1. Klas 3 Spelling blok 2

Vandaag
Starten met:
13.45uur Bladzijde 7 uit jouw werkwoordschemaboekje 
              (openen - .....)
Klaar? ->  verder lezen in je leesboek

14.00uur inleveren bladzijde 7 (5min)
14.05uur Uitleg Blok 2 Spelling (lessonup)
14.15uur Maken Blok 2 Spelling (15 min.)

timer
15:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Starten met:
13.45uur Bladzijde 7 uit jouw werkwoordschemaboekje 
              (openen - .....)
Klaar? ->  verder lezen in je leesboek

14.00uur inleveren bladzijde 7 (5min)
14.05uur Uitleg Blok 2 Spelling (lessonup)
14.15uur Maken Blok 2 Spelling (15 min.)

timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Starten met:
10.05uur Bladzijde 8 uit jouw werkwoordschemaboekje (10 min.)
              (bekennen- blokken)

10.15uur  bladzijde 8 af.
10.15uur  Uitleg Blok 2 Spelling (lessonup)
10.30uur  Maken Blok 2 Spelling (15 min.)


timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

boek lezen 
timer
20:00

Slide 3 - Tekstslide

Spelling Blok 2
Na deze paragraaf:
  • heb je de spelling van het voltooid deelwoord herhaald;
  • weet je hoe je werkwoorden uit het Engels in het Nederlands moet spellen;
  • kun je bijvoeglijke naamwoorden spellen die aangeven van welk materiaal iets is gemaakt;





Slide 4 - Tekstslide

Wat is een klankveranderend werkwoord?

Slide 5 - Open vraag

Noem een klankveranderend werkwoord

Slide 6 - Woordweb

De brand is ......
A
geblusd
B
geblusdt
C
geblust

Slide 7 - Quizvraag

Werkwoorden uit het Engels. Hoe gebruik je de spellingsregel?
A
Je gebruikt de Ned. spellingsregels .
B
Je gebruikt de Engelse spellingsregels .

Slide 8 - Quizvraag

Welke Engelse werkwoorden ken je die we in het Nederlands gebruiken?

Slide 9 - Woordweb

Wat weet je over het 't exkofschip?

Slide 10 - Woordweb

Ik ........... gisteren met mijn vrienden
A
jog
B
jogte
C
jogdde
D
jogde

Slide 11 - Quizvraag

Ik ......... (rugbyen) gisteren.

Slide 12 - Open vraag

Ik heb gisteren...... (rugbyen)

Slide 13 - Open vraag

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
Geef voorbeeld(en)

Slide 14 - Woordweb

Wat zijn stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden?
Geef voorbeeld(en)

Slide 15 - Woordweb

De...................foto
A
mooiie
B
mooie
C
mooïe
D
vergrootte

Slide 16 - Quizvraag

De...................foto
A
vergrotte
B
vergroote
C
vergrote
D
vergrootte

Slide 17 - Quizvraag

De................. staaf
A
aluminium
B
aluminiumen

Slide 18 - Quizvraag

De.................kist
A
houte
B
houten

Slide 19 - Quizvraag

De.................boot
A
polyester
B
polyester

Slide 20 - Quizvraag

Spelling Blok 2
timer
25:00

Slide 21 - Tekstslide

Hij .......... naar huis
A
rac
B
racet

Slide 22 - Quizvraag

Ik ............ gisteren naar huis.
A
race
B
racen
C
racete

Slide 23 - Quizvraag

Waarom is het racete in de verleden tijd?
A
de ik vorm eindigt op e
B
de ik vorm eindigt op s
C
je hoort een s klank op het eind.

Slide 24 - Quizvraag

Hoe schrijf je bloggen in de verleden tijd enkelvoud?

Slide 25 - Woordweb