H2.1 - Les 3: De vorming van de Alpen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Van de bergen

naar de zee

H2.1: De vorming van de Alpen

[e-mail]

Wat gaan we doen vandaag?

• Afronding paragraaf 2
• Herhaling belangrijke onderdelen van paragraaf 2

Regels tijdens de les

1. Er is maximaal één iemand aan het woord.
   
2. Je steekt altijd je vinger op als je iets wilt zeggen.
   
3. We gaan met respect met elkaar en elkaars spullen om.
   
4. Telefoons staan op stil en zitten in je tas of broekzak.
   
5. Zorg dat je al je spullen bij je hebt: Schrift, werkboek, lesboek en chromebook.

Lesdoelen van de vorige les

1. Je kunt de verschillen tussen endogene en exogene krachten uitleggen.
2. Je kunt voor endogene en exogene krachten 2 voorbeelden benoemen. (B66)
3. Je kunt uitleggen waarom schelpen en fossielen te vinden zijn in de Alpen.
4. Je kunt in 4 stappen uitleggen hoe de Alpen zijn ontstaan.

Endogene- & exogene krachten

Endogene krachten

Kracht die van binnenuit de aardkorst verandert.

Exogene krachten

Krachten die van buitenaf de aardkorst verandert.

Lesdoelen van vandaag

1. Je kunt 4 verschillen benoemen tussen een jong en oud gebergte.
   
2. Je kunt de 4 verschillende reliëfvormen met hun hoogtes benoemen. (B77)
3. Je kunt de werking van de 3 soorten verwering uitleggen.
4. Je kunt de eroderende werking van verweringsmateriaal in de bergen uitleggen (B84).
   

Huiswerkcontrole!

1 t/m 5

2

2 a Exogene krachten veranderen van buitenaf het aardoppervlak, endogene krachten doen dat van binnenuit.

 b aardbeving: ...

  weer: ...

  verwering: ...

  vulkaanuitbarsting: ...

  erosie: ...

Verwering

Je kunt de werking van de 3 soorten verwering uitleggen (B81).

"Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei."

Open B81

Open je schrift en werk de 3 soorten verwering uit.

- Schrijf op wat verwering is.

- Wat zijn de verschillen tussen de 3 soorten?

De eroderende werking van verweringsmateriaal

Je kunt de 4 verschillende reliëfvormen met hun hoogtes benoemen. (B77)

Reliëf

0 - 200m - Laagland

200 - 500m - Heuvelland

500 - 1500m - Middelgebergte

1500 en hoger - Hooggebergte

5

100 miljoen jaar geleden: vorming van dikke lagen dode dieren en planten in tropische zee.

80 miljoen jaar geleden: Afrikaanse plaat begint te bewegen en duwt sedimentgesteenten uit tropische zee naar het noorden.

30 miljoen jaar geleden: Afrika bereikt Europa en schuift eroverheen: vorming Alpen.

Plaatbewegingen

Maak aantekening!

Drie verschillende bewegingen:

Transform

Divergent

Convergent

Plaatbewegingen

Open B80.

Je kunt 4 verschillen benoenen tussen een jong- en een oud gebergte.

Antwoord

Jonge gebergten zijn hoog en hebben steile hellingen, spitse bergtoppen en diepe dalen.

Oude gebergten zijn laag en hebben flauwe hellingen, afgeronde bergtoppen en ondiepe dalen.  Ze hebben langer aan verwering en erosie blootgestaan en zijn meer afgesleten.

Jong of oud?

Jong of oud?

Aan de slag!

• Je leest de tekst op pagina 26/27 in je lesboek.
• Je leest B81 en B84 in je basisboek.
• Je maakt de opdracht 6 t/m 9 in je werkboek.
  

Regels wanneer je aan het werk bent:

• Je werkt alleen en in stilte.
• Wanneer je een vraag hebt steek je je vinger op.
  
• Je leest eerst goed de vraag en tekst voor je een vraag stelt.

KLAAR? Open Classroom op je Chromebook en werk paragraaf 1 van de kennen- en kunnenlijst uit.

Lesdoelen van vandaag

1. Je kunt 4 verschillen benoemen tussen een jong en oud gebergte.
   
2. Je kunt de 4 verschillende reliëfvormen met hun hoogtes benoemen. (B77)
3. Je kunt de werking van de 3 soorten verwering uitleggen.
4. Je kunt de eroderende werking van verweringsmateriaal in de bergen uitleggen (B84).
   

Huiswerk

6 tot 9 van paragraaf 1.