Europese Unie - Europese Unie - Samenwerking in Europa

Samenwerking in Europa
Europese Unie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Samenwerking in Europa
Europese Unie

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen?
  • Je leest de tekst, beantwoord de vragen en kijkt de filmpjes op de volgende pagina's.
  • In deze les gaan we het hebben over het het ontstaan van de Europese Unie.

Slide 2 - Tekstslide

Wat kan je straks?
  • een reden noemen waarom landen na de Tweede Wereldoorlog gingen samenwerken.
  • de betekenis afkortingen EGKS, EEG, EG en EU en weet je in welke volgorde de organisaties zijn opgericht.
  • minimaal vijf landen noemen die lid zijn van de EU.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met ‘de EU is een vrijhandelsgebied’.
  • uitleggen waarom de EU bij sommige mensen weerstand oproept.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Samenwerken in Europa
Na 1945 gaan landen in Europa steeds meer samenwerken.
Eerste doel is het voorkomen van een nieuwe oorlog.
Maar al snel wordt ook op economisch gebied samengewerkt.

In het Kennisbankitem gaan de eerste twee pagina's over de geschiedenis van de EU.
Lees deze goed door via de volgende link:

Slide 5 - Tekstslide

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG)
Oprichting van de Europese Unie (EU)
Oprichting van de Europese Gemeenschap (EG)
Oprichting van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS)

Slide 6 - Sleepvraag

Je ziet hier de vlag van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal.
Hierop staan zes sterren voor de zes landen die dit hebben opgericht.

Welke landen zijn dit?

Slide 7 - Open vraag

In welk jaar zijn Zweden, Finland en Oostenrijk betrokken bij de samenwerking?
A
1981
B
1985
C
1991
D
1995

Slide 8 - Quizvraag

Schrijf de namen van minimaal twee landen op die in 2004 lid zijn geworden van de EU.


Slide 9 - Open vraag

Na de Brexit maakt Groot-Brittannië geen deel meer uit van de EU. Uit hoeveel lidstaten bestaat de Europese Unie nu?
A
26
B
27
C
28
D
29

Slide 10 - Quizvraag

BENELUX & EGKS
1948: Nederland, België en Luxemburg Benelux.
  • Gemeenschappelijke markt.
  • Geen invoerrechten
  • Europese samenwerking begon door de Marshallhulp van VS.
  • 1951: EGKS, onder leiding van Frankrijk én Duitsland.
  • Deelnemers: Frankrijk, Duitsland, Benelux, Italië.
  • Doel: Toezicht op kolen en staal voorkomt een nieuwe oorlog!

Slide 11 - Tekstslide

EEG
1958 Europese Economische Gemeenschap 
  • Eén markt met vrije handel tussen lidstaten.
  • Gemeenschappelijke tarieven voor de buitenwereld.
  • De Europese Commissie geplaatst in Brussel (bestuur van de EEG).
  • In de jaren ‘50 en ‘60 enorme economische groei--> EEG werd heel populair
  • Groot-Brittannië, Ierland, Denemarken, Griekenland, Spanje en Portugal werden na elkaar lid.

Slide 12 - Tekstslide

Raad van Europa

1949: Raad van Europa
Doel: Parlementaire democratie, rechtsstaat en mensenrechten verdedigen.

Europese hof voor de rechten van de mens. 

Slide 13 - Tekstslide

Triomf van de democratie
  • Na WOII lukte de democratie in (West-) Duitsland wel, waarom?
  • Duitsers wilden nu democratie.
  • Weimar Republiek voelde opgelegd.
  • Democratische hervormen verliepen nu rustig en gestructureerd.
  • Mensen werden nu steeds welvarender, geen crisis.

Slide 14 - Tekstslide

5

Slide 15 - Video

02:36
Waarom besloten veel Europese landen na WOII samen te gaan werken?

Slide 16 - Open vraag

05:04
Wat is de taak van het Europese Parlement?

Slide 17 - Open vraag

07:22
Wat moet een land in ieder geval doen om lid te worden van de EU

Slide 18 - Open vraag

10:19
Waardoor kan je nu op een verantwoorde manier parfum kopen waar je zeker van bent dat het niet getest is op dieren.

Slide 19 - Open vraag

12:56
Waarom kreeg de EU in 2012 de nobelprijs voor de vrede?

Slide 20 - Open vraag