Voorzetsels van beweging: Bull And Cows

Prepositions of movement
Voorzetsels van beweging
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Prepositions of movement
Voorzetsels van beweging

Slide 1 - Tekstslide

Prepositions of movement
In deze lessonup ga je leren over de voorzetsels van beweging.
       Het doel is dat je deze kunt toepassen in Engelse zinnen.

Slide 2 - Tekstslide

Prepositions of movement
Voordat we de voorzetsels van beweging gaan bekijken gaan we eerst een filmpje bekijken om te zien welke voorzetsels je al kent.

Let goed op! Tijdens het filmpje zijn er vragen!

Slide 3 - Tekstslide

8

Slide 4 - Video

00:15
The bull is ... the mountain.
A
on
B
at
C
over
D
up

Slide 5 - Quizvraag

00:32
He bumped ... the fence.
A
into
B
through
C
around
D
to

Slide 6 - Quizvraag

00:47
He looks ... the fence.
A
over
B
past
C
through
D
across

Slide 7 - Quizvraag

01:23
The bull runs ... the farmer's wife.
A
to
B
from
C
around
D
away from

Slide 8 - Quizvraag

02:13
There is a flie ... the bull's head.
A
out of
B
over
C
around
D
across

Slide 9 - Quizvraag

03:11
The "cow" is running ... in the meadow.
A
across
B
into
C
out of
D
around

Slide 10 - Quizvraag

03:25
The big bull walked ... the gate.
A
through
B
out of
C
over
D
past

Slide 11 - Quizvraag

03:54
The big bull is walking ... the "cow".
A
up
B
into
C
around
D
to

Slide 12 - Quizvraag

Prepositions of movement
Hopelijk ging dat goed en ken je al een aantal voorzetsels van beweging.

Nu gaan we kijken naar alle voorzetsels en kijken of je de betekenis er van weet.

Slide 13 - Tekstslide

up =

Slide 14 - Open vraag

down =

Slide 15 - Open vraag

through =

Slide 16 - Open vraag

into =

Slide 17 - Open vraag

to =

Slide 18 - Open vraag

away from =

Slide 19 - Open vraag

over =

Slide 20 - Open vraag

off =

Slide 21 - Open vraag

out of =

Slide 22 - Open vraag

across =

Slide 23 - Open vraag

around =

Slide 24 - Open vraag

past =

Slide 25 - Open vraag

from =

Slide 26 - Open vraag

Prepositions of movement
Overzicht:

across              naar de overkant 
around              omheen 
to                      naar 
away from        weg van 
up                     omhoog / naar boven 
down                omlaag / naar beneden
from                  van
off                     vanaf
into                   in
through             door
out of                uit
over                  over
past                   langs

Slide 27 - Tekstslide