Lesson 19

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Lesson 19

What are we going to do:

1. Watch Newsround'

2.. Uitleg adverbs/adjectives

3. Oefenen adverbs/adjectives

Goal of this lesson:

1. Je weet wat het verschil is tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord.

2. Je weet wanneer je een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord moet gebruiken.

www.bbc.co.uk

Adjectives (bijv. naamwoorden)

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

He is a slow walker.

My mother has a loud voice.

Engels zelfstandig naamwoord
(noun)

Adverbs (bijwoorden)

Een bijwoord zegt iets over een werkwoord.

He walked slowly.

My mother talked loudly.

Engels werkwoord
(verb)

Do you see the difference?

Adjectives

loud

slow

dangerous

bad

easy

Adverbs

loudly

slowly

dangerously

badly

easily

"The teacher talks slowly."
Waar zegt het woord slowly iets over?

"That's a dangerous road."
Waar zegt dangerous iets over?

She drives very dangerously.
Waar zegt dangerously iets over?

"They sing beautifully."
Waar zegt beautifully iets over?

"I just bought a beautiful dress."
Waar zegt beautiful iets over?

sing-beautiful

cook-bad

shout-loud

help-quick

quizizz.com

Goal of this lesson:

1. Je weet wat het verschil is tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord.

2. Je weet wanneer je een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord moet gebruiken.