelen makkelijker te kopen en verkopen op de aandelenbeurs.

- Geen aandelenregistratie. 
- Iedereen mag een aandeel kopen.

- Dividend beloning voor aandeelhouders.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
- Zelf lezen tekstbron 4.28 Rechtsvormen
- Controle vragen: opdracht 15 t/m 17 (blz. 13)
- Zelfstandig maken.
- Klaar? Controleer de vragen door de juf of meester
- Vraag? steek je hand omhoog.

Slide 11 - Tekstslide