Project kinderarmoede in België

1 / 79
volgende
Slide 1: Tekstslide
PAVSecundair onderwijs

In deze les zitten 79 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waaraan denk jij bij het woord 'armoede'?

Slide 3 - Woordweb


Hoe geraakt iemand in armoede terecht?
Geef enkele redenen.

Slide 4 - Open vraag


Kunnen mensen in armoede geboren worden?

Slide 5 - Open vraag


Stelling: het is hun eigen schuld dat ze in armoede leven. Ben jij het eens of oneens? Waarom?

Slide 6 - Open vraag


Stelling: iedereen die arm is, heeft schulden.

Slide 7 - Open vraag


Stelling: je bent automatisch dakloos als je arm bent? Ben jij het eens of oneens? Waarom?

Slide 8 - Open vraag


Stelling: mensen in armoede gaan
(bijna) niet werken.

Slide 9 - Open vraag


Stelling: iemand die in armoede leeft, heeft beter geen kinderen en/of huisdieren? Eens of oneens?

Slide 10 - Open vraag


Wat zouden we bedoelen met het begrip 'generatiearmoede'?

Slide 11 - Open vraag


Wat zouden we bedoelen met het begrip 'kinderarmoede'?

Slide 12 - Open vraag


Wat zouden we bedoelen met het begrip 'armoedecirkel'?

Slide 13 - Open vraag


Generatiearmoede, kinderarmoede en armoedecirkel; hoe zouden deze begrippen
met elkaar in verband staan?

Slide 14 - Open vraag

Welke organisaties ken jij die zich inzetten
tegen (kinder)armoede?

Slide 15 - Woordweb

Wat doet de overheid om zich in te zetten
tegen (kinder)armoede?

Slide 16 - Woordweb


Wat zou jij graag willen vragen aan iemand
die in armoede leeft?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide


Leeft dit gezin onder de armoedegrens?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide


Wat is het nettoloon van het gezin uit situatie 1?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide


Leeft dit gezin onder de armoedegrens?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide


Wat is het nettoloon van het gezin uit situatie 2?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide


Leeft dit gezin onder de armoedegrens?
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide


Wat is het nettoloon van het gezin uit situatie 3?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

Geen vaststaande definitie te formuleren. We kijken naar de context waarin iemand leeft.
De zekerheid van voldoende en voorspelbaar inkomen, werk, mee kunnen doen in de samenleving en een geschikt en betaalbaar dak boven je hoofd in een veilige en prettige omgeving.
Een bedrag dat door de overheid bepaald wordt en dat het bedrag aangeeft dat iemand nodig heeft om te kunnen voorzien in basisbehoeften.
Datgeen wat iemand nodig heeft om te kunnen overleven en om een menswaardig leven te leiden.
armoede
bestaanszekerheid
armoedegrens
basisbehoeften

Slide 38 - Sleepvraag

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

kleine kans
grote kans
Situatie 1: twee volwassenen zonder kinderen die beide werken en bruto 3900 euro maandelijks te spenderen hebben. Ze hebben allebei een bachelordiploma.
Situatie 2: mama heeft kanker en werkt niet zodat ze een behandeling kan volgen. Ze al niet meer kunnen gaan werken. Papa heeft zijn middelbare school niet afgemaakt.
Situatie 3: Ahmed is in 2021 naar België gevlucht. Zijn vader kwam om in een bombardement. Sindsdien staat zijn moeder er alleen voor met vijf kinderen. Ze spreekt geen Nederlands en vindt daardoor geen werk.
 Situatie 4: Linda is een alleenstaande moeder van twee kinderen. Ze is opgegroeid in armoede en heeft een middelbaar diploma als kapster. Na een vechtscheiding is ze enkele maanden geleden in een depressie beland en krijgt ze een werkeloosheidsuitkering.

Slide 47 - Sleepvraag


Had je veel van de situaties correct ingeschat? Waarover twijfelde je soms?
Heb jij bedenkingen bij deze oefening?

Slide 48 - Open vraag

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Waaraan moet jij denken bij het
woord ‘generatiearmoede’?

Slide 55 - Woordweb

Slide 56 - Tekstslide

Waaraan moet jij denken bij
het woord ‘armoedecirkel’?

Slide 57 - Woordweb

Slide 58 - Tekstslide

Hoe zou je deze vicieuze
cirkel kunnen doorbreken?

Slide 59 - Woordweb


Stelling: een kind dat geboren wordt bij ouders die in armoede leven, zal minder kansen krijgen in het leven.
akkoord
niet-akkoord

Slide 60 - Poll

Slide 61 - Tekstslide

Slide 62 - Tekstslide

Slide 63 - Tekstslide

Slide 64 - Tekstslide


Schrok jij van de kinderarmoedecijfers?
ja
nee

Slide 65 - Poll


Waarom schrok je wel/niet van deze cijfrers?

Slide 66 - Open vraag


Heb jij in jouw omgeving weleens gemerkt dat iemand in (kinder)armoede leeft? Waaraan merkte je dat dan?

Slide 67 - Open vraag

Slide 68 - Tekstslide


Vind jij het eerlijk dat een thuissituatie bepalend is voor de kansen die een kind in het leven krijgt?

Slide 69 - Open vraag

Slide 70 - Tekstslide

Slide 71 - Tekstslide

overlevingsrechten
ontwikkelingsrechten
inspraakrechten
beschermingsrechten
Cato krijgt thuis vaak opwarmmaaltijden. 
Matthias is zestien en werkt in het weekend in de lokale supermarkt. 
In het huis van Lisa zijn er schimmel- en vochtproblemen. 
De ouders van Thomas kunnen geen nieuwe laptop voor school aankopen. 
Mohamed is erg ziek, maar zijn moeder kan de dokter niet betalen. 
Waynes ouders betaalde de schoolfactuur op tijd. 
Menno kon de opdracht niet goed uitvoeren. Hij heeft enkel een blauwe balpen en de leerkracht wil dat hij met een groene pen werkt.

Slide 72 - Sleepvraag

geschonden
niet geschonden
Cato krijgt thuis vaak opwarmmaaltijden. 
Matthias is zestien en werkt in het weekend in de lokale supermarkt. 
In het huis van Lisa zijn er schimmel- en vochtproblemen. 
De ouders van Thomas kunnen geen nieuwe laptop voor school aankopen. 
Mohamed is erg ziek, maar zijn moeder kan de dokter niet betalen. 
Waynes ouders betaalde de schoolfactuur op tijd. 
Menno kon de opdracht niet goed uitvoeren. Hij heeft enkel een blauwe balpen en de leerkracht wil dat hij met een groene pen werkt.

Slide 73 - Sleepvraag

Slide 74 - Tekstslide

Slide 75 - Tekstslide

Slide 76 - Tekstslide

Slide 77 - Tekstslide

Slide 78 - Tekstslide


Zouden de kinderrechten van een kind in armoede vaker of minder geschonden worden? Verklaar.

Slide 79 - Open vraag