Klas 3 - §3.3- Massaverhoudingen - LHE

Hoofdstuk 3: Chemische reacties
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Chemische reacties

Slide 1 - Tekstslide

Volgende toets

  • Repetitie H4
  • 3.3 is voorkennis voor H4: overmaat en ondermaat


  • Telt 2x mee
  • Na de voorjaarsvakantie


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 3.3
  • Je kunt rekenen met massaverhouding aan de hand van verhoudingstabellen.

  • Je kunt een massaverhouding afleiden uit gegeven massa's en de Wet van behoud van massa (Lavoisier)


Slide 3 - Tekstslide

Wet van behoud van massa

wet van behoud van massa: de totale massa van alle 
beginstoffen is gelijk aan die van de reactieproducten.
Deze wet noem je ook de Wet van Lavoisier
2H2+O22H2O

Slide 4 - Tekstslide

Massaverhouding
Bij de reactie: 

NH3 + HCl --> NH4Cl

Er is gegeven: Wanneer je 17,0 gram ammoniak met 36,5 gram HCl combineert, reageren beide stoffen volledig op. 
Hoeveel gram ammoniumchloride ontstaat er bij deze reactie?

Slide 5 - Tekstslide

Energie-effect   1/2
Een belangrijk kenmerk van een chemische reactie is het energie-effect.
Elke chemische reactie is exotherm of endotherm

exotherme reactie: 
  • Er komt energie vrij. 
  • Energie komt vrij in de vorm van warmte, licht, en/of geluid. 
  • Houdt zichzelf in stand


Slide 6 - Tekstslide

Energie-effect   2/2
endotherme reactie: 
  • Er is continu energie nodig
  • Dit kan aangevoerd worden door bijv. warmte, licht, of elektriciteit
  • Stopt vanzelf zonder energie aanvoer.


voorbeeld: eitje bakken

Slide 7 - Tekstslide

Reactiesnelheid     
reactiesnelheid: snelheid waarmee een reactie verloopt 




Er zijn vijf factoren die invloed hebben op reactiesnelheid.
Je moet ze alle vijf kennen, en kunnen zeggen welke invloed ze hebben.           

Slide 8 - Tekstslide

1. soort beginstof

De ene stof reageert simpelweg sneller dan de andere stof.

Magnesium + zoutzuur =    snel
Zink + zoutzuur =           langzaam



2. verdelingsgraad

Hoe fijner de stof verdeeld is, hoe sneller het reageert.

metaal poeder + zoutzuur =     snel
metaal blok + zoutzuur =  langzaam

Slide 9 - Tekstslide

3. concentratie

Hoe hoger de concentratie van de beginstoffen, hoe sneller het reageert.




4. temperatuur

Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller het reageert



Slide 10 - Tekstslide

5. katalysator
Je kunt de reactiesnelheid beïnvloeden door een hulpstof toe te voegen. Een katalysator zorgt ervoor dat een reactie sneller verloopt.

katalysator: een stof die een reactie sneller 
laat verlopen. De katalysator wordt niet verbruikt 
(je kunt hem dus hergebruiken).

enzym: een biologische katalysator (werkt in ons lichaam)

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat ga je doen?
Ik vond het kloppend maken moeilijk:
Begin met het oefenblad kloppend maken

Ik snapte het wel (dit is het huiswerk):
Maak het oefenblad reacties opstellen. 
1 t/m 15 = huiswerk voor over 3 weken.   

                                   






Slide 12 - Tekstslide