Jazz lessenreeks (3 lessen)

Muziekgeschiedenis
Jazz
1900-nu
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Muziekgeschiedenis
Jazz
1900-nu

Slide 1 - Tekstslide

Na deze lessenreeks:
  • Ken en herken je de technische termen / compositie technieken uit de Jazz: 
    > Bluesschema (12 maten schema)
    > Call & Response
    > Syncope
    > Dirty intonation / blue notes
    > Improviseren
    > Walking bass
    > Swing 
    > Scatten
    > Riffs
  • Heb je kennis over de verschillende stijlen binnen de Jazz: Blues / Ragtime / New Orleans jazz / Latin jazz /  Swing / Bebop / Cool Jazz / Free Jazz / Jazz Rock / Nu-Jazz
  • Kun je deze verschillende stijlen herkennen en beschrijven a.d.h.v. muzikale stijlkenmerken.
  • Ken en herken je de instrumenten uit een jazzcombo, Latin jazz band en bigband 

Slide 2 - Tekstslide

Dit weet ik al over jazz muziek

Slide 3 - Open vraag

Maatschappij
De bekendste is de trans-Atlantische slavenhandel naar Amerika. De West-Europeanen voerden toen (in de periode 1550-1800) duizenden Afrikanen in slavernij naar Noord en Zuid-Amerika waar ze moesten werken op plantages.
De slaven werden gekocht van Afrikaanse stamhoofden. Dit systeem was in Europa geaccepteerd en er werd grof geld aan verdiend; zwarte mensen werden als minderwaardig gezien, alsof ze geen echte mensen waren. Aan het einde van de 18e eeuw begonnen protestante groepen, zoals de Quakers te protesteren tegen de slavenhandel. Volgens hen waren alle mensen gelijk.

De (Afro-Amerikaanse) burgerrechtenbeweging (Engels: civil rights movement) was een sociale beweging in de Verenigde Staten die in de jaren 1950 en 1960 streed voor gelijkberechtiging van zwarte Amerikanen. 
Ze streed met geweldloze middelen (burgerlijke ongehoorzaamheid) 
tegen de juridisch vastgelegde rassensegregatie in het zuiden van de VS 
en de meer algemene discriminatie tegen zwarten.

Slide 4 - Tekstslide

De ontwikkeling van de Jazz muziek
Jazz vindt zijn wortels in de muzikale tradities van Afrika. Slaven uit West-Afrika brachten hun ritmische structuren en instrumenten mee naar Amerika. Deze muzikale elementen vermengden zich met Europese harmonieën en melodieën om een uniek nieuw geluid te vormen.

Slide 5 - Tekstslide

Blues
KENMERKEN
Melodisch
  • Dirty intonation
  • Glissando (slide op gitaar)
  • Blue notes
Harmonisch
  • 12 maten schema - I / IV / V 
Tempo
  • Overwegend langzaam
Klankkleur
  • Zang + gitaar of piano
Structuur
  • 12 maten / chorus 
  • Call & Respons
Muddy Waters - Hoochie Coochie man!

Tijdens de gitaarsolo is het 12 maten schema goed te horen!
Worksong

Slide 6 - Tekstslide

Ragtime
KENMERKEN
Melodisch
  • Syncopische melodie
Harmonisch
  • Gespeeld op de piano: afwisselende basnoten in octaven
    en akkoorden, melodie in rechterhand. 
Tempo
  • Overwegend up tempo
Klankkleur
  • Piano
Metrisch
  • Ragged time (verscheurde tijd)
  • 2/4 maatsoort
Eerste gecomponeerde en genoteerde Afro-Amerikaanse muziek
Wellerman (origineel zeemanslied)
In ragtime versie
Scot Joplin - Maple Leaf Rag
Beroemde ragtime componist

Slide 7 - Tekstslide

Jazz
ALGEMENE KENMERKEN
Melodisch
  • Improvisatie
  • Walking bass
  • Blue notes
Ritmisch
  • Beat
  • Swing
Klankkleur
  • Jazz combo's / Bigbands
  • Scatten / zang
  • Veel blazers + ritmesectie: akkoordinstrument (piano / gitaar) + bas (contrabas / basgitaar) + drums
Structuur
  • Afwisseling thema - solo's 

Slide 8 - Tekstslide

New Orleans Jazz (ca. 1910)
KENMERKEN
Melodisch
  • Gelijktijdige gezamenlijke improvisatie
Harmonisch
  • Herhalend (blues)schema 
Tempo
  • Overwegend up tempo
Klankkleur
  • Melodie: klarinet / trompet / cornet / trombone
  • Ritme: piano / banjo / gitaar / contrabas of tuba / drums
When The Saints Go Marching in
New Orleans jazz tijdens een begrafenis

Slide 9 - Tekstslide

Latin Jazz (ca. 1924-1940)
KENMERKEN
Jazz ontstaan door een mengeling van jazz + Afro-Cubaanse
(dans)muziek: salsa / merengue / mambo / chachacha
Ritmisch
  • Mengvorm van jazz met Zuid Amerikaanse ritmes
Klankkleur
  • Uitgebreide ritmesectie met latin jazz percussion
Manteca 
Dizzy Gillespie
Caravan 
bekende Latin Jazz standard

Slide 10 - Tekstslide

Swing (ca. 1930)
KENMERKEN
Jazz gespeeld door bigbands die spelen in danszalen. 
Uitgeschreven partijen voor alle instrumenten - call & respons - instrumentale solo's 
Ritmisch
  • Swing 
  • Een basis beat in kwarten en achtsten 
Metrisch
  • Half time (2/2)
Harmonisch
  • II - V - I (drieklank met toevoegingen)
Klankkleur
  • Bigband bezetting: (vaak met zang)
    Melodie: saxofoons + trompetten + trombones
    Ritme: ritmegitaar + piano + contrabas + drums 

Ella Fitzgerald / Duke Ellington
It don't mean a thing
Benny Goodman
Sing, sing, sing

Slide 11 - Tekstslide

Bebop (ca. 1940)
KENMERKEN
Musici beginnen zelf te componeren, waarbinnen ruimte is voor improvisaties. 
Thema's beginnen vaak unisono, daarna ruimte voor improvisaties, slot is herhaling van thema. 
Melodisch
  • Chromatiek 
Tempo
  • Extremen; zeer langzaam tot zeer snel
Structuur
  • Onregelmatige korte frases
Klankkleur
  • Small band / jazzcombo
    Solisten: saxofoon + trompet
    Ritme: piano + contrabas + drums 

Bebop 
Dizzy Gillespie
Giant Steps
John Coltrane

Slide 12 - Tekstslide

Cool Jazz (ca. 1950)
KENMERKEN
Ontstaan als reactie op de Bebop
Melodisch
  • Lange melodische frases
Ritmisch
  • Ritmesectie speelt exact en accentloos in tempo
Dynamiek
  • Ingehouden manier van spelen
Klankkleur
  • Jazzcombo
    Gebruik van brushes en dempers
    Solisten: saxofoon + trompet + dwarsfluit + hoorn + cello
    Ritme: piano + contrabas + drums 

So What
Miles Davis
Take Five
Dave Brubeck

Slide 13 - Tekstslide

Free Jazz (ca. 1960)
KENMERKEN
Akkoordenschema’s vervallen, de melodie beweegt zich vrijelijk over akkoorden heen.
Harmonisch
  • Dissonanten
Structuur
  • Aaneenrijging van melodische fragmenten
  • Onafhankelijkheid van schema, metrum, tempo, ritme en vorm
  • Vrije improvisatie zonder afspraken over bijv. tempo, toonsoort, ritme
Klankkleur
  • Jazzcombo
    Men haalde experimentele klanken uit instrumenten

Ornette Coleman

Slide 14 - Tekstslide

Jazz Rock (ca. 1970)
KENMERKEN
Samensmelting van (latin) jazz, soul en rock. 
Wordt vanaf 1980 jazz-rock fushion genoemd.
Melodisch
  • Herkenbare motieven en riffs
Ritmisch
  • Swing wordt vervangen door een straight (rock) beat
Klankkleur
  • Jazzcombo + popinstrumenten

Steely Dan
-
Do it again
Steps Ahead
-
Trains

Slide 15 - Tekstslide

NU - Jazz
KENMERKEN
Jazz maakt gebruik van andere muziekculturen door globalisering. 
Bijvoorbeeld EDM (elektronische dance muziek) en moderne jazz. 
Jazz wordt gespeeld over beats in house, drum&bass en techno. 
Structuur
  • Improvisaties spelen over elektronische beats
Klankkleur
  • Live muzikanten met elektronische beats
  • Verrassende samenstellingen 

Leo P
Snarky Puppy
Lingus
Yarden Saxophone
Lingus

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

De volgende vragen zijn:
Examenvragen over de stijlperiode
Jazz

Slide 18 - Tekstslide

Dit vragenblok gaat over de song Old Devil Moon uit 2003 van de Engelse jazzpianist en zanger Jamie Cullum.
Het fragment is het begin. Voor een jazzsong is dit begin bijzonder, gelet op de ongebruikelijke instrumentatie. Geef de technische term voor het ensemble, gelet op de instrumentatie.

Slide 19 - Open vraag

Het fragment is het einde van de intro en
het begin van couplet 1.
In de begeleiding klinkt steeds hetzelfde
ritme in de blazers en de piano en later
alleen in de piano.
Welk notenvoorbeeld geeft dat ritme het best weer?

A
A
B
B
C
C

Slide 20 - Quizvraag

De melodie in het fragment bestaat uit zes motieven. Deze motieven zijn (ritmisch vereenvoudigd) weergegeven, maar niet in de juiste volgorde. 
Zet de motieven in de juiste volgorde. Begin met motief 5.

1
2
3
4
5
6

Slide 21 - Sleepvraag

Het fragment is een deel van couplet 3.
De tekst is weergegeven.
Noem twee manieren waarop het woord 'love'
in de zang benadrukt wordt.
Just when I think I'm free as a dove, old devil moon deep in your eyes blinds me with love 

Slide 22 - Open vraag

Het fragment is het begin van een instrumentaal gedeelte.
De contrabas speelt op elke tel een noot.
Geef de technische term voor een dergelijke baspartij.

Slide 23 - Open vraag

Het fragment is het begin van een instrumentaal gedeelte. De saxofoon speelt een solo. Deze solo is ter plekke bedacht.
(Geef de technische term voor een solo die ter plekke wordt bedacht.

Slide 24 - Open vraag

Zowel fragment 1 als fragment 2 is een refrein.
Fragment 2 klinkt energieker.
Noem twee manieren waardoor dit energieker karakter ontstaat.
Fragment 1
Fragment 2

Slide 25 - Open vraag

Dit weet ik nu over Jazz

Slide 26 - Woordweb