Introductie

Chemie in het klein! 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Chemie in het klein! 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een mengsel? En noem 1 voorbeeld.

Slide 2 - Open vraag

Wat is een ontleedbare stof?

Slide 3 - Open vraag

Leg in je eigen woorden uit wat een reactieschema is. Geef ook een voorbeeld.

Slide 4 - Open vraag

Welke fasen en
(fase)overgangen ken je?

Slide 5 - Woordweb

Waar denk je aan bij
chemie in het klein?

Slide 6 - Woordweb

Paragraaf 1: Wat zijn bouwstenen van stoffen
Je krijgt 5 minuten om:
De paragraaf globaal door te lezen. 
Alleen maak je 2 doelen voor de paragraaf. Ze beginnen met:
Aan het einde van de paragraaf moet je kunnen....................
Daarna krijg je 2 minuten om met je buurman/buurvrouw te overleggen. 

Slide 7 - Tekstslide

Demo 1 & 2 

Slide 8 - Tekstslide

Hoe heten de kleine deeltjes waaruit een stof is opgebouwd?

Slide 9 - Open vraag

Een moleculaire stof is:
A
Een stof wat bestaat uit een groot gedeelte dezelfde moleculen
B
Een stof wat bestaat uit heel veel verschillende soorten moleculen

Slide 10 - Quizvraag

Zwemmen er in water watermoleculen? Leg je antwoord uit!

Slide 11 - Open vraag

Wat kun je met het molecuulmodel allemaal beschrijven?

Slide 12 - Open vraag

John Dalton

Slide 13 - Tekstslide

Met het molecuulmodel kun je chemische reacties verklaren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Een atoom is opgebouwd uit moleculen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Alle atomen van één soort zijn gelijk aan elkaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Een atoomsoort noem je ook wel een element.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Alle elementen hebben een symbool.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Alle symbolen bestaan uit minimaal 2 letters.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Alle symbolen beginnen met een hoofdletter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Leg het verschil uit tussen het molecuulmodel en het atoommodel.

Slide 21 - Open vraag