NM Het weer verandert

Het weer verandert....
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het weer verandert....

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wind waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quizvraag

Als we een hogedrukgebied hebben gaat het regenen.
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quizvraag

Als de neerslag op het land valt en via een omweg in de zee terug komt noemen we dit ....
A
de korte kringloop van het water.
B
de lange kringloop van het water.

Slide 6 - Quizvraag

2 De kaart van bron 1 gaat over de verschillen in luchtdruk in Europa.
Bij welke letter in bron 1 was de windsnelheid op 10 september 2013 het hoogst?
A
bij letter P
B
bij letter Q
C
bij letter R
D
bij letter S

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

2 Twee leerlingen doen een uitspraak over luchtdruk.
Uitspraak 1: hoe dichter de isobaren bij elkaar liggen, hoe zwakker de wind is die daar waait.
Uitspraak 2: in hogedrukgebieden stijgt de lucht op en is de kans op neerslag groot.
Wat is juist?
A
1
B
2
C
beide onjuist
D
beide juist

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

4 Bekijk bron 3.
Welke beschrijving hoort bij het weer in Nederland op 11 april 2007?
A Het was bewolkt en droog.
B Het was bewolkt en regenachtig.
C Het was onbewolkt en droog.
D Het was onbewolkt en regenachtig.
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 13 - Quizvraag

Het weer verandert....

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

natuurlijke broeikaseffect
versterkte broeikaseffect
Broeikasgassen
Broeikasgassen:
  • kooldioxide (CO2)
  • methaan (CH4)
  • waterdamp (H2O)
Door verbranden aardgas, aardolie en steenkool komen er meer broeikasgassen in de atmosfeer.
Gevolgen versterkt broeikaseffect:
  • Zeespiegelstijging 
  • Gemiddeld hogere temperaturen
  • Meer hittegolven
  • droogte
  • misoogsten
  • watertekorten
  • Wanneer het regent zal de neerslagintensiteit veel groter zijn.
Het vermogen van de aarde om warmte vast te houden door de aanwezigheid van natuurlijke broeikasgassen in de atmosfeer.

Zonder natuurlijk broeikaseffect is er geen leven op aarde mogelijk!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

0

Slide 23 - Video

Het glas stroomt ... als de ijsblokjes smelten.
A
over
B
niet over

Slide 24 - Quizvraag

Het glas stroom over als we deze ijsblokjes erbij doen.
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Arctica = Noordpool:
Zee-ijs (De ijsblokjes zitten al in het glas.)
Als zee-ijs smelt dan stijgt de zeespiegel niet.
Antarctica = Zuidpool:
Landijs (De ijsblokje zitten nog niet in het glas.)
Als landijs smelt stijgt de zeespiegel.

Slide 26 - Tekstslide

Gevolgen van de klimaatverandering voor Nederland
  • De zomers worden warmer en droger
  • Bepaalde planten- en diersoorten verdwijnen
  • Nieuwe soorten komen naar Nederland (effect voor de voedselpiramide)
  • Andere ziektes

Slide 27 - Tekstslide

Gevolgen van de klimaatsverandering voor Spanje
  • Temperatuurstijging
  • Negatieve waterbalans
  • Verwoestijning van grote delen van het land
  • Toename van uv-straling (door hoge luchtdruk)
        - Gevaren voor de gezondheid
  • Afname van het toerisme
       - Afname van de werkgelegenheid

Slide 28 - Tekstslide