5.5 Nederland bezet

5.5 De Duitse bezetting in Nederland
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.5 De Duitse bezetting in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen bezetting en bevrijding.
  • Ik kan uitleggen hoe Joden in Nederland steeds meer werden buitengesloten en gediscrimineerd
  • ik kan uitleggen waarom het leven in Nederland tijdens de bezetting steeds zwaarder werd.
  • Ik kan uitleggen waarom sommige Nederlanders kozen voor samenwerking met de Duitsers.
  • Ik kan uitleggen waarom sommige Nederlanders kozen voor verzet tegen de Duitsers.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Harde cijfers 
A. Nederlanders in het verzet
B. Leden van de NSB
C. Nederlanders bij Waffen SS
D. Onderduikers
E. Joodse slachtoffers
F. Militaire slachtoffers
1. 100.000
2. 102.000
3. 350.000
4. 7900
5. 22.000-25.000
6. 45.000

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Harde cijfers 
  • A=6: Nederlanders in het verzet: ca. 45.000
  • B=1: Leden van de NSB: ca. 100.000
  • C=5:Nederlandse leden bij Waffen SS: ca. 25.000
  • D=3: Onderduikers: ruim 350.000
  • E=2: Joodse slachtoffers: 102.000
  • F=4: Militaire slachtoffers: 7900

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezetting Nederland
  • Nederland wilde neutraal blijven.

  • 1940 Duitse troepen vallen Nederland binnen. 

  • Snelle overgave bombardement Rotterdam. 

  • Bezetting:  de verovering van een ander land en het overnemen van de macht

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse Joden 
  • Vanaf de bezetting anti-Joodse maatregelen.

  • 1942 Deportatie van de Joden naar Westerbork (lees: Auschwitz)  

  • 27% keerde terug naar Nederland: 
    - Verzet kwam pas in 1943 op gang.
    - Goede bureaucratie
    .

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke veranderingen (1) 
  • Afschaffing democratie.

  • Koningin en kabinet vluchtten naar Engeland.

  • Burgerbestuur door Rijkscommissaris Seyss Inquart.

  • Ambtenaren blijven onder Duitse bezetting. (regering geeft daar opdracht toe). 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke veranderingen (2) 
  • Duitsers zagen Nederlanders als stamverwanten: Germaans bloed.

  • Nederlanders zouden ook te winnen zijn voor nationaalsocialisme.

  • Weinig grote bestuurlijke veranderingen, daardoor was er weinig verzet tegen Duitse overheersing. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal-economische veranderingen
  • De Nederlandse economie kwam in dienst te staan van de Duitse economie.

  • Vanaf 1942 gedwongen arbeid in Duitsland.

  • Schaarste aan voedsel een kleding: distributiebonnen.

  • Werkloosheid nam af door productie voor Duitsland. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Culturele veranderingen
  • Nazificering van de Nederlandse bevolking.

  • Invoering van de 'Kultuurkamer': kunstenaars werden gecontroleerd. 

  • Controle op kranten, radio en verenigingen. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wederzijdse welwillendheid (1940-1941) 
  • Afname werkloosheid door Duitse vraag naar producten/arbeidskrachten.

  •  Gewone leven moest doorgaan.

  • Nationaalsocialistische Beweging (NSB) van Anton Mussert groeit nauwelijks

  • Eerste gevoelens van armoede: er onstond schaarste aan producten.  Kritiek op controle kunst en pers.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anti-Duitse stemming en dwang (1941-1942)
  • Hardere aanpak van de Nederlanders: nationaalsocialistische propaganda sloeg niet aan: Februaristaking in 1941.

  • Invoering van de tewerkstelling. 

  • Joden worden nog meer geïsoleerd. 

  • Eerste razzia's: kortdurende acties waarbij bepaalde groepen mensen worden opgepakt. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groeiend aantal conflicten (1943-1944)
  • Groei van het verzet.

  • - Actief verzet: onderduikers verbergen, persoonsbewijzen vervalsen: 5%
    - Passief verzet: sabbotage, fiets niet inleveren, Radio Oranje luisteren. 

  • April/meistakingen: fussileren van leiders.

  • Collaboratie: samenwerking: accomodatie: aanpassing: verzet. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Totale chaos (1944-1945)
  • 1944: Dolle dinsdag/Market Garden.

  • Oproep van regering tot Nederlandse Spoorwegstaking.

  • Aanslagen op Duitse officieren.

  • Razzia's: Putten/Rotterdam

  • Hongerwinter

Slide 14 - Tekstslide

In de nacht van 30 september op 1 oktober 1944 beschoten leden van de Puttense verzetsbeweging bij de Oldenallerbrug tussen Putten en Nijkerk een auto van de Wehrmacht, omdat ze dachten dat Rauter erin zou zitten. Bij het vuurgevecht kwam een Duitse officier om het leven, twee van de inzittenden – korporaals – wisten te vluchten en een andere officier vluchtte zwaargewond naar een nabijgelegen boerderij, van waaruit hij ook de Duitsers inlichtte. Rauter zat niet in de auto. Als wraak werd op 2 oktober 1944 door de Duitse bezetters een razzia in het dorp Putten uitgevoerd, waarbij 661 mannen en jongens (nagenoeg de volledige mannelijke beroepsbevolking) naar diverse concentratiekampen werden afgevoerd; liefst 540 van hen kwamen daarin om.

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen? (5.5)
Groep A:
Meedoen met rest uitleg/ opdrachten maken/check met test jezelf/leerdoelen checken/ leerdoelen inleveren
Groep B:
Tekst lezen/opdrachten maken/ check met test jezelf/ leerdoelen checken/ leerdoelen inleveren
Groep C:
Tekst lezen/samenvatting maken/ check met test jezelf/ leerdoelen checken/ samenvatting en leerdoelen inleveren
Groep D:
Filmpjes kijken/vergelijken met leerstof/ samenvatting van filmpjes en leerstof/ check met test jezelf/ leerdoelen checken/ samenvatting
en leerdoelen inleveren

Klaar?
1: Oefen de onvoldoende leerdoelen met behulp van een andere letter (A, B, C, D)
2: Oefen de overige leerdoelen met behulp van een andere letter (A, B, C, D)  

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies