H2.8 Spelling WW en Hoofdletters

  Spelling
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

  Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt

Slide 2 - Quizvraag

Er is vandaag iets vervelends gebeurd. Gebeurd is hier...
A
Voltooid deelwoord
B
Persoonsvorm

Slide 3 - Quizvraag

Wie weet wat er vanavond ........... is?

A
gebeurd
B
gebeurt

Slide 4 - Quizvraag

Ik ... (vinden) spelling erg lastig.
A
vindt
B
vind

Slide 5 - Quizvraag

Wat is goed?
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 6 - Quizvraag

Wat is goed?
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 7 - Quizvraag

Vin.... jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind

Slide 8 - Quizvraag


(worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?
A
word
B
wordt

Slide 9 - Quizvraag



Ik vind(en) het geweldig dat jij je aanmeld(en) om oudjes te helpen.
A
vind/aanmeld
B
vindt/aanmeldt
C
vindt/aanmeld
D
vind/aanmeldt

Slide 10 - Quizvraag

Waarom ... (vinden) jij Spanje zo'n leuk vakantieland?
A
Vind
B
Vindt

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel kilometer ... (rijden) je vader per jaar in de auto?
A
Rijd
B
Rijdt

Slide 12 - Quizvraag

Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 13 - Quizvraag

Vul aan:

Die ..... (verbranden) barbecueworstjes moet je niet meer eten.
Uitleg
Het werkwoord verbranden wordt in deze zin bijvoeglijk gebruikt. Bijvoeglijk gebruikte werkwoorden schrijf je zo kort als mogelijk!
A
verbrande
B
verbrandde
C
verbranden
D
verbrandden

Slide 14 - Quizvraag

Welke leestekens gebruik je bij een citaat?
A
komma's en uitroeptekens
B
dubbele punt en aanhalingstekens

Slide 15 - Quizvraag

De man fluisterde: "Ik kan niet meer".
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
25 euro moest ik betalen voor dat t-shirt.
B
25 Euro moest ik betalen voor dat t-shirt.

Slide 17 - Quizvraag

Welke spelling is goed? Let op de hoofdletter.
A
'S Nachts zie je de maan het best.
B
'S nachts zie je de maan het best.
C
's nachts Zie je de maan het best.
D
's Nachts zie je de maan het best.

Slide 18 - Quizvraag


Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Johan de vries
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Einde

Slide 21 - Tekstslide

We gaan beginnen!

Slide 22 - Tekstslide