H1.2 1D Begrijpend lezen

H3
Leesstrategieën
Titel en tussenkopje

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3
Leesstrategieën
Titel en tussenkopje

Slide 1 - Tekstslide

Welke vier leesmanieren ken je?

Slide 2 - Open vraag

Theorie (leesstrategieën)
Je hebt vier leesstrategieën:
  • Verkennend lezen
    Je wilt een eerste indruk krijgen van een tekst. Je bekijkt hem, maar leest hem nog niet echt.
  • Nauwkeurig lezen
    Je wilt weten wat er in de tekst staat. Je wilt hem begrijpen. Je leest hem helemaal.
  • Zoekend lezen
    Je hebt een vraag, waar je antwoord op wilt heben. Je zoekt in de tekst het antwoord.
  • Studerend lezen
    Je wilt de tekst leren. Je leest om te kunnen onthouden.

Slide 3 - Tekstslide

Verkennend lezen
Nauwkeurig lezen




Zoekend lezen




Studerend lezen
Je wil weten wat de betekenis is van 'dictatuur'.
Je wilt het onderwerp van een tekst weten.
Voor biologie moet je leren hoe de fotosynthese werkt.
Je wilt weten wat het woord 'trivia' in de tekst betekent, maar je hebt geen woordenboek
Je leest een Donald Duck strip.

Slide 4 - Sleepvraag

Theorie (titel en tussenkopje)
Bijna elke tekst heeft een titel. Deze kan twee functies hebben:
  • Het onderwerp noemen
  • Een aanwijzing geven over het onderwerp

Een krant heeft geen titel, maar een kop of een kopje.

Een tussenkopje is een titel ín een tekst, die aangeeft waarover een tekstgedeelte gaat.

Slide 5 - Tekstslide

Welke twee functies kan
een titel hebben?

Slide 6 - Open vraag

Theorie (onderwerp en deelonderwerp)
Het onderwerp
  • Is waar de tekst over gaat;
  • Wordt in een paar woorden geformuleerd;
  • Wordt gevonden door naar de titel te kijken of door de eerste alinea te lezen.

Het deelonderwerp = het onderwerp van een tekstgedeelte.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe zie je dat een
nieuwe alinea begint?

Slide 8 - Open vraag

Theorie (alinea)
In elke alinea wordt een stukje van het onderwerp behandeld.

Hoe herken je een alinea?
  • De laatste regel is vaak niet helemaal vol (altijd)
  • De eerste regel springt in (soms)
  • Er staat een witregel tussen twee alinea's (soms)

Slide 9 - Tekstslide

Oefening tussendoor
Zoek in je lesboek een tekst waarin een alinea inspringt.

Slide 10 - Tekstslide

En nu werken jullie!
H1.2 Opdr. 3-4-5

Slide 11 - Tekstslide