Extra oefening: herhaling werkwoorden

Programa
Repaso 
Verbos regulares
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Programa
Repaso 
Verbos regulares

Slide 1 - Tekstslide

persoonlijke vnw - los pronombres
yo                                   (ik)
tú                                    (jij)
él/ella/usted              (hij/zij/u)
nosotros/nosotras  (wij)
vosotros/vosotras    (jullie)
ellos/ellas/ustedes   (zij m/zij v/ u mv)

In het Spaans hoeft het persoonlijk vnw er niet bij te staan. Je kunt aan het werkwoord zien welke persoon bedoeld wordt.

Slide 2 - Tekstslide

Verbos regulares en presente

Slide 3 - Tekstslide

yo
él, ella, usted
nosotros/ nosotras
vosotros/ vosotras
ellos, ellas, ustedes
viven
hablo
vende 
vivimos
vendo
es
eres
habla
aprendemos
estudiáis
trabajan
hablamos
vivís
escribes
buscamos
sois
son

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

tener
tengo un perro
tienes una casa
tiene un coche
tenemos móvil
tenéis ordenador
tienen muchos amigos 
tengo 22 años

Slide 6 - Tekstslide

SER
Maak DEZE opdracht
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

ser, yo
A
soy
B
eres
C
es
D
sois

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste vervoeging van
vosotros (ser)
A
eres
B
somos
C
soy
D
sois

Slide 9 - Quizvraag

Nosotros...........(hablar)

Slide 10 - Open vraag

hablar, tú

Slide 11 - Open vraag

ser, usted

Slide 12 - Open vraag

ser, vosotros

Slide 13 - Open vraag

ser, yo

Slide 14 - Open vraag

tener, Pepe

Slide 15 - Open vraag

tener, tú

Slide 16 - Open vraag

Nosotros (vivir)
A
vivisteis
B
vivimos
C
vivemos
D
vivís

Slide 17 - Quizvraag

Tú ......................(vivir) en Amersfoort
A
vivas
B
vives
C
vivis
D
vivéis

Slide 18 - Quizvraag

Persoonlijke voornaamwoorden

(yo)                                                
(tú)                                   
(él, ella, usted, ..)                La chica / El señor Perez / El supermercado

(nosotros/-as)                     Maria y yo / tú y yo
(vosotros/-as)                      Maria y tú
(ellos, ellas, ustedes, ..)   Juan y Maria

Slide 19 - Tekstslide

cantar, Carmen y yo

Slide 20 - Open vraag

vender, Paco y tú

Slide 21 - Open vraag

María y José (vivir)

Slide 22 - Open vraag

¿Quieres practicar más?
Wil je meer oefenen? 


Slide 23 - Tekstslide

Leren vervoegen met VERBUGA 
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Fin
¡Suerte en el examen!

Slide 25 - Tekstslide