ADL les 7

Verzorging & gezondheid
Les 7
Ergonomie en tiltechnieken 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Verzorging & gezondheid
Les 7
Ergonomie en tiltechnieken 

Slide 1 - Tekstslide

 Programma
Theorie   
  • Ergonimisch werken   
  • Belasting en belastbaarheid    
  • Oplossingsrichtingen   
  • Basisregels voor gezond werken   
  • Basishoudingen en bewegingen 
Praktijk   
  • Kind van de grond tillen     
  • Kind in en uit box tillen    
  • Kind in en uit kinderstoel tillen    
  • Kind verschonen  

Slide 2 - Tekstslide

Theorie

Slide 3 - Tekstslide

Ergonomisch werken
  • Ergonomisch werken wil zeggen dat je zorgt dat je geen lichamelijke en geestelijke klachten oploopt door je werk.  
  • Je probeert zo gezond en veilig mogelijk te werken. Hiervoor zijn allerlei regels en richtlijnen gemaakt, waaraan jij en je werkgever je moeten houden. 
  • Jouw werkgever moet zorgen voor een goede werkomgeving.
  • Dat is een omgeving die goed verlicht is, waar een goede ventilatie is, waar ergonomisch meubilair is en waar rustig en prettig gewerkt kan worden.  
  • Als dit niet zo is bespreek dit met je werkgever. 

Slide 4 - Tekstslide

Belasting en belastbaarheid


De lichamelijke belasting in de kinderopvang is groot. Denk maar aan:
  • Het tillen van kinderen in en uit bedden
  • Het tillen van kinderen in boxen en op stoelen 
  • Het dragen van kinderen 
  • Zitten op de grond
  • Lage en hoge stoelen
  • Schoonmaken 
  • Afwassen en opruimen 
  • Het duwen van bolderkarren 
  • En het lopen van hot naar her 


Slide 5 - Tekstslide

Daarnaast belast je thuis je lichaam ook nog door bijv: 
  • Het dragen van boodschappen
  • Stofzuigen
  • Bij sporten




Wat het lichaam aan belasting kan hebben is afhankelijk van de belastbaarheid, denk aan:  
  • De conditie van het lichaam 
  • Uithoudingsvermogen van de spieren  
  • De spierkracht 
  • De beweeglijkheid van je lichaam
 Wat kan je lichaam aan voordat je moe wordt of voordat het beschadigt. 
  • Stress
  • Eventuele ziekte (bijvoorbeeld griep) en 
  • Zwangerschap zijn hierop van invloed. 




De lichamelijke belastbaarheid verschilt van 
persoon tot persoon.
  • In evenwicht 1
  • Overbelast 2
  • Onderbelast 3

Slide 6 - Tekstslide

Overbelasting
OPLOSSINGSRICHTINGEN
Een verlaging van de lichamelijke belasting begint bij het herkennen van risicovolle handelingen. Vervolgens moeten voor knelpunten oplossingen gezocht worden. 

Er zijn op drie verschillende niveau’s oplossingen te onderscheiden:
  • Het niveau van de organisatie
  • Het niveau van techniek 
  • Hulpmiddelen en het niveau van het bewegingsgedrag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Organisatie
Bij oplossingen op het niveau van organisatie (kinderdagverblijv) kan aan twee verschillende zaken worden gedacht. 
  • De organisatie moet zorgen voor een positief ergonomische werksfeer (milieu). 
  • Er moet draagvlak zijn voor een minder lichamelijk belastende werkwijze. 

Ook wordt metorganisatie gedoeld op de organisatie van het werk. 
  • Verdeling van de werkzaamheden van belang (denk aan tillen of verschonen)
  • Voorbereiden van taken: wat is de beste volgorde van de handelingen, zijn alle benodigd heden binnen handbereik en is bijvoorbeeld het werkblad op de juiste hoogte ingesteld. 




Slide 9 - Tekstslide

Verder kan met organisatie gedoeld worden op werkafspraken:  
  • Alle medewerkers laten een kind zelf op de aankleedtafel laten klimmen in plaats van het erop te tillen.  
 
  • Ook kan bij organisatie van het werk ook gedacht worden aan een logische, op de handelingen afgestemde, indeling van de ruimte.

Slide 10 - Tekstslide

TECHNIEK EN HULPMIDDELEN
Om te waarborgen dat kinderdagverblijven en peuterspeelzalen echt ergonomisch worden ingericht zijn inrichtingsnormen ontwikkeld, de zogenaamde B-normen*. 

Deze normen hebben betrekking op: 
  • De inrichting 
  • Het meubilair van groepsruimten, 
  • Werkruimten  
  • Buitenruimten.

 Kinderdagverblijven moeten sinds 2004 en peuterspeelzalen sinds 2005 aan deze ergonomische normen voldoen.

Slide 11 - Tekstslide

Moest er in 2004-2005 allemaal nieuw meubilair aangeschaft worden?

  • Zeker niet!!
  • Vaak kan door kleine aanpassingen aan bestaand meubilair ook een ergonomisch verantwoorde oplossing gevonden worden. 
  • Maar ook eenvoudige hulpmiddelen kunnen het werk een stuk minder belastend maken.

  • Bijvoorbeeld een rubberen hark waarmee speelgoed bij elkaar kan worden geveegd, in plaats van het stuk voor stuk te moeten oprapen.

Slide 12 - Tekstslide

GEDRAG
  • Een vermindering van de lichamelijke belasting door een verbetering van lichaamshoudingen en bewegingen. 

  • Niet alleen door een goede houdingen en bewegingen te leren, maar ook om deze nieuw geleerde houdingen en bewegingen in de praktijk te brengen (gedrag  veranderen). 

  • Hierbij komt het aan op eigen verantwoordelijkheid: wat kan ik zelf doen om mijn lichamelijke belasting te verminderen? 

  • Het korte termijn voordeel is dat je ’s avonds minder vermoeid bent. Op de lange termijn heb je minder kans op blijvende klachten.

Slide 13 - Tekstslide

BASISREGELS VOOR GEZOND WERKEN
  1. Laat het kind zoveel mogelijk zelf doen.
  2. Bereid je taak goed voor.
  3. Houd je rug gestrekt (denk aan de S-vorm).
  4. Werk dicht bij je (vermijd reiken, til dicht bij je lichaam).
  5. Gebruik je benen, je gewicht  verplaatsen van de ene op de andere voet.

Slide 14 - Tekstslide

BASISHOUDINGEN EN BEWEGINGEN
Waar denk je aan bij basishouden in bewegen?
  • Zitten 
  • Staan
  • Tillen
  • Dragen
  • Duwen en trekken
  • Reiken



Slide 15 - Tekstslide

Zitten
We zitten ongeveer de helf van de dag.
Om klachten te voor komen zijn er een aantal aandachtspunten:
• Heupen en knieën zijn 90˙ gebogen. 
• De voeten zijn plat op de grond. 
• De rugleuning ondersteunt de rug tot onder de schouderbladen (S-vorm). 
• Zit recht voor het werkblad (voorkom draaien 
in de wervelkolom). 
• Zit dicht bij het werkblad.
Staan
Ongemerkt staan we erg veel gedurende de dag. Tijdens bijvoorbeeld het verschonen van een kind, het werken aan een aanrecht of het wachten in de rij van de supermarkt.
Aandachtspunten bij staan 
• Spreid je benen iets, hierdoor krijg je een groot steunvlak voor een goed evenwicht. 
• Sta op beide benen. 
• Houd de knieën ‘los’ (benen niet overstrekken). 
• Zorg voor een gestrekte rug; behoud de S-vorm. 
• Vermijd draaien in de rug, ga daarom ergens recht voor staan

Slide 16 - Tekstslide

Tillen
Om lichamelijke overbelasting te voorkomen, is het nodig dat het tillen van baby's, peuters en materialen op de meest gunstige manier gebeurt en zoveel mogelijk voorkomen wordt. 

De norm is dat goederen en kinderen zwaarder dan 23 kg niet getild mogen worden. 

Kinderen en goederen onder de 23 kg worden alleen getild met toepassing van de meest gunstige tiltechniek.
Aandachtspunten bij staan zijn:
• Bereid de tilhandeling goed voor. 
• Ga recht voor het kind of het voorwerp staan. 
• Houd het kind of last zo dicht mogelijk bij je. 
• Til in een rustig tempo 
• Til, zo mogelijk met 2 handen (symmetrisch) 
• Als je het gewicht van de last niet kent, til voorzichtig. 
• Til zware lasten samen (tel af tot moment van tillen). 
• Draai door je voeten te verplaatsen en draai niet in de rug.

Slide 17 - Tekstslide

Dragen
In de kinderopvang en op peuterspeelzalen worden zowel kinderen als spullen gedragen. 

Aandachtspunten bij dragen:
• Draag het kind/voorwerp dicht bij je lichaam. 
• Zorg dat je de last goed vast hebt. 
• Houd je rug recht, niet achterover hangt. 
• Draag zoveel mogelijk met twee handen 
(symmetrie) en midden voor je lichaam. 
• Beter twee kleine lasten, naast het lichaam dragen, dan een grotere last voor het lichaam. 
• Draag zware lasten met zijn tweeën of gebruik een hulpmiddel.

Slide 18 - Tekstslide

Duwen en trekken
Aandachtspunten bij duwen en trekken: 
  • Duwen is beter dan trekken. 
  • Probeer voorwaarts trekken te vermijden; dit is heel belastend voor je schouders en je rug.  Houd de last zo dicht mogelijk bij je lichaam. 
  • Zorg dat je de last op een goede hoogte vasthoudt (tussen schouder en heuphoogte)
Reiken
Vaak gaat reiken gepaard met tillen. 

Aandachtspunten bij reiken dus:
• Probeer ver reiken te voorkomen. 
• Probeer hoog reiken te voorkomen, gebruik 
eventueel een opstapje of geef de spullen een 
andere plaats. 
• Laat een lege hand altijd steunen op tafel of matras als omlopen niet mogelijk is.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Praktijk

Slide 21 - Tekstslide

Roulerend practicum
Met vier stations
  1. Kind van de grond tillen
  2. Kind in en uit de box tillen
  3. Kind in en uit kinderstoel tillen
  4. Kind verschonen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

1. Kind van de grond tillen
Aandachtspunten bij het van de grond tillen van een staand kind  
• Hurk of sta vlak voor of achter het kind.  
• Zorg dat je stevig staat; voeten in een spreidstand.  
• Trek het kind dicht tegen je aan.  
• Sta vervolgens op. 

Aandachtspunten bij het van de grond tillen van een zittend kind  
• Hurk / kniel of sta vlak voor of achter het kind. 
• Zorg dat je stevig staat; voeten in een spreidstand. 
  • Zet het kind eerst op de benen als het kan staan.   
• Sta vervolgens op. 



Aandachtspunten bij het van de grond tillen van een liggend kind 
• Grotere kinderen eerst in zit- of stapositie brengen (zie boven). 
• Kniel dichtbij de baby. 
• Til de baby tegen je aan. 
• Sta vervolgens op.

Slide 24 - Tekstslide

2. Kind in en uit de box tillen
Aandachtspunten voor tillen van een kind uit 
de hoge box 
• Open eerst het rekje. 
• Leg 1 hand onder de nek van het kind, de andere hand gaat tussen de beentjes door onder het midden van het bekken van het kind. 
• Til het kind dicht tegen je aan. 
• Met kind en al kom je rechtop en doet een stap naar achteren. 



Aandachtspunten voor het tillen van een baby uit de lage box 
• Leg alleen baby’s tot circa 8 kilo in de lage box. 
• Plaats de bodem in de verhoogde stand. 
• Zorg dat je recht voor de box staat. 
• Buk over de rand van de box, rol of schuif het kind naar je toe. 
• Til het kind eerst tegen je lichaam en kom dan overeind. 

Slide 25 - Tekstslide

3. Kind in en uit kinderstoel tillen
Aandachtspunten bij tillen van kind in de kinderstoel 
• Ga bij voorkeur achter de stoel staan. 
• Houd bij voorkeur het kind ruggelings tegen je aan. 
• Zorg dat je stevig staat, dicht achter de stoel 
• Laat het kind langs je lichaam in de stoel glijden. 
• Zorg voor vilt onder de stoelpoten zodat je deze 
gemakkelijk kunt verschuiven.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

4. Kind verschonen
Aandachtspunten bij kind verschonen 
• Zorg dat alles wat je nodig hebt klaar staat voordat het kind op de aankleedtafel ligt. 
• Als het kind zelf het trapje kan beklimmen, begeleid het naar boven, zorg dat je hierbij je S-rug houdt. 
• Bij het tillen van het kind op de aankleedtafel, denk aan de juiste tiltechniek. 
• Als je het kind in de lengterichting verschoont ga dan recht voor de commode staan met de benen in een lichte spreidstand. 
• Als je het kind dwars verschoont ga dan scheef voor de commode staan met je romp en gezicht naar het kind en je benen in een spreidstand.  
• Houd de knieën losjes.  
• Probeer niet in de rug te draaien.  
• Probeer het tillen tijdens het verschonen zoveel mogelijk te voorkomen. 

Slide 28 - Tekstslide

Tot slot
Zorg voor je lichaam om (over) belasting te voorkomen  
  • Om te voorkomen dat je je lichaam onnodig belast, moet je letten op een goede werkhouding.  
  • Ook moet je letten op signalen die je lichaam je geven.  
  • Wees alert op klachten, zoals pijn in hand, pols, arm, nek, rug, knieen of schouders. Let niet alleen op pijn, denk ook aan tintelingen, kramp, krachtverlies of een stijf gevoel in de ledematen.  

Slide 29 - Tekstslide

Volgende week inhaal les

Slide 30 - Tekstslide