WRE 1HV - Grammatica Woordsoorten - Les 2 ZNW en LW

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Lees de tekst Wat is de zin van schoolgrammatica? en probeer in je eigen woorden uit te leggen waarom je over zinsontleding en woordsoorten leert.

Ben je daarmee klaar? Zoek dan de betekenis op van drie woorden uit de tekst die je niet kent.

Lees de tekst 'Wat is de zin van schoolgrammatica?' en bedenk drie vragen voor je klasgenoten over de tekst.

Klaar? Zoek dan de betekenis op van drie woorden uit de tekst die je niet kent.

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag

P L A N N I N G

Cursus 5 - Grammatica WS

1. Lesdoelen

2. Startopdracht bespreken

3. Herhaling vorige les

4. Zelfstandig werken of extra instructie

5. Afronden

• Je leert wat een zelfstandig naamwoord is;
• Je leert het verschil tussen bepaalde en onbepaalde lidwoorden.
• VWO: Je leert het verschil tussen abstracte en concrete ZNW.

Lesdoelen

Startopdracht bespreken

GRAMMATICA Zinsopbouw

Nederlands

De / jonge / man / leest / een / boek.

Engels

The / young / man / reads / a / book.

Duits

Der / junge / Mann / liest / ein / Buch.

Le / jeune / homme / lit / un / livre.

Frans

Herhaling vorige les

Benoem van onderstaande zin de ZNW en OLW/BLW:
Ik heb een idee voor een nieuw project

Benoem van onderstaande zin de ZNW en OLW/BLW:
Het huis aan het einde van de straat is oud.

Benoem van onderstaande zin de ZNW en OLW/BLW:
Een hond rent door het park.

Benoem van onderstaande zin de ZNW en OLW/BLW:
Een meisje met lange blonde haren fietst iedere dag naar haar school in het centrum.

Benoem van onderstaande zin de ZNW en OLW/BLW:
De leraar vraagt de leerlingen om een project in groepjes te maken voor de volgende week.

Hoe gaat het tot nu toe?

Ik kan de theorie goed toepassen.

Het lukt wel, maar ik maak nog wel wat foutjes.

Ik zou graag nog wat extra uitleg/hulp willen.

Zelfstandig werken

Wat :	Lastig? Oefen dan eerst extra via de twee knoppen rechtsonder. Havo : opdracht 1 tot en met 4 (blz. 206-207) Vwo : opdracht 1 tot en met 4 (blz. 206-207)
Hoe :	Zet de antwoorden in je schrift. Je mag zachtjes overleggen.
Hulp :	De 4 B's
Tijd :	10 minuten. Daarna ronden we af.
Klaar :	Kiezen uit: - Extra oefenen in de online methode (trainer) - Samenvatting maken van §2 in je schrift - Lezen in leesboek

ZELFSTANDIG WERKEN

Extra oefenen met lidwoorden?

Extra oefenen met zelfstandige naamwoorden?

• Je leert wat een zelfstandig naamwoord is;
• Je leert het verschil tussen bepaalde en onbepaalde lidwoorden.
• VWO: Je leert het verschil tussen abstracte en concrete ZNW.

Lesdoelen