Hoe veranderen techniek en wetenschap ons mensbeeld? - 5.2 Het brein als informatieverwerker en computer

Hoe veranderen techniek en wetenschap ons mensbeeld?
5.2 Het brein als informatieverwerker en computer
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe veranderen techniek en wetenschap ons mensbeeld?
5.2 Het brein als informatieverwerker en computer

Slide 1 - Tekstslide

Informatieverwerking
Cognitivisme vat het denken op als informatieverwerking.

Het brein dat prikkels (informatie) verwerkt.

Het brein dat informatie wisselt tussen alle cognitieve processen.

Slide 2 - Tekstslide

Computationalisme
= het verwerken van informatie wordt opgevat als het volgen van regels - algoritmes zoals bij een computerprogramma.

(een specifieke variant van het cognitivisme, ook wel computationele theorie)

Algoritmes: een combinatie van eenvoudige verrichtingen die gecombineerd kunnen worden om een complexe taak stapsgewijs te kunnen uitvoeren.


Slide 3 - Tekstslide

Computationalisme
Brein en computers zijn fundamenteel hetzelfde (geen metafoor!)

Computer mist niet essentieels (wat de mens wel zou hebben) en de belangrijkste kenmerken worden gedeeld. 

Alan Turing (1912-1954) en de Turingtest.

Slide 4 - Tekstslide

Informatie als representatie
Informatie als 'voorstelling van de werkelijkheid'.

'De deur is net dicht'

Symboolmanipulatie:
het denken is een specifieke vorm van informatieverwerking. Het denken voegt symbolen die iets representeren samen.


Slide 5 - Tekstslide

Kunstmatige intelligentie
Intelligente machines

Deze moet je kennen:
Als intelligentie symboolmanipulatie is, waarom zouden deze zaken niet door computers kunnen worden uitgevoerd?

Slide 6 - Tekstslide

Mentale representatie:
= Alle menselijke cognitieve capaciteiten zijn mentale representaties

Alle representaties zijn altijd symbolisch!

Symboolsysteemhypothese:
p1. representatie is altijd symbolisch
p2. symbolen kunnen ook door computers gemanipuleerd worden
c. al onze cognitieve vaardigheden kunnen door computers worden uitgevoerd

Slide 7 - Tekstslide

Symboolsysteemhypothese

'Er bestaan in de wereld al machines die denken, die leren en die creëren. Bovendien zal hun vermogen om deze dingen te doen snel toenemen, totdat in de voorzienbare toekomst het scala van problemen dat zij aankunnen even groot zal zijn als dat waarop het menselijke verstand is toegepast.'

Herbert Simon in de jaren '50!

Herbert Simon 
(1916-2001) 
en 
Allen Newell 
(1927-1992)

Slide 8 - Tekstslide

Symboolsysteemhypothese
Ons contact met de werkelijkheid gaat via representaties (representationalisme)

(Denk aan Locke en Hume)

We ervaren de representaties, niet de werkelijkheid.

Ervaring voegt iets toe aan de werkelijkheid (kleuren)

Slide 9 - Tekstslide

Eindterm 9
De kandidaten kunnen de opvattingen van Lakoff & Johnson, Vroon & Draaisma, Swaab, Dreyfus, Clark & Chalmers en O’Regan, Myin & Noë (hierna; Noë)) over de vraag hoe wetenschap en techniek het mensbeeld veranderen uitleggen, vergelijken, toepassen en evalueren.

Daarbij kunnen zij de volgende standpunten betrekken:

• dat taal uitdrukt uit hoe we met ons lichaam in de wereld staan (Lakoff & Johnson);
• dat mensbeelden historisch contingent zijn (Vroon & Draaisma);
• dat mensen hun brein zijn en het brein als een computer is (functionalistisch cognitivisme, Swaab) en de evaluatie hiervan (Dreyfus, connectionisme);
• dat mensen niet alleen met hun brein denken, maar ook met hun lichaam in een omgeving (4E-cognitivisme, Clark & Chalmers en Noë).

Slide 10 - Tekstslide

Eindterm 11
11. De kandidaten kunnen uitleggen en evalueren dat volgens functionalistische cognitivisten (en met name Swaab) mensen hun brein zijn en dat dat brein als een computer is.

Daarbij kunnen zij betrekken:
• dat de computermetafoor het functionalistische mensbeeld versterkt;
• de begrippen ‘cognitivisme’, ‘connectionisme’, ‘symboolmanipulatie’, ‘input en output’, ‘mentale representatie’, ‘kunstmatige intelligentie’, ‘productsimulatie’, ‘processimulatie’ en ‘neuraal netwerk’;
• een uitleg van het argument van Swaab dat mensen hun brein zijn;
• een uitleg van het functionalistische argument dat mensen net als computers informatie verwerken;
• een uitleg van het functionalistische argument dat computers het menselijk denkvermogen kunnen simuleren;
• een evaluatie van dit functionalistische argument met Dreyfus’ opvatting dat de functies van ons belichaamde denken niet kunnen worden uitgevoerd op de hardware van een computer en de connectionistische opvatting dat een neuraal netwerk het denkvermogen wel kan simuleren.

Slide 11 - Tekstslide