Chapter 4 lesson 3: hv1r - Grammar Articles

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today's Lesson
Goal: I can use articles  correctly.
  • Toetsbespreking
  • Homework check
  • Login: Starter
  • Grammar: Articles explanation
  • Kahoot: Articles

Slide 2 - Tekstslide

Toetsbespreking
Chapter 3

Slide 3 - Tekstslide

Homework check
Stepping Stones: B Book
p. 18
assignment 16 + 17
p. 20 + 21
assignment 18, 19 and 20

Slide 4 - Tekstslide

1. What are articles? 2. Can you name them? 3. And what do we use them for in English?

Slide 5 - Open vraag

Articles
Articles = lidwoorden

In het Engels zijn er 3 soorten lidwoorden dan zijn
- the
- a
- an

the gebruik je als je het hebt over een specifieke persoon/dier of een specifiek ding

For example:
The book is on the table
The president gave a speech

Slide 6 - Tekstslide

Articles
In sommige gevallen laten we the weg als we het hebben over algemenen dingen of wanneer we een gebouw of plaats voor een specifiek doeleinde gebruiken.

For example
I am in prison. (specifiek doel: jij moet je tijd uitzitten, daarom gebruik je geen the voor prison)
I am at school. (specifiek doel: je bent daar een leerling)

I am at the prison. (Geen specifiek doel: je bent op visite)
I am at the school. (Geen specifiek doel: je bent op visite)

Slide 7 - Tekstslide

Articles
De lidwoorden a en an worden gebruik voor personen/dieren en dingen in het algemeen.

Je gebruikt an voor woorden die beginnen met een klinker geluid (a,e, i, o, u)

For example:
We live in an apartment.
We moved into an old cottage.
It took us an hour to find it.

Slide 8 - Tekstslide

Articles
Je gebruikt het lidwoord a voor woorden die beginnen met een medeklinker geluid


For example:
- This is a nice neighbourhood.
- It looks like a palace.
- She’s wearing a uniform.

Slide 9 - Tekstslide

Articles
Sommige woorden beginnen met een klinker, maar je hoort een medeklinker. Zoals het woord:

university (`joeniversity'):

There's a university around the corner.
He wears a uniform to school.

Sommige woorden beginnen met een medeklinker, maar je hoort een klinker, zoals:
hour (‘our’):

It will take about an hour.
He has an MP3 player.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Homework

Stepping Stones: B book
p. 24
Assignment 25
p. 26 + 27
Assignment 28 + 29

Slide 12 - Tekstslide