Assertief en zelfverzekerd

Grenzen aangeven & assertief zijn
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Grenzen aangeven & assertief zijn

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les weet jij wat assertief zijn betekent.
  • Aan het einde van de les weet jij hoe je zelfverzekerd je grenzen aan kan geven.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Stel je voor...

Je staat in de rij bij de supermarkt. Er gaat ineens iemand voor je staan. Reageer jij hier op?

Slide 4 - Tekstslide

Eigen Grenzen kennen

  • Om je grens aan te kunnen geven moet je eerst zelf weten waar die ligt.
  • Jij moet eerst zelf weten wat je wel en niet oké vindt.

Slide 5 - Tekstslide

Assertiviteit
  • Om zelfverzekerd je grenzen aan te kunnen geven moet je assertief zijn.
  • Assertief betekent opkomen voor jezelf zonder de gevoelens en belangen van een ander uit het oog te verliezen.

Slide 6 - Tekstslide

Assertief zijn is...
  • Opkomen voor jezelf
  • Rekening houden met jezelf en met de ander
  • Je mening durven geven
  • Nee durven zeggen
  • Je grenzen aangeven
  • Niet over je heen laten lopen

Slide 7 - Tekstslide

Assertief V.S agressief
Wat is het verschil tussen assertief en agressief reageren?

Slide 8 - Tekstslide

Video
  • Was deze vrouw agressief of assertief?
  • Wat had ze anders kunnen doen?
  • Had de jongen ook wat anders kunnen doen?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Video
  • Was deze vrouw agressief of assertief?
  • Wat had ze anders kunnen doen?
  • Had de jongen nog iets anders kunnen doen?

Slide 11 - Tekstslide

Hoe assertief zijn jullie?

Kan jij een voorbeeld bedenken van een situatie waarin je assertiever had moeten zijn?

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
  • bedenk zelf een situatie waarin iemand over een grens van jou gaat en hoe jij hier mee om zou gaan.
  • Schrijf op wat jij en de persoon die over jouw grens heen gaat doen en zeggen. 
  • Schrijf het uit als een script van een film.
  • Jullie krijgen 10 minuten de tijd.

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
Piet: *pakt mijn pen zonder het te vragen.*
Ik: ''Piet, wil je mijn pen teruggeven?''
Piet: ''maar ik heb een pen nodig!"
Ik: ''Dat is mijn pen en ik vind het niet ok dat je die zomaar pakt''. 
Piet: ''Ok, mag ik je pen lenen?
Ik: ''Dat mag wel, maar ik wil wel dat je het de volgende keer eerst vraagt!''

Slide 14 - Tekstslide