Leesvaardigheid 4 - Tijddruk

Leesvaardigheid 4
Tijdsdruk, meerkeuzevragen, open vragen, combineervragen, juist/onjuist vragen

www.lessonup.app
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid 4
Tijdsdruk, meerkeuzevragen, open vragen, combineervragen, juist/onjuist vragen

www.lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heute
  • Wie sieht das Examen von 2023 aus?
  • Zeittipps
  • Wörterbuch benutzen
  • Spiel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examen 2024
39 vragen
46 punten

2,5 minuut per punt

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeittipps
  • Let op je 2,5 minuut (lezen, woordenboek, antwoord kiezen/formuleren, checken)
  • Verdeel het examen in 4 blokken, zodat je weet hoeveel je in een half uur zou moeten maken.
  • Opbouw: makkelijk - kort, moeilijk - lang, makkelijk - kort
  • Schrijf vertalingen op! Zo voorkom je dubbel opzoekwerk.
  • Sla vragen waar je even niet uitkomt over, maar laat geen punten liggen. Uiteindelijk altijd iets invullen, ook al is het een gok!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wörterbuch

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Ausgerechnet in Deutsch null Punkte" (titel)
Wat was de oorzaak?
timer
0:20
A
gespiekt tijdens het examen
B
lage scores op de opgaven
C
leerlingwerk zoekgeraakt
D
te laat voor de examenzitting

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt de tekst over Lee Adianez Rodriguez duidelijk?
timer
0:20
A
Ze had zich zonder toestemming van haar moeder voor een marathon aangemeld
B
Ze liep een andere afstand dan ze zich voorgenomen had
C
Ze vestigde in haar leeftijdscategorie een snelheidsrecord op de halve marathon
D
Ze werd gediskwalificeerd voor de 5-kilometer-afstand

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welche Aussage über Gijs stimmt mit dem 1. Absatz überein?
A
Er is erfahren und erfolgreich
B
Er is höher als die meisten anderen seiner Rasse
C
Er langweilt sich schnell
D
Er wird langsam zu alt für die Zirkusarbeit

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Ich durfte ... Pony verzichtete."
Was soll dieser Satz über Maja deutlich machen?
A
Sie arbeitet lieber mit Großpferden als mit Kleinpferden
B
Sie hat einen starken Willen
C
Sie ist regelmäßig krank

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welches Wort passt im Sinne des Textes in die Lücke in Absatz 3?
A
Flexibilität
B
Ordnung
C
Selbständigkeit
D
Unterhaltung

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie schließt der Satz "Willreinas Vater Ernesto ist Seefahrer." an den vorhergehenden Satz an?
A
mit einem Beispiel
B
mit einem Gegensatz
C
mit einer Erklärung

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
6:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Absatz 1
Absatz 2
Absatz 3
Absatz 4
Absatz 5
A. Medikamente mitnehmen
B. Nicht vergessen: Einbruchsversicherung abschließen
C. Essensregeln
D. Wohnung absichern
E. Reisedokumente rechtzeitig überprüfen
F. Übertragbaren Infektionskrankheiten vorbeugen
G. Erste-Hilfe-Paket

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chocolade eten kan gezond zijn. Er moet dan wel op twee dingen gelet worden. Schrijf de eerste twee Duitse woorden op van de zin waarin beide dingen worden genoemd.

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:30

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke twee organen kan chocolade volgens de tekst een positieve invloed hebben?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
4:30

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef van elk van de bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met alinea 1.

Slide 35 - Open vraag

  1. wel
  2. wel
  3. niet
  4. niet
Geef van elk van de bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met alinea 1.
  1. Vóór de Tweede Wereldoorlog was Coca-Cola populair in Duitsland. wel
  2. Fanta is ontwikkeld vanwege problemen met de aanvoer van grondstoffen voor Coca-Cola. wel
  3. Het recept voor Fanta is een goed bewaard bedrijfsgeheim. niet
  4. Fanta is van begin af aan een groot verkoopsucces geweest.  niet

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ende

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies