Pedagogische visies binnen onderwijs

Als pedagogisch medewerker handel je op basis van een visie. Die is vaak gebaseerd op de visie van bekende pedagogen.
Wat is een pedagogische visie? Kies het juiste antwoord.

A
Een sfeer waarin kinderen zich sociaal, emotioneel en intellectueel kunnen ontwikkelen.
B
Een samenhangend geheel van opvattingen over de opvoeding van kinderen
C
Een theorie over opvoeding, ontwikkeld door een deskundige
D
Een beweging in de overtuiging van ouders
1 / 60
volgende
Slide 1: Quizvraag
PedagogieSecundair onderwijs

In deze les zitten 60 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Als pedagogisch medewerker handel je op basis van een visie. Die is vaak gebaseerd op de visie van bekende pedagogen.
Wat is een pedagogische visie? Kies het juiste antwoord.

A
Een sfeer waarin kinderen zich sociaal, emotioneel en intellectueel kunnen ontwikkelen.
B
Een samenhangend geheel van opvattingen over de opvoeding van kinderen
C
Een theorie over opvoeding, ontwikkeld door een deskundige
D
Een beweging in de overtuiging van ouders

Slide 1 - Quizvraag

Uitgangspunten : Ruimte(binnen en buiten), materialen, kijken en luisteren
A
Pikler
B
Reggio Emilia

Slide 2 - Quizvraag

Emmi Pikler
A
Oostenrijks-Hongaarse arts
B
Italiaanse pedagoog

Slide 3 - Quizvraag

Visie gericht voornamelijk op baby's:
A
Pikler
B
Reggio Emilia

Slide 4 - Quizvraag

‘Kinderen zijn elkaars eerste pedagoog.’
A
Pikler
B
Reggio Emilia

Slide 5 - Quizvraag

De Hongaars-Oostenrijkse kinderarts Emmi Pikler is de grondlegster van de Piklermethode voor babygroepen.
De methode van Pikler is gebaseerd op het………………dat zij heeft in de kracht van kinderen.

Slide 6 - Open vraag

Visie gericht op natuurlijk aanwezige leergierigheid:
A
Pikler
B
Reggio Emilia

Slide 7 - Quizvraag

Reggio Emilia grondlegger was:
A
Emilia Malaguzzi
B
Loris Malaguzzi
C
Maria Montessori
D
Luigi Giussani

Slide 8 - Quizvraag

3 belangrijke uitgangspunten: spelen, leren, verzorgen
A
Pikler
B
Reggio Emilia

Slide 9 - Quizvraag

Freinet 50B
We hebben 2 belangrijke pedagogische visies gezien binnen de kinderopvang. 
Tijd voor het onderwijs! 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Kun je een voorbeeld geven van een pedagogische stroming binnen onderwijs?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Hoe leren? 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld
Werken met leeractiviteiten waarin verschillende vakken/vakdomeinen zijn geïntegreerd (werken in een context, vakoverstijgend)
Voorbeeld: als een leerling een eigen tekst schijft is hij bezig met woordschat, spelling, taal, inhoud, grammatica, stellen, fantasie, creativiteit, voostellingsvermogen, verdieping in een onderwerp etc.

Slide 18 - Tekstslide

Buiten leren! 
* Niet enkel leren uit schoolboeken maar de natuur in of bedrijven bezoeken
* Deze ervaringen leggen de leerlingen vast in verslagen en verhalen en deze werden gepubliceerd in schoolkrantjes

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Wat is volgens jullie de rol van de leerkracht binnen Freinet?

Slide 22 - Open vraag

Schooldag Freinet
De schooldag begint standaard met de klassenvergadering, waarin volgens een vaste routine de dingen van de dag worden doorgesproken, zoals werkafspraken en het programma van uur tot uur. 

De dag eindigt met een korte terugblik en een bespreking van de punten die de kinderen en de leerkracht gedurende de dag op het vragenbord hebben geschreven. 

Leerervaringen en ontdekkingen worden vaak gedeeld via de klassenkrant en een weblog.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Welke voor-of nadelen zie je na deze info over Freinet onderwijs?

Slide 25 - Open vraag

Kleine test

Slide 26 - Tekstslide

Freinet was een Franse ...
A
Onderwijzer
B
Pedagoog

Slide 27 - Quizvraag

Pedagogische visie van Freinet wordt voornamelijk gebruikt binnen...
A
Kinderopvang
B
Onderwijs

Slide 28 - Quizvraag

De quote van Freinet is:
A
Laat het mij zelf doen
B
Leg het mij uit en ik vergeet het. Laat het me zien en ik onthoud het misschien. Betrek me erbij en ik begrijp het

Slide 29 - Quizvraag

Basis van de visie is...
A
Gericht op ervaringen en beleving
B
Gericht op de natuur en materialen

Slide 30 - Quizvraag

Rol van de leerkracht is...
A
Sturen
B
Begeleiden

Slide 31 - Quizvraag

De Franse onderwijzer Célestin Freinet vond het belangrijk om te werken vanuit de belevings- en ervaringswereld van kinderen.
Welke taken voor een pedagogisch werker geven het beste de uitgangspunten van Freinet weer?

A
Het kind begeleiden bij zijn drang om te onderzoeken en te experimenteren. Positieve resultaten benadrukken. Geen dwang uitoefenen.
B
Hanteren van duidelijke regels. Geheugen versterken aan de hand van ritme en beweging. Rust brengen op de groep.
C
De omgeving voorbereiden. Je als begeleider bescheiden opstellen en alle vertrouwen hebben in kinderen. Rekening houden met de gevoelige periodes van kinderen.
D
Met, in plaats van over, het kind spreken. Observaties schriftelijk bijhouden. Gelijkwaardigheid, respectvolle omgang met elkaar

Slide 32 - Quizvraag

Maak de uitspraak van Freinet af. Kies de juiste woorden.
‘Ik hoor en ik …………….ik zie en ik ……………, ik doe en ik …………….

Slide 33 - Open vraag

Leg uit wat Freinet bedoelt met zijn uitspraak over horen, zien en doen.

Slide 34 - Woordweb

5OB - Maria Montessori

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Maria Montessori
- Eerste vrouwelijke Italiaanse arts.
- Werkte in de beginjaren voornamelijk met kinderen met beperking/acterstand.
- Regering gaf haar opdracht school op te richten in armere buurten van Rome.  
- Methode sloeg aan, en op verschillende plaatsen starten Montessori scholen. 

Slide 37 - Tekstslide

- In 1934 verbreekt ze de band met Italië, omdat Mussolini haar manier van werken in vraag stelt. 
- Ze komt in Nederland terecht en daar is nu nog het hoofdkwartier van de methode. 

Slide 38 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij
Montessori onderwijs?

Slide 39 - Open vraag

Visie:

- Kinderen uit zichzelf ontwikkelen zolang ze zich in een goede omgeving bevinden met materialen die ‘uitnodigen tot handelen’. 
- Kinderen hebben volgens Montessori een natuurlijke drang tot zelfontplooiing.

Slide 40 - Tekstslide

- Volgens de Montessori-methode moeten opvoeders en onderwijzers vooral behulpzaam zijn.
- Ze mogen het eigen initiatief van de kinderen niet belemmeren. 
- Opvoeders moeten kinderen vooral observeren en proberen te ontdekken waar de interesses en ontwikkelingen liggen.

Slide 41 - Tekstslide

Ontwikkelingsmateriaal is HEEL belangrijk binnen deze visie! 

- Ze vermeed het gebruik van traditioneel speelgoed, waaronder poppen, en hield ook niet van het vertellen van sprookjes en leren van versjes.
- Dit gaf geen meerwaarde binnen de ontwikkeling en zelfontplooiing. 

Slide 42 - Tekstslide

De Montessori materialen zijn zintuigelijke materialen. 
Ze bezitten een specifieke eigenschap en hebben een zogenaamde "controle van de fout". 
==>De kinderen ontdekken zelfstandig wanneer zij een fout maken en het materiaal is zodanig uitgerust dat zij zelf de correctie kunnen maken.

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Werking
- Individueel of in kleine groepjes werken. 
- Verschillende leeftijdsgroepen bij elkaar. (3 leerjaren in 1 groep)
- Veel materiaal
- Zelfreflectie => kind ontdekt zelf fouten, en moet deze zelf verbeteren. 
- Oefenen per vaardigheid

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Slide 47 - Link

Opdrachtomschrijving:
1. Lees het artikel.
2. Analyse voor en nadelen
Som de voor en nadelen op die je kan terugvinden binnen het artikel. Maak een document op waarbij je de voor en nadelen opsomt. Focus op thema's zoals: individuele begeleiding, zelfstandig leren, omgang met anderen, gebrek aan huiswerk, etc.
3. Bespreking: 
Klas zal verdeeld worden in 5 groepjes van 3.  Ga in gesprek over de voor en nadelen die iedereen heeft gevonden. Wat zijn de belangrijkste punten die jullie vinden? 
4. Debat:
Ga in je groepje het debat aan over de voor en nadelen. Wat maakt het Montessori onderwijs zo goed/interessant is,  of wat zorgt er net voor dat deze manier van onderwijs de kwaliteit naar beneden haalt? 
Gebruik argumenten uit het artikel om je mening weer te geven. 
5. Reflectie:
Schrijf een kort verslag met je persoonlijke standpunt over het Montessori onderwijs. 
Ben je voorstander van deze vorm van onderwijs, of sta je nogal twijfelachtig tegenover? Wat zijn je argumenten hierover, welke positieve of negatieve punten merk je op binnen deze visie, zou je zelf naar een Montessori school gaan,...? 





Slide 48 - Tekstslide

Steiner 5OB

Slide 49 - Tekstslide

Wie is de grondlegger van de Steiner pedagogie?
A
Maria Steiner
B
Rudolf Steiner
C
Frederich Steiner
D
Steiner Deway

Slide 50 - Quizvraag

Wat is een kernprincipe van de Steinerpedagogie?
A
Competitie stimuleren tussen leerlingen
B
Individuele leerplannen voor elke student
C
Het integreren van kunst en creativiteit in het lesprogramma
D
Gebruik van gestandaardiseerde tests voor evaluatie

Slide 51 - Quizvraag

Wat wordt er vaak gebruikt om lessen in de Steinerpedagogie te illustreren?
A
Computers en tablets
B
Boeken en werkbladen
C
Natuurlijke materialen en verhalen
D
Videomateriaal en documentaires

Slide 52 - Quizvraag

Wat wordt vaak benadrukt in de Steinerpedagogie met betrekking tot de ontwikkeling van kinderen?
A
Het belang van vroege specialisatie
B
Het volgen van een vastgesteld leerplan
C
Het respecteren van de individuele ontwikkeling van elk kind
D
Het versneld doorlopen van schoolniveaus

Slide 53 - Quizvraag

Welk aspect van de natuur speelt een belangrijke rol in de Steinerpedagogie?
A
Weerfenomenen
B
Menselijk lichaam
C
Planten en dieren
D
aardrijkskundige processen

Slide 54 - Quizvraag

Hoe worden leraren in de Steinerpedagogie vaak aangeduid?
A
Instructeurs
B
Mentoren
C
Leerkrachten
D
Gidsen

Slide 55 - Quizvraag

Welke leerplan volgen Steinerscholen?
A
Geen
B
Eigen gemaakte doelen
C
Leerplan volgens het departement onderwijs

Slide 56 - Quizvraag

Wat is een belangrijk doel van de Steinerpedagogie?
A
Het voorbereiden van studenten op gestandaardiseerde tests
B
Het stimuleren van sociale vaardigheden en empathie
C
Het maximaliseren van academische prestaties
D
Het ontwikkelen van competitieve houdingen tussen leerlingen

Slide 57 - Quizvraag

Met wat begint de dag in een Steinerschool?
A
Bezinning
B
Filosoferen

Slide 58 - Quizvraag

Vanuit welke benadering kijken ze naar leren van een kind?
A
Holistische
B
Ervaringsgericht
C
Academisch

Slide 59 - Quizvraag

Casusbespreking

Slide 60 - Tekstslide