responsiecollege kennislijn chronisch zieken

responsiecollege kennislijn chronisch zieken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

responsiecollege kennislijn chronisch zieken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inhoud responsiecollege
  • intervention mapping model
  • verpleegundig proces & klinisch redeneren
  • zelfmanagement
  • zingeving
  • diversiteit 
  • overstijgende leervraag

Slide 2 - Tekstslide

aantal zeer brede leervragen zijn niet tijdig specifiek gemaakt; daarom  dit niet mee kunnen nemen in de voorbereiding
intervention mapping model
leervragen:
  1. (onderscheid ) stappen IM-model (Daly en Qaly)
  2. overeenkomsten IM en ASE-model
  3. IM-model en verpleegkundig proces
  4. voorbeeld toepassing IM model

Slide 3 - Tekstslide

Dilan, Burcin, Idil, Van Anh, Kim, Marit, Kees
IM stap 1
analyse en vaststellen problemen

Epidemiologische begrippen:
  • grootte gezondheidsprobleem
  • oorzaken (waaronder leefstijl & gedrag (ase-model))

IM stap 2
ontwerp programma / gedrag/ veranderdoelen
programma voor een groep individuen 

input vanuit analyse stap 1

veranderdoelen: ASE



Slide 4 - Tekstslide

daly: rekenmaat in vergelijken van aandoeningen of tussentijds evaluatie van preventieprogramma/ trends in de loop van de tijd

daly= ziektelast (obv geleefde jaren met ziekte (impact qol) en overlijden (eerder naar levensverwachting)

qaly: rekenmaat: mbt inzet van interventies/ preventieprogramma's 
IM en verpleegkundig proces
-gezien nieuw onderwerp: voortbouwen op voorkennis verpleegkundig proces wat betreft 6 stappen IM
-IM focus op preventie en doelgroepen

-verpleegkundig proces:
-ASE: onderdeel kritisch denken/ klinisch redeneren (voor individu)
-deelname een preventieprogramma (interventie voor individu)
-verpleegkundige diagnose op wijkniveau (carpenito)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld inzet IM
-hoorcollege preventie
-wetenschappelijk artikel in werkgroep 1/3 BLOK 3
-literatuur

-toets: zie proeftoets en eerdere socrative vragen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Optioneel: toelichting voor studenten
verpleegkundig proces & klinisch redeneren
leervragen:

-welke stappen van klinisch redeneren moet ik kennen voor de toets
-hoe kan ik denkprocessen uitleggen (i.r.t. klinisch redeneren)
-hoe herken ik de PES-methode in een toetsvraag

Slide 8 - Tekstslide

Vishma, Idil, Kees
Denkprocessen 
Interpreteren – verifiëren – labelen – vastleggen


Kritisch Denken (houding/concepten)
Klinisch Redeneren

Slide 9 - Tekstslide

houding: beroepshouding, eigenschappen van kritische denkers

input vanuit concepten: binnen deze cursus diverse thema's  (zmo, diversiteit, zingeving)=  diverse brillen voor analyse (van kijken naar zien/interpreteren vervolgens verifieren)

Stappen klinisch redeneren
In deze cursus focus op diagnostisch redeneren
Wilkinson e.a. (2020)  fasen niveau 1 t/m 4

niveau 1
1.Structureer de gegevens met behulp van een verpleegkundig kader (bijv Gordon)
2.Vergelijk de individuele gegevens met de bestaande normen om belangrijke aanwijzingen vast te stellen 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

niveau 2
3.cluster de belangrijke aanwijzingen: zoek naar patronen en verbanden
4.categoriseer de clusters in overeenstemming met het gekozen verpleegkundig kader
5.stel ontbrekende gegevens en tegenstrijdigheden vast 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

niveau 3
6.zoek voor ieder cluster zo veel mogelijk verklaringen. Besluit vervolgens welke hypothese de cluster het best verklaart. (soms kun je ook al probleem, etiologie of gerelateerde factoren vaststellen)
7.stel het probleem vast: feitelijke (actuele), dreigende (risico,- potentiële), mogelijke (hypothetische) verpleegkundige diagnosen, multidisciplinaire, medische problemen.
8. stel het vermogen van de zorgvrager vast 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

niveau 4
9.bepaal de etiologie of gerelateerde factoren / risicofactoren van de problemen
10.categoriseer de problemen in overeenstemming met het gekozen verpleegkundig kader
(11.verifieer de diagnosen en de vermogens met de zorgvrager)
12.selecteer een gestandaardiseerd label voor het probleem ( classificatie NANDA). Leg hiermee de gezondheidstoestand van de zorgvrager schriftelijk vast. => voor deze opdracht minimaal 3 diagnoses uitgewerkt volgens de PESS / PR methode
13.orden de diagnoses van hoge prioriteit-> lage prioriteit 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stappen klinisch redeneren
aanvullend voorbeeld: 
6 stappen van proactive nursing (Marc Bakker)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld vraag oefentoets
Casus: Loubna(19) is bekend met diabetes Mellitus type 1. In voorbereiding op het verpleegkundig consult lees je de resultaten uit de app waarin zij de uitslagen van haar bloedglucosemetingen invoert. Het valt je op dat er frequent metingen missen, ook zie je dat er weinig acties zijn ingezet bij hyper,- en hypoglycemische bloedwaarden. Tijdens het consult achterhaal je de situatie. Loubna vertelt dat het managen van haar bloedsuikers haar moeilijk afgaat tijdens het stagelopen in de supermarkt. De pauzes zijn kort en collega's tonen weinig begrip voor als zij tijdens haar werk bezig moet zijn met zijn diabetes. Loubna vertelt je dat zij het graag anders wil, maar ze weet niet hoe. Je besluit haar zorgplan aan te passen om beter te kunnen aansluiten bij haar zorgbehoeften.

Vraag: Welke van onderstaande verpleegkundige diagnose past het beste bij Loubna haar situatie?
Bereidheid tot verbetering van het gezondheidsmanagement
Ineffectief gezondheidsmanagement
Defensieve coping 





Slide 15 - Tekstslide

p: ineffectief gzh-management
e:omstandigheden werk, ?overige etiologie om als verpleegkundige te kunnen interveniëren niet in de casus...
s: frequent missen metingen, weinig acties ingezet bij hyper,- en hypoglycemie

symptom: wens tot verandering kan hier niet worden meegenomen.

daarnaast ZM is meer; ontbreken van gegevens over de situatie waarin ze vrij is/ geen stageloopt, geen aanvullende info over gzh-gedrag

defensieve coping:  informatie over dat ze in haar stagesituatie een probleem ervaart en daar nu geen effectieve manier van omgaan voor heeft gevonden; geen informatie over situatie buiten stage. Verdere inhoudelijke informatie over copingstrategieën emotioneel/ cognitief zijn niet opgenomen in de casus
zelfmanagement
leervragen:
  1. vormen/ definities zelfmanagement
  2. adaptieve opgaven toepassen
  3. pilotenmodel: hoe en wanneer te gebruiken?
  4. belangrijke competenties ZMO

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vormen/ definities ZM
  • verschillende domeinen
  • verschillende visies
  • invloed op onderlinge communicatie en organiseren / financieren  van zorg 
  • holistische blik 'VS' focus op (medische) gezondheidsuitkomsten / 'zelfredzaamheid' & zelf doen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

adaptieve opgaven: toepassen
Carla heeft in de training “ReumaUitgedaagd” geleerd hoe zij moeilijke gesprekken met een arts kan voeren. Bijvoorbeeld over wat zij wel of niet kan of wil. En dat ze dit ook kan en durft te zeggen.

 

In welk aspect van zelfmanagement heeft Carla zich nu ontwikkeld?
a. medisch management
b. rolmanagement
c. emotioneel management

Sleutel b

a. fout. Het betreft in deze casus niet het omgaan met de behandeling en/of zijn bijwerkingen in het dagelijks leven
b. goed. Het betreft een adequate relatie aangaan met haar arts / zorgverleners
c. fout: voorbeeld heeft geen aspecten rondom onzekere toekomst, zelfbeeld of emotionele balans.
Bron: Werkgroep 2 verpleegkunde, blok 1. Van Staa et al. (2018) hoofdstuk 1. Kennisclips zelfmanagement & adaptieve opgaven. 










Slide 18 - Tekstslide

Sarponmaa
amalia: geen specifieke vraag waar verdieping op literatuur/ hc/ wg-opdrachten nodig is
pilotenmodel: eigen regie
  • leven met een chronische aandoening = managen & besluiten nemen
  • pilotenmodel = hulpmiddel verpleegkundige: herkennen & handvatten voor eigen methodisch handelen
  • verpleegkundige bijvoorbeeld polikliniek/ wijkzorg/ ziekenhuis/ ggz/vgz/arbo



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

hulpmiddel voor eigen regie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

competenties / vaardigheden zelfmanagement 'patient'

zie ook: Generiek ZM-model
hoofdstuk 1 en 2 van Staa et al (2018)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

competenties verpleegkundige
zie ook Generiek ZM-model
Hoofdstuk 2 van Staa et al(2018)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zingeving
leervragen:
-koppeling denkproces en klinisch redeneren
-belang van zingeving voor patiënt en verpleegkundige
-succeservaringen/ empoweren

Slide 24 - Tekstslide

Idil, Fay,
belangen en klinisch redeneren
patiënt:
doelen zelfmanagement/ adaptieve opgaven
onderlinge samenhang/beinvloeding (zie ook HC zingeving, werkgroepopdrachten)

verpleegkundige:
-BN2020: holistische benadering kern van ons vak
-persoonsgerichte zorg
-succeservaringen: focus op competentie (dimensie zingeving) en empowerment (ZMO)

Slide 25 - Tekstslide

houding: beroepshouding, eigenschappen van kritische denkers

input vanuit concepten: binnen deze cursus diverse thema's  (zmo, diversiteit, zingeving)=  diverse brillen voor analyse (van kijken naar zien/interpreteren vervolgens verifieren)

Diversiteit & perspectieven op ziekte



  • illness
  • disease
  • sickness
Diversiteit en zorgverlening

medical pluralism (i.r.t. welke zorg  mensen inzetten  bij ziekte)
  • popular
  • professional
  • folk

cultural safe: persoonsgerichte zorg / professionele beroepshouding

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

overstijgende leervraag
'Mijn leervraag is of er bij het in kaart brengen van een patiëntprobleem middels een gesprek of volgens het.6 stappen model het pilotenmodel afzonderlijk of gelijktijdig dient te worden ingezet(bijvoorbeeld.als keuze mogelijk heid) in plaats van de 7 determinanten van gedrag om een oplossing en/of interventie te kunnen bieden of volledig EBP TE kunnen handelen. Hetzij in een multidisciplinair team of zonder een multidisciplinair team'


Slide 27 - Tekstslide

in kaart brengen patiëntprobleem (zicht krijgen op) : gesprek zoveel mogelijk methodisch (meest waardevol): anamnese en volgende stappen van het verpleegkundig proces of 5a-model. In dit gesprek kan je doorvragen op aspecten van gedragsdeterminanten (ZM vergt vaak aanpassingen in gezondheidsgedrag)

m.b.t. voorlichtingsgesprek (bijvoorbeeld na observatie/ vaststellen risico op ondervoeding/ decubitus): 6 stappen model voor gedragsverandering (één voorbeeld van een dergelijk model): gedragsdeterminanten zijn hierbij een onderdeel

pilotenmodel/ eigen regie = gelijktijdig: in anamnese/ 5a model achterhalen & observaties + in het proces rondom doelen stellen & plannen/ uitvoeren van interventies m.b.t. vastgesteld probleem

de informatie die je gebruikt t.a.v. besluitvorming: focus op EBP besluitvorming. Niet of-of, maar en-en om EBP te kunnen handelen
als verpleegkundige breng je de 3 pijlers van EBP bij elkaar m.b.t. (geïnformeerde) besluitvorming/ samen beslissen