VWO1 h.4 taalverzorging spelling verkleinwoorden

h.4 Taalverzorging
verkleinwoorden 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

h.4 Taalverzorging
verkleinwoorden 

Slide 1 - Tekstslide

- We bespreken de verschillende verkleinwoorden
  van zelfstandig naamwoorden.


- We oefenen samen met de verkleinwoorden.

- Jullie maken de opdrachten in het werkboek en de
  opdrachten van het werkblad.




Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

verkleinwoorden van zelfstandig naamwoorden
  • Met een achtervoegsel kun je van een zelfstandig naamwoord een verkleinwoord maken. 
  • Meestal schrijf je het verkleinwoord zoals het klinkt.

 
vork                                      vorkje
film                                       filmpje
appel                                    appeltje
tang                                      tangetje

Slide 3 - Tekstslide

verkleinwoorden van zelfstandig naamwoorden
• Bij woorden die eindigen op -ng schrijf je -nkje of -etje.



poging – poginkje             koning - koninkje          beloning  -  beloninkje 
wang – wangetje              stang - stangetje           tekening  -  tekeningetje

Slide 4 - Tekstslide

verkleinwoorden van zelfstandig naamwoorden
  • Bij woorden die eindigen op een lange klinker verdubbel je de klinker.


oma           -   omaatje
video         -   videootje
café           -   cafeetje
paraplu     -   parapluutje

Slide 5 - Tekstslide

verkleinwoorden van zelfstandig naamwoorden
  • Eindigt het woord op -i
  • Voeg dan een -e toe. 
  • Bij woorden op -y (met een medeklinker ervoor) of op -u (uitgesproken als oe) schrijf je een apostrof.

taxi            –        taxietje
lolly           –        lolly'tje
spray         –       spraytje
sudoku      –       sudoku'tje

Slide 6 - Tekstslide

  •  Je gebruikt ook een apostrof bij cijfer- en letterwoorden.

mp3         -    mp3'tje       wc     -     wc'tje           s   -    s'je


Slide 7 - Tekstslide


Noteer het verkleinwoord van:

woning, opa en piano

Slide 8 - Open vraag


Noteer het verkleinwoord van:

pony, mp3 en slang

Slide 9 - Open vraag

havo 1
  • Op niveau online
  • 4 Taalverzorging
  • 4.2 Spelling
  • Maken: opdracht 16
  • Nakijken: werkblad met meervoud van znw
  • Klaar? 
  • Verder oefenen 1 - opdracht 1 t/m 7 HUISWERK
  • Verder oefenen 2 - opdracht 1 t/m 4 (lettergrepen hoef je NIET te doen) 





Leerdoel

Slide 10 - Tekstslide

vwo 1
  • Op niveau online
  • 4 Taalverzorging
  • 4.2 Spelling
  • Maken: opdracht 17
  • Nakijken: werkblad met meervoud van znw

  • Klaar? 
  • Ga naar klas A1d in LessonUp en maak de les die klaar staat bij Taalverzorging 2 (lees de theorie en maak de vragen) > over bijvoeglijke naamwoorden





Leerdoel

Slide 11 - Tekstslide

vwo 1
  • Klaar? 
  • Verder oefenen 1 - opdracht 1 t/m 6 HUISWERK
  • Verder oefenen 2 - opdracht 1 t/m 4 





Leerdoel

Slide 12 - Tekstslide