Plichtethiek

Kantianisme /
Plichtethiek
 

Emanuel Kant
1724-1804
uitleg
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Kantianisme /
Plichtethiek
 

Emanuel Kant
1724-1804
uitleg

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je bent instaat om de inhoud van de plichtethiek te benoemen en uit te leggen.
Je weet wie de grondlegger was en wat zijn achtergrond is.
Je begrijpt wat de kern is van deze stroming.
Daarnaast kun je duidelijk uitleggen wat je zelf van deze stroming vindt en waarom.

Slide 2 - Tekstslide

Memorie 
 Om de beurt mag je twee kaartjes omdraaien. Als de kaartjes bij elkaar horen mag je de twee kaartjes op de juiste hotspot zetten. 
Als de kaartjes niet bij elkaar horen draai je de kaartjes weer om en is de andere speler aan de beurt. Wie heeft de meeste memories? 
Hedonisme
Utilisme
Wijsgerige ethiek
Ethiek
Christelijke ethiek

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Video

Beginjaren
  • Hij werd geboren op 22 april 1724 in Koningsbergen, Pruisen ten tijde van de Verlichting. 
  • Het gezin  was Luthers, nadruk op  eenvoudig leven met een sterk geloof in moraal voorschreef. 
  • Op zijn zestiende ging hij daar naar de universiteit, waar hij eerst theologie en vervolgens filosofie en wis- en natuurkunde studeerde.

Slide 5 - Tekstslide

kritiek op het utilisme


Voor Kant staat autonomie centraal. 

Als je kijkt naar geluk en genot, dan ben je niet bezig met wat jij zelf denkt

Slide 6 - Tekstslide

Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Dit zouden mensen meer moeten doen.
N
D
N
A
E
E
N
K

Slide 7 - Sleepvraag

Autonomie
  • Mensen bepalen zelf hun eigen wetten en regels. 
  • Dat betekent niet dat mensen doen waar zij zelf zin in hebben. 

Slide 8 - Tekstslide

Autonomie

Mensen moeten hun eigen wetten dan ook bepalen aan de hand van de rede.
(logisch nadenken) 

Slide 9 - Tekstslide

Mensen zijn verplicht om zich te houden aan hun eigen morele wetten/ plichten.

Slide 10 - Tekstslide

Kant
J.S. Mill
Epicurus
Je houden aan je eigen wetten en regels.
Vrijheid van meningsuiting.
Het belang van vriendschap.
Autononie van de mens.
Het belang van het individu.
De hedonistische calculus.

Slide 11 - Sleepvraag

Gevolg
Vrijheid van de mens. 

Je moet je niet laten leiden door anderen,  of door 
verlangens of nut. 

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer ben je volgens Kant een vrij mens?

Slide 13 - Open vraag

Categorisch imperatief

Onvoorwaardelijk gebod/ regel dat je jezelf oplegt.

Je bent verplicht je hier altijd aan te houden in elke situatie.


Slide 14 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een regel bij het categorisch imperatief.

Slide 15 - Open vraag

  • Doel: Morele wetten afleiden.
  • Vorm: Gebiedende wijs.
  • Maxime: Intentie die aan de handeling ten grondslag ligt. 

Slide 16 - Tekstslide

Doel

(plichten bij het categorisch imperatief)


1. zelf-perfectionering
2. geluk van andere mensen

Slide 17 - Tekstslide

T
I
S
N
I
N
A
K
T
timer
0:30
In de taartpuzzel staat een woord waarvan één letter ontbreekt. Je moet, binnen de tijd, de juiste letter slepen om het woord compleet te maken. Vervolgens schrijf je dit op in de volgende slide (open vraag).
Het woord kan links- of rechtsom te lezen zijn.
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z
A
B

Slide 18 - Sleepvraag


Geef een korte uitleg over het begrip, 
de persoon of de gebeurtenis.

Slide 19 - Open vraag

Regels bij het  

catagorisch imperatief

Slide 20 - Tekstslide

Regel 
Handel zo dat je de menselijkheid,  zowel in je eigen persoon  als in die van ieder ander, altijd vast houdt.

Slide 21 - Tekstslide

Regel!
 
Gebruik een persoon niet als middel om tot jouw doel te komen.

Slide 22 - Tekstslide

Gulden regel

Wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet!

Slide 23 - Tekstslide

Van wie komt de uitspraak uit bovenstaande dia?
A
Boeddha
B
Mohammed
C
Jezus
D
Rutte

Slide 24 - Quizvraag

Welk begrip is niet van toepassing bij Kant.
A
Plicht
B
categorisch imperatief
C
Verlichting
D
mens als middel

Slide 25 - Quizvraag

Hoe noemt de Kant de motivatie?
A
Hedonistische calculus
B
categorisch imperatief
C
super ego
D
maximus

Slide 26 - Quizvraag

Bij Kant gaat het vooral om:
A
verantwoordelijkheid
B
vrijheid
C
god
D
mensen

Slide 27 - Quizvraag

Zijn de leerdoelen behaald?
Ik ben instaat om de inhoud van de plichtethiek te benoemen en uit te leggen.
Ik weet wie de grondlegger was en wat zijn achtergrond is.
ik begrijp wat de kern is van deze stroming.
Daarnaast kan ik duidelijk uitleggen wat ik zelf van deze stroming vind en waarom.

Slide 28 - Tekstslide